Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.[gedaagde] ,
2. de naamloze vennootschap
1.De procedure
2.De feiten
- [gedaagde] (samen met [naam 1] ) benoemt tot executeur(s) in de nalatenschap,
- [eiser] en zijn afstammelingen onterft,
- een rechtskeuze maakt voor toepassing van het Engelse recht op zijn nalatenschap.
Hierbij bevestig ik jou dat de ING lening / hypotheek op jullie huis is afgelost en dat ik met ING zal regelen dat de hypothecaire inschrijving zal worden doorgehaald.”
3.12 Het Engelse (internationaal-privaatrechtelijke) erfrecht maakt als gezegd bij vererving onderscheid tussen roerende en onroerende ‘assets’. Voor deze laatste categorie geldt naar Engels recht dat het erfrecht van het land waar het registergoed (of: de zaak waarop het huur- of pachtrecht betrekking heeft) zich bevindt, van toepassing is.
3.Het geschil
4.De beoordeling
vertrouwelijkadvies van Withers aan [gedaagde] . Het betreft communicatie tussen [gedaagde] , in zijn hoedanigheid als executeur, en zijn externe adviseur(s), in hun hoedanigheid van advocaat, die zij in vertrouwelijkheid moeten kunnen voeren. [eiser] staat daar als legitimaris buiten. Er is daarom sprake van een gewichtige reden die zich tegen inzage verzet. De vordering is op grond van artikel 22 Rv evenmin toewijsbaar, omdat [eiser] aan dit artikel geen vorderingsrecht tot exhibitie ten opzichte van [gedaagde] kan ontlenen. De vordering onder III tot afgifte, althans inzage, en tot het opleggen van een dwangsom, zal daarom worden afgewezen.