Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Regional Court Poznańte Poznań (Polen) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
een aggregate sentencevan
the District Court Poznań – Stare Miastoin Poznań van 29 september 2016 (referentie: VIII K 235/16), gehandhaafd bij
the judgementvan
the Regional Court in Poznańvan 11 januari 2017 (referentie: IV Ka 1064/16).
een aggregate sentencevan 11 maanden vrijheidsstraf;
een aggregate sentencevan 2 jaar en 2 maanden vrijheidsstraf,
aggregate sentenceonder A op twee onderliggende vonnissen, te weten het vonnis van de Poznań District Court – Stare Miasto van 19 november 2008 met kenmerk VIII K 1986/08 en het vonnis van de Poznań District Court – Stare Miasto van 8 april 2011 met kenmerk VIII K 142/11. Voor zover de weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW op deze vonnissen van toepassing is en geen van de in onderdelen a-d bedoelde omstandigheden zich voordoet, heeft de opgeëiste persoon op de zitting te kennen gegeven dat hij afstand doet van het recht zich te beroepen op schending van zijn verdedigingsrechten ten aanzien van deze processen. Dit leidt tot het oordeel dat de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet aan overlevering in de weg kan staan.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
aggregate sentenceonder B destijds geweigerd en de verdediging heeft geen schadevergoeding gevorderd voor deze in overleveringsdetentie doorgebrachte dagen. Ter zitting heeft de officier van justitie toegezegd dat deze dagen in mindering zullen worden gebracht op de vrijheidsstraffen waarvan thans de tenuitvoerlegging in Nederland wordt bevolen.
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Regional Court Poznańte Poznań, Polen.
[opgeëiste persoon]tot aan de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf. Dit bevel is afzonderlijk opgemaakt.