ECLI:NL:RBAMS:2023:2881

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
13/043606-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met terugkeergarantie voor Nederlander

Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Nederlander op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Duisburg. De zaak betreft een verzoek tot overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Marokko in 2002, die verdacht wordt van georganiseerde of gewapende diefstal, een feit dat onder Duits recht strafbaar is en waarvoor een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De behandeling van het EAB vond plaats op 20 april 2023, waarbij de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.M. Timorason.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit heeft en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de garantie van de Staatsanwaltschaft Duisburg als voldoende beoordeeld, waarin is toegezegd dat de opgeëiste persoon na veroordeling in Duitsland zijn straf in Nederland kan ondergaan. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering. Daarom heeft de rechtbank de overlevering toegestaan.

De uitspraak is gedaan door mr. M. van Mourik als voorzitter, samen met mrs. M.E.M. James-Pater en B. Yesilgöz als rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/043606-23
Datum uitspraak: 4 mei 2023.
UITSPRAAK
op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank van 16 februari 2023 tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 11 februari 2023 door het
Amtsgericht Duisburg(hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 2002
wonende op het adres [adres] .
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 20 april 2023. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.P. Sholeh, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en bijgestaan zijn raadsvrouw, mr. A.M. Timorason, advocaat in Amsterdam. De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, nu zich geen weigeringsgronden voordoen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat hij de Nederlandse en de Marokkaanse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel ten behoeve van de voorlopige hechtenis met het kenmerk 901 Gs 58/23, uitgevaardigd door het
Amtsgericht Duisburgop 11 februari 2023.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Duits recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

4.Strafbaarheid

Feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
De uitvaardigende justitiële autoriteit wijst het strafbare feit aan als een feit vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. Het feit valt op deze lijst onder nummer 18, te weten:
georganiseerde of gewapende diefstal.
Uit het EAB en de aanvullende informatie van 6 april 2023 volgt dat op dit feit naar het recht van Duitsland een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren is gesteld.
Dit betekent dat een onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, achterwege moet blijven.

5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW

De opgeëiste persoon heeft de Nederlandse nationaliteit. Zijn overlevering kan daarom worden toegestaan, wanneer is gewaarborgd dat de opgeëiste persoon, in geval van veroordeling in de uitvaardigende lidstaat tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf na overlevering, deze straf in Nederland mag ondergaan.
De
Staatsanwaltschaft Duisburgheeft op 4 april 2023 de volgende garantie gegeven:
“Uitlevering van de Nederlander [opgeëiste persoon] , geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] , Marokko
Er wordt toegezegd dat, de vervolgde persoon, zodra zijn vonnis definitief is in Duitsland, op basis van de toepasselijke versie van Kaderbesluit 2008/909/JBZ van de Raad van 27 november 2008 betreffende de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van strafbare feiten vervolging of tenuitvoerlegging van een gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel met het oog op de tenuitvoerlegging ervan in de Europese Unie (PS L 327 van 5.12. 2008, pagina 27) naar Nederland terug kan keren voor verdere tenuitvoerlegging.”
Naar het oordeel van de rechtbank is deze garantie voldoende.

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5, 6, 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan het
Amtsgericht Duisburgvoor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. M. van Mourik, voorzitter,
mrs. M.E.M. James-Pater en B. Yesilgöz, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.D. Dijkstra, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 4 mei 2023.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.