Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[handelsnaam]
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vordert de eiser, een vleesleverancier, betaling van openstaande facturen door de gedaagde, een slagerij. De slagerij weigert betaling met het argument dat er schapenvlees in plaats van lamsvlees is geleverd. De kantonrechter oordeelt dat de slagerij haar klachtplicht heeft geschonden door te laat te klagen over de geleverde producten. De kantonrechter wijst de vorderingen van de slagerij af en veroordeelt haar tot betaling van het openstaande bedrag van € 5.181,87, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter stelt vast dat de slagerij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de geleverde producten niet aan de overeenkomst voldeden. De eiser heeft recht op betaling van de openstaande facturen, en de slagerij kan zich niet beroepen op een mondelinge regeling die volgens de kantonrechter niet voldoende is aangetoond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige klachten in het verbintenissenrecht en de gevolgen van het niet naleven van de klachtplicht.