ECLI:NL:RBAMS:2023:2852

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
7 mei 2023
Zaaknummer
C/13/729940 / KG ZA 23-128
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op merkrechten en handelsnaamrechten in kort geding tussen Routevision en BBF

In deze zaak, die op 2 mei 2023 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, vorderden de eiseressen, Routevision Services B.V. en Routevision Nederland B.V., dat de gedaagden, BBF Holding B.V., Morion Holding B.V., Mic-O-Data B.V. en Modacq B.V., zouden worden veroordeeld om de inbreuk op hun merkrechten te staken. De eiseressen, vertegenwoordigd door advocaten mr. H. Maatjes en mr. D.H.S. Donk, stelden dat de gedaagden inbreuk maakten op hun merkrechten door gebruik te maken van een vergelijkbare naam en soortgelijke producten aan te bieden. De gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.A. Winthagen, voerden verweer en stelden dat er geen sprake was van inbreuk omdat de producten en de markten waarin beide partijen opereren wezenlijk van elkaar verschillen.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Routevision afgewezen. De rechter oordeelde dat, hoewel er overeenkomsten zijn tussen de merknamen, de producten van beide partijen niet als dezelfde waren kunnen worden beschouwd. Routevision richt zich op GPS tracking systemen voor bedrijfsauto's, terwijl BBF zich richt op systemen voor afvalverwerking. De rechter concludeerde dat er geen verwarringsgevaar bestaat tussen de producten van de partijen, en dat de gedaagden niet onrechtmatig handelen door gebruik te maken van hun handelsnaam.

De rechter heeft ook geoordeeld dat de eiseressen hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. De proceskosten aan de zijde van BBF zijn begroot op € 10.735,00, inclusief griffierecht en advocaatkosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 2 mei 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/729940 / KG ZA 23-128 HH/EB
Vonnis in kort geding van 2 mei 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROUTEVISION SERVICES B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ROUTEVISION NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rijswijk,
eiseressen bij gelijkluidende dagvaardingen van 3 maart 2023,
advocaten mr. H. Maatjes en mr. D.H.S. Donk te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BBF HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MORION HOLDING B.V.,
gevestigd te Hengelo,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MIC O DATA B.V.,
gevestigd te Hengelo,
4. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MODACQ B.V.,
gevestigd te Hengelo,
gedaagden,
advocaat mr. N.A. Winthagen te Amsterdam.
Eiseressen zullen hierna gezamenlijk Routevision en afzonderlijk Routevision Services en Routevision Nederland worden genoemd. Gedaagden zullen gezamenlijk BBF worden genoemd en afzonderlijk BBF Holding, Morion, Mic-O-Data en Modacq.

1.De procedure

Op de zitting van 11 april 2023 heeft Routevision de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. BBF heeft verweer gevoerd.
Beide partijen hebben producties en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aan de zijde van Routevision aanwezig [naam 1] (indirect bestuurder), [naam 2] (marktmanager), mr. Maatjes en mr. Donk. Aan de zijde van BBF waren aanwezig [naam 3] (CEO van BFF Holding), mr. M. Kutschlojenga (bedrijfsjurist) en mr. Winthagen.
Vonnis was bepaald op 9 mei 2023, maar is – na voorafgaande mededeling daarvan aan partijen - bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Routevision Nederland is in 2009 opgericht en houdt zich bezig met de exploitatie van een GPS tracking systeem waarmee specifieke actuele data kunnen worden geobserveerd en opgeslagen. Het systeem wordt nu gebruikt voor een viertal doeleinden:
  • Als rittenregistratiesysteem bij het gebruik van een bedrijfsauto. De gebruiker verkrijgt een fiscaal rapport dat voldoet aan de eisen die de belastingdienst stelt aan een rittenregistratie. Daarmee kan de gebruiker aantonen dat hij/zij niet meer dan 500 kilometer per jaar privé rijdt in zijn of haar zakelijke auto en voorkomt de gebruiker dat hij/zij een bijtelling aan de belastingdienst moet betalen voor het privégebruik.
  • Als kilometerregistratiesysteem voor reiskostendeclaraties. De gebruiker verkrijgt een rapportage van de zakelijk en privé gereden kilometers.
  • Als track & trace systeem. In de online omgeving van Routevision is de actuele locatie en status inzichtelijk van bedrijfsauto’s en kunnen medewerkers worden ingezet op basis van huidige locatie, verkeer, beschikbaarheid en expertise. De gebruiker kan zo de efficiency van zijn team vergroten.
  • Als fleet management systeem. De gebruiker kan live zien waar de bedrijfsmiddelen, waaronder voertuigen, machines en materialen zich bevinden. Daarnaast rapporteert het systeem onder meer waar en wanneer medewerkers zijn geweest en hoe lang zij onderweg waren.
2.2.
Routevision heeft op 14 mei 2009 het Benelux woordmerk Routevision ingeschreven en op 25 mei 2011 het Benelux beeldmerk
De merken zijn onder meer geregistreerd voor klasse 9: landmeetkundige instrumenten, gegevensverwerkende apparatuur en computers, en klasse 42: het ontwerpen en ontwikkelen van computers en software.
2.3.
BBF Holding is enig aandeelhouder en bestuurder van Morion. Op haar beurt is Morion enig aandeelhouder en bestuurder van de zusters Mic-O-Data en Modacq. Alle gedaagden zijn in het handelsregister tevens ingeschreven onder de handelsnaam Waste Vision.
2.4.
Waste Vision exploiteert onder meer een GPS tracking systeem voor een toepassing op het gebied van afvalverwerking/recycling. Zij plaatst voor haar klanten sensoren in containers (oud papier, glas, plastic), die een signaal geven bij een bepaalde vulgraad. Het systeem van Waste Vision bepaalt vervolgens voor de klant de optimale route die de ophaaldienst moet rijden om de volle containers op te halen. Op de website van Waste Vision, op de subpagina https://wastevision.com/route-vision staat daarover onder meer het volgende:
“Zo kunt u via onze Route Vision software precies zien hoeveel tijd medewerkers nodig hebben per locatie, hoe vol de wagens zijn en waar de inzamelvoertuigen zich op dat moment bevinden. Deze accurate en actuele informatie gebruikt u om knelpunten op te sporen en processen aan te scherpen. (…)”
Een instructie van de Route Vision software van Waste Vision staat op YouTube.
2.5.
Routevision heeft BBF gesommeerd, laatstelijk bij brief van 10 februari 2023, om de inbreuk op haar merkrechten te staken. Aan die sommatie heeft BBF geen gehoor gegeven.

