Uitspraak
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] ,
advocaat van gedaagden 2 en 3 mr. J. H. Lemstra te Amsterdam
Noteholder’zijn en omdat zij op grond van een ‘
no-action clause’geen procedure tegen Metinvest mogen starten. Bij e-mail van de griffier van 23 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter bepaald dat op die verweren niet op voorhand zal worden beslist en dat eiseressen hierop dienen te reageren op de mondelinge behandeling van dit kort geding.
namens eiseressen: mr. Kemp, mr. Hezer, mr. V.R. Vroom, mr. A.J. Dunki Jacobs, mr. A.S. Renshof, [naam 1] en [naam 2] ;
namens Metinvest: mr. Strik, mr. B. van Niekerk, mr. M. Roem en mr. J. Poolman;
namens [gedaagde 2] en [gedaagde 3]: mr. Lemstra, mr. T. Alberga Smits en
mr. I. Top.
Via een videoverbinding hebben de volgende personen deelgenomen aan de mondelinge behandeling:
namens eiseressen: [naam 3] en [naam 4] ;
namens Metinvest: [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] ,
Als tolk Nederlands/Engels was aanwezig A. Burrough.
2.De feiten
ultimate beneficial owneris. De overige (ongeveer) 25% van de aandelen wordt gehouden door Majorone Trading Limited en Clarendale Limited. [gedaagde 2] is bestuurder van Metinvest, benoemd door SCM Holdings Limited. [gedaagde 3] is (trust)bestuurder van Metinvest, benoemd door de overige aandeelhouders.
Terms & Conditions(hierna ook Voorwaarden) en
Trust Deedsvan toepassing. De obligaties staan genoteerd bij Euronext Dublin en zijn verhandelbaar op de Global Exchange Market van Euronext Dublin.
2.5. Bij brief van 1 september 2022 heeft een Engelse advocaat namens “
an ad-hoc group of noteholders, who collectively hold approximately 35% of the outstanding Notes” aan Metinvest verzocht om informatie te verstrekken over de uitbetaling van dividenduitkeringen sinds november 2021. Ook is gevraagd of Metinvest voornemens was in de komende twaalf maanden verdere dividenduitkeringen te doen.
“
(1) the names of each member of the Ad Hoc Group; (2) information on the principal amount of the Notes held by each member, broken out by amount per series and when these positions were acquired; and (3) proof of holdings for each member in the form of statements from brokers or custodians.”
“
(…) you refused to provide any information or substantive detail in response to our clients’ reasonable and fully justified information requests. (…)By this letter, we are notifying that we will seek to hold Metinvest’s directors (…) and shareholders personally liable for our clients’ losses if, as we expect, it is established that the declaration and payment of recent dividend payments was not reasonable in all the known and foreseeable circumstances. (…)”
3.Het geschil
(i) gedaagden te verbieden:
(a) enige besluiten betreffende dividenduitkeringen te nemen, waaronder besluiten tot het goedkeuren van reeds genomen dividendbesluiten;
(b) dividend uit te keren of op enigerlei wijze medewerking te verlenen aan dergelijke uitkeringen, onder meer door betaling van dergelijke uitkeringen te verrichten of te doen verrichten;
(c) (anderszins) direct of indirect middelen van Metinvest of de Metinvest Groep te betalen of te laten betalen aan de aandeelhouders van Metinvest of aan hun uiteindelijk begunstigden; en/of
(d) enigerlei (andere) handelingen te verrichten indien en voor zover de voorzieningenrechter dit in goede justitie nodig acht om een onrechtmatige uitstroom van middelen aan de aandeelhouders van Metinvest te voorkomen;
dit alles voor een periode van één kalenderjaar vanaf de datum van dit vonnis; en
(ii) gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
credit ratingsvan Metinvest zijn onlangs door Standard & Poor’s, Moody’s en Fitch verlaagd. Ondanks dit alles heeft Metinvest miljarden aan dividend uitgekeerd aan haar aandeelhouders en blijft zij dividenduitkeringen doen. In 2021, toen de spanningen rondom Oekraïne al toenamen, is in totaal USD 2,5 miljard aan dividend uitgekeerd en in 2022 is tenminste USD 1,8 miljard uitgekeerd. Van het bedrag dat op 30 juni 2022 aan dividend betaalbaar is gesteld (USD 663 miljoen) is nadien USD 246 miljoen uitgekeerd, zodat thans nog een uit te keren bedrag van USD 417 miljoen resteert. Onduidelijk is of de aandeelhouders van Metinvest nieuwe dividendbesluiten hebben genomen. Dit alles is zeer verontrustend voor de Ad-hocgroep, hetgeen wordt bevestigd in het FTI-rapport dat zij heeft laten opstellen. Uit dat rapport volgt dat een reëel risico bestaat dat Metinvest als gevolg van de oorlog niet aan haar verplichtingen kan blijven voldoen. Als een van de belangrijkste schuldeisers van Metinvest heeft de Ad-hocgroep een direct belang bij het waarborgen van de continuïteit van Metinvest en bij het behoud van haar liquiditeit. Uit de onder 2.5 tot en met 2.9 weergegeven correspondentie volgt dat Metinvest een constructieve dialoog met de Ad-hocgroep en redelijke verzoeken om informatie heeft afgewezen. Hierdoor heeft de Ad-hocgroep een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen in dit kort geding. Toewijzing van de vorderingen (niet meer dan een druk op de ‘pauzeknop’ voor één jaar) voorkomt dat Metinvest haar aandeelhouders blijft bevoordelen boven haar schuldeisers.
