Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoekHet (tweede) verzoek van 23 maart 2023 komt erop neer dat verzoeker op 17 maart 2023 om 13.25 uur heeft laten bellen met de rechtbank om bevestigd te krijgen dat het (eerste) wrakingsverzoek van die dag was ontvangen. Verzoeker wilde er namelijk zeker van zijn dat het wrakingsverzoek de rechter vóór de aanvang van de zitting had bereikt. Er is toen gesproken met mr. Krikke van de rechtbank die zei dat de rechter op de hoogte was gebracht en dus van het wrakingsverzoek afwist. De beslissing van de wrakingskamer van 21 maart 2023 kwam voor verzoeker dan ook als een grote verrassing. Daar blijkt allereerst uit dat de rechter verweer heeft gevoerd tegen het eerste wrakingsverzoek, welk verweer toen – ten onrechte – niet aan verzoeker ter beschikking is gesteld. Ook blijkt hieruit dat de rechter heeft aangevoerd dat het hem pas bij terugkomst op zijn werkplek, rond 14.30 uur, duidelijk werd dat hij was gewraakt. Dit is een leugen omdat vaststaat dat de rechter immers al voor aanvang van de zitting van de wraking op de hoogte was gebracht. Verder voert verzoeker aan dat hij op 20 maart 2023 rond 9.45 uur opnieuw telefonisch contact heeft gehad met de griffie van de rechtbank. Hij kreeg toen te horen dat de wraking was ontvangen en de zaak stil lag. Er is hem toen niet gezegd dat de zitting wel doorgang had gevonden. Dat laatste bleek pas uit de beslissing van de wrakingskamer van 21 maart 2023. Door deze gang van zaken is verzoeker de gelegenheid ontnomen om op de zitting te worden gehoord. De gehele gang van zaken schaadt de rechterlijke onpartijdigheid en is een grond voor wraking.
4.De reactie van de rechter
5.De beoordeling
wetende van de wrakingde mondelinge behandeling toch doorgang heeft laten vinden. Verzoeker heeft, nu hij de e-mail van mr. Krikke ook onder ogen heeft gehad, de (ernstige) beschuldiging dat de rechter heeft gelogen ook niet herhaald ten overstaan van de wrakingskamer. Al met al is, zoals gezegd, sprake van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, waardoor verzoeker niet aanwezig is geweest bij de mondelinge behandeling.
H.J. Tijselink, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 mei 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.