3.Het geschil

3.1.
Routevision vordert, kort gezegd, primair BBF te veroordelen de inbreuk op haar merkrechten te staken en gestaakt te houden. Subsidiair vordert zij BBF te veroordelen om de inbreuk op haar handelsnaamrechten en ieder onrechtmatig handelen jegens Routevision te staken en gestaakt te houden. Tot slot vordert zij aan de uit te spreken veroordelingen een dwangsom te verbinden, de termijn van artikel 1019i Rv te bepalen op zes maanden en BBF te veroordelen in de volledige proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met rente.
3.2.
BBF voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna ingegaan, voor zover van belang.

4.De beoordeling

4.1.
Routevision stelt dat BBF inbreuk maakt op haar merkrechten. BBF bestrijdt dat op meerdere gronden. De eerste daarvan is dat het merk van Routevision volgens haar nietig is wegens gebrek aan onderscheidend vermogen, omdat het merk een beschrijving geeft van het product. Zij heeft om die reden op 3 april 2023 een vordering tot nietig- en/of vervallenverklaring ingediend bij het Benelux-Bureau voor de intellectuele eigendom. Op die vordering is nog niet beslist en vooralsnog zal er bij de beoordeling van worden uitgegaan dat de merken van Routevision geldig zijn. Niet evident is dat die merken vanwege het beschrijvende karakter ervan nietig of vervallen zullen worden verklaard.
4.2.
Primair beroept Routevision zich op artikel 2:20 lid 2 aanhef en onder a BVIE. Op grond van die bepaling is gebruik van een identiek teken voor dezelfde waren niet toegestaan. Het (woord)merk Routevision stemt zowel visueel, auditief als begripsmatig overeen met het teken Route Vision, daarin heeft Routevision gelijk. Maar voorshands is niet aannemelijk dat het hier om dezelfde waren gaat, gelet op het navolgende.
4.3.
Routevision plaatst haar hardware in de auto’s en andere bedrijfsmiddelen van haar klanten. BBF plaatst haar hardware alleen in afvalcontainers en niet in de inzamelvoertuigen. Een ander verschil is dat Routevision geen routes voor haar klanten bepaalt, terwijl dat nu juist een wezenlijk aspect is van het product van BBF. Op basis van de gegevens die door middel van de sensoren in de containers worden verzameld, wordt met een bestaande standaard navigatietool van een derde partij de optimale ophaalroute bepaald. De klanten van BBF kunnen die route importeren naar een eigen device in de ophaalauto. Op de website van BBF staat weliswaar dat de klant kan zien waar de inzamelvoertuigen zich bevinden, maar daarmee wordt volgens haar bedoeld dat de baas van de chauffeur mee kan kijken via het device waarop de route is geïmporteerd. Zo kan gezien worden waar de voertuigen zich bevinden. Dit is niet anders dan bij software van andere navigatiesystemen, volgens BBF. Er zijn geen aanwijzingen dat deze toelichting niet zou kloppen en dat de hardware wél in de ophaalwagens wordt geïnstalleerd. Dat lijkt ook niet nodig te zijn, gegeven de toelichting van Waste Vision op de werkwijze van haar product.
De toepassing van de trackers van Routevision is een heel andere.
Een laatste verschil vormen de klanten van partijen. Routevision heeft met name leasemaatschappijen en bedrijven of overheden met bedrijfsauto’s als klant. De enige klanten van BBF zijn afvalophaaldiensten en binnen die klanten maken alleen inzamelvoertuigen gebruik van het softwaresysteem van BBF. De enige gelijkenis tussen de waren van partijen is dat gebruik wordt gemaakt van een combinatie van hard- en software en van GPS. Dat is echter onvoldoende om te kunnen spreken van dezelfde waren.
4.4.