Trust Deedsdie van toepassing zijn op de obligaties. Eiseressen hebben hun vorderingen ingesteld in hun hoedanigheid van schuldeisers. Overigens staan die Voorwaarden en
Trust Deedsniet aan toewijzing van de vorderingen in de weg, dit alles aldus eiseressen.
consent solicitations(voorstel tot wijziging van de Voorwaarden) kon afronden. In die gewijzigde Voorwaarden is de mogelijkheid tot dividenduitkering aan de aandeelhouders verruimd. Uit informatie waarover Metinvest ten tijde van de
consent solicitationsbeschikte blijkt dat eiseressen een groot deel van hun economisch belang hebben verworven
na15 januari 2022. Dit is geen ongewone strategie voor
hedge fundsdie sinds de aanvang van de Russische invasie Oekraïense obligaties die significant in waarde waren gedaald zijn gaan opkopen. Dit vermoeden wordt bevestigd door het feit dat 4 Casper en Thurman Roads (eiseressen sub 2 en 3) pas op 6 januari 2023 zijn opgericht. Toen zij hun economisch belang verwierven waren zij dus volledig op de hoogte van de aangepaste Voorwaarden. Bovendien waren er in de periode rond 15 januari 2022 al veel nieuwsberichten over Russische troepen die zich aan de Oekraïense grens verzamelden, waarna op 24 februari 2022 de invasie van Oekraïne daadwerkelijk plaatsvond. Eiseressen waren zonder twijfel volledig op de hoogte van al deze ontwikkelingen en hebben desondanks besloten te investeren in de obligaties. Met een in dit kort geding uit te spreken verbod tot het doen van dividenduitkeringen proberen eiseressen een positief effect op de beurskoers van de obligaties te bewerkstelligen. Metinvest merkt eiseressen dan ook aan als “oorlogswoekeraars”. Dit vermoeden wordt versterkt omdat eiseressen de namen van hun sponsoren niet prijs willen geven en evenmin kenbaar willen maken wanneer zij hun belang, tegen welke prijs, hebben verworven. Nu is de situatie zo dat de financiële prestaties van Metinvest ongunstig worden beïnvloed door de oorlog (vooral in vergelijking met het recordresultaat over 2021), maar Metinvest verkeert – gezien haar verspreide geografische ligging en gezien de veelheid aan verschillende producten die zij fabriceert – niet in zwaar weer. Ondanks de oorlog blijft Metinvest een winstgevend bedrijf. Bij het opstellen van de cijfers wordt nog steeds uitgegaan van een
going concernen Metinvest kan aan al haar opeisbare verplichtingen voldoen. Metinvest voldoet ook volledig aan de Voorwaarden. In het licht van de in 2022 succesvol afgeronde
consent solicitationsen de buitengewoon hoge winsten die tot 31 december 2021 zijn behaald, zijn [
datum verwijderd o.g.v. art. 29 lid 4 Rv] aanzienlijke dividenduitkeringen betaald ([
bedrag verwijderd o.g.v. art. 29 lid 4 Rv]). Het laatste dividendbesluit van de aandeelhouders dateert van [
datum verwijderd o.g.v. art. 29 lid 4 Rv]. Sindsdien zijn dergelijke besluiten niet meer genomen. Het bedrag van USD 417 miljoen is tot op heden onbetaald gebleven. Er is al met al geen sprake van (dreigend) onrechtmatig handelen, waardoor eiseressen evenmin een spoedeisend belang hebben bij toewijzing van hun vorderingen.
stakeholders, waaronder de schuldeisers. Er is thans geen sprake van een noodsituatie op grond waarvan de voorzieningenrechter op de bestuurdersstoel zou moeten gaan zitten. De discussie die is aangezwengeld in het FTI-rapport is ook bij uitstek een discussie die in de bestuurskamer dient plaats te vinden. Van (dreigende) ernstige verwijtbaarheid aan het adres van de bestuurders is geen enkele sprake.
4.De beoordeling
de positie van eiseressen
an ad-hoc group of noteholders, who collectively hold approximately 35% of the outstanding Notes”. Bij brief van 27 september 2022 (zie 2.6) heeft Metinvest onder meer om de volgende informatie verzocht:
“
(1) the names of each member of the Ad Hoc Group; (2) information on the principal amount of the Notes held by each member, broken out by amount per series and when these positions were acquired; and (3) proof of holdings for each member in the form of statements from brokers or custodians.” Bij brief van 30 november 2022 (zie 2.7) is de gevraagde informatie niet gegeven. Bij brief van 8 december 2022 (zie 2.8) heeft Metinvest opnieuw om de eerder gevraagde informatie verzocht, die bij brief van 19 december 2022 (zie 2.9) wederom niet is verstrekt.
The claimants in this action are either members of that group or entities managed by such members…”). Eiseressen hebben een opinie in het geding gebracht van [naam 13] en [naam 4] van 13 februari 2023 waarin staat dat dit kort geding niet ziet op “
enforcement of the Notes” en dat om die reden aan de Ad-hocgroep de
no-action clausedie is opgenomen in de
Trust Deedniet kan worden tegengeworpen. In dit kort geding wordt immers geen betaling onder de obligaties gevorderd noch worden andere rechten afgedwongen; de vorderingen zijn enkel gericht op het behoud van de status quo. Voor zover dit kort geding zich richt tegen de bestuurders van Metinvest valt het buiten de
jurisdiction clausevan de
Trust Deedomdat de bestuurders daarbij geen partij zijn. Voor zover dit kort geding zich richt tegen Metinvest geldt dat het binnen de
jurisdiction clausevalt omdat die clausule
Noteholdersuitdrukkelijk de bevoegdheid geeft een procedure te starten “
in any court of competent jurisdiction”. Dit geschil behoeft dus niet in arbitrage te worden beslecht en de voorzieningenrechter van deze rechtbank is op grond van de artikelen 2 en 7 Rv bevoegd, dit alles aldus eiseressen.
Noteholder’ is in de zin van de Voorwaarden en
Trust Deeds. Eiseressen staan niet geregistreerd in het daartoe bestemde register. Uit dat register blijkt dat The Bank of New York Depository (Nominees) Limited (BNY) en Cede & Co (Cede) de enige twee
Noteholderszijn. Er is dus geen contractuele relatie tussen eiseressen en Metinvest. Dat eiseressen een economisch belang hebben in de obligaties maakt niet dat zij beschikken over de bevoegdheid om Metinvest in rechte aan te spreken. Gedaagden beroepen zich hierbij op een opinie van [naam 14] en [naam 11] van 3 maart 2023.
Noteholderskunnen worden aangemerkt) hebben gedaagden in hun incidentele conclusie van 3 maart 2023 het verweer gevoerd dat de voorzieningenrechter van deze rechtbank niet bevoegd is om van dit geschil kennis te nemen omdat de Voorwaarden en
Trust Deedseen arbitrageovereenkomst bevatten en de vorderingen van eiseressen daaronder vallen (“
any non-contractual obligations arising out of or in connection with this Trust Deed”). Volgens het van toepassing zijnde arbitragereglement kunnen de gevraagde beslissingen tijdig in een
emergency arbitrationworden verkregen (zie artikel 1074d Rv). Tot slot geldt in dit verband dat eiseressen zich niet op de
jurisdiction clausekunnen beroepen. Onjuist is dat zij “
in any court of competent jurisdiction” een procedure zouden kunnen starten. De [naam 14] -opinie stelt dat dit pas mogelijk is indien de
trustee(Madison Limited) eerst aan Metinvest schriftelijk heeft medegedeeld dat een specifiek geschil bij een overheidsgerecht aanhangig zal worden gemaakt en dat is niet gebeurd.
no-action clausedie is opgenomen in de
Trust Deed.Op grond van die clausule zijn individuele
Noteholdersniet bevoegd om zelfstandig een juridische procedure tegen Metinvest aanhangig te maken; alleen de
trusteeis hiertoe bevoegd. Uit de [naam 14] -opinie volgt dat het standpunt van eiseressen dat aan hen de
no-action clauseniet kan worden tegengeworpen omdat eiseressen niet ten doel zouden hebben bepaalde rechten onder de obligaties af te dwingen, onjuist is.
Noteseiseressen een economisch belang hebben, voor welke prijs zij dit belang hebben verkregen en hoe groot hun economisch belang was op de dag van dagvaarding. Ook hebben eiseressen ten onrechte geen informatie gegeven over hun
ultimate beneficial ownersen over de entiteiten die eiseressen besturen. Uit de dagvaarding valt niet af te leiden of de samenstelling van de Ad-hocgroep samenvalt met eiseressen en dit valt evenmin af te leiden uit de verklaring van [naam 3] , dit alles aldus gedaagden. Met name is volgens gedaagden relevant dat niet vaststaat dat eiseressen in de periode van 22 november 2021 tot en met 13 januari 2022, de periode waarin Metinvest verschillende
consent solicitations(wijziging van de Voorwaarden) heeft doorgevoerd, enig economisch belang hadden. Volgens gedaagden hebben eiseressen pas na die periode, in de loop van 2022 en 2023, (het overgrote deel van) hun economisch belang verworven.
hedgefondsen.
Ubo-informatie is in dit kort geding niet relevant; het gaat in dit kort geding immers alleen over de bescherming van de economische belangen van eiseressen. Uit de wel in het geding gebrachte documentatie blijkt in ieder geval dat eiseressen geen personen of entiteiten zijn die namens Rusland handelen of zijn onderworpen aan internationale sancties. Gedaagden hebben geen rechtmatig belang bij het verkrijgen van
historischehandelsdata. De vorderingen van eiseressen zijn immers uitsluitend gericht op de
toekomsten dienen om
toekomstigonrechtmatig handelen te voorkomen, dit alles aldus eiseressen.
Noteholdersals bedoeld in de nauwe definities van de Voorwaarden en de
Trust Deeds.Dit maakt echter niet dat eiseressen niet-ontvankelijk zijn. Als
contingent creditors(voorwaardelijke schuldeisers) komen aan eiseressen bepaalde rechten toe. Het verweer van gedaagden gaat ook volledig voorbij aan de economische realiteit. Eiseressen hebben een voldoende (processueel) belang in de zin van artikel 3:303 BW. Hiervoor is niet vereist dat zij in een contractuele rechtsverhouding staan met Metinvest. Voldoende is dat sprake is van dreigend onrechtmatig handelen. Verwezen wordt naar een tweede in het geding gebrachte opinie van [naam 13] en [naam 4] van 9 april 2023.
de komende twaalf maanden(de periode waarover de vorderingen zich uitstrekken) niet zal kunnen voldoen aan de norm die artikel 2:216 BW daaraan stelt noch dat die norm onvoldoende is. Ook hebben zij gesteld noch onderbouwd dat de normen voor dividenduitkering vervat in de Voorwaarden door een zodanig dividend zullen worden overschreden. De vraag die vervolgens voorligt is of een (besluit tot) dividenduitkering – te nemen in de periode van de komende twaalf maanden – in de gegeven omstandigheden desalniettemin onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 BW, of dat de dreiging die daarvan uitgaat ingrijpen in kort geding rechtvaardigt. Zoals gezegd is dit niet het geval. Van belang hierbij is allereerst dat Metinvest in haar Akte houdende feitenrelaas, alsmede tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding, heeft betoogd – en voldoende aannemelijk heeft gemaakt – dat zij financieel niet in