De waren kunnen mogelijk wel als complementair worden gezien, maar vanwege de opvallende verschillen in de toepassing en klantenkring is verwarringsgevaar toch niet te duchten, direct noch indirect. Klanten van Routevision zullen geen behoefte hebben aan software die voor hen de meest efficiënte route langs afvalcontainers berekent, en andersom is er voor bestuurders van inzamelvoertuigen geen enkel risico op bijvoorbeeld bijtelling door de fiscus in verband met privé gereden kilometers. Klanten van Waste Vision hebben al een redelijk nauwkeurig beeld van waar hun inzamelvoertuigen zich bevinden en hoelang zij over het inzamelen doen. Dat er behoefte bestaat aan nauwkeurigere informatie ligt niet erg voor de hand. Er is ook geen enkel bewijsstuk overgelegd waaruit blijkt dat klanten van partijen hen op enig moment met elkaar hebben verward. De CEO van BBF heeft ter zitting verklaard geen plannen te hebben om met haar activiteiten op te schuiven in de richting van Routevision, zodat hierin ook geen verandering valt te verwachten. Voorshands is daarom evenmin aannemelijk dat het beroep van Routevision op artikel 2:20 lid 2 aanhef en onder b BVIE op gaat.
4.5.
Routevision beroept zich voor wat haar merkrechten betreft tot slot op artikel 2:20 lid 2 aanhef en onder d BVIE. Ook dat beroep komt voorshands niet kansrijk voor. Niet valt in te zien dat BBF voordeel trekt uit of afbreuk doet aan de merkrechten van Routevision. Aanhaken is niet zinvol voor BBF omdat partijen in zulke verschillende markten opereren. De enkele mogelijkheid van bijvoorbeeld de krantenkop “Route Vision niet fraudebestendig” – ervan uitgaand dat het systeem van BBF makkelijker te hacken is dan dat van Routevision – is onvoldoende om te stellen dat BBF afbreuk doet aan het merk van Routevision.
4.6.
Routevision stelt verder dat BBF inbreuk maakt op haar handelsnaamrecht. De handelsnaam is de naam waaronder een onderneming wordt gedreven. BBF drijft haar onderneming echter niet onder de naam Route Vision, maar onder de naam Waste Vision. Route Vision is alleen de naam van een softwarepakket dat haar klanten bij haar kunnen afnemen. Een instructievideo voor het gebruik van dat pakket is op Youtube te vinden. Niet betwist is dat het om een verborgen Youtube kanaal gaat, waarvan de link alleen kan worden verkregen door die online aan te vragen, zoals Waste Vision heeft aangevoerd. Tot slot komt de naam ook voor als toevoeging achter Waste Vision in de url van een webpagina van Waste Vision. Voorshands is niet aannemelijk dat hiermee sprake is van enig relevant handelsnaamgebruik.
4.7.
Tot slot stelt Routevision zich op het standpunt dat BBF onrechtmatig jegens haar handelt door zonder rechtsgrond te profiteren van de door Routevision opgebouwde goede naam en reputatie en afbreuk doet aan haar bedrijfsdebiet. Gelet op hetgeen hiervoor onder 4.5 al is overwogen, is voorshands niet aannemelijk dat van onrechtmatig handelen sprake is.
4.8.
Nu geen van de aangevoerde gronden de vordering kan dragen, zal die worden afgewezen.
4.9.
Routevision Services en Routevision Nederland zullen hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld, omdat zij in het ongelijk zijn gesteld. Op de voet van artikel 1019h Rv zullen de door BBF opgevoerde kosten van € 10.059,00 exclusief btw, griffierecht en verschotten worden toegewezen. Dat bedrag valt onder de bovengrens voor een gemiddeld kort geding over intellectuele eigendomsrechten. De kosten aan de zijde van BBF worden begroot op:
- griffierecht € 676,00
- salaris advocaat
10.059,00
Totaal € 10.735,00.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt Routevision Services en Routevision Nederland hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van BBF tot op heden begroot op € 10.735,00,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023. [1]

Voetnoten

1.type: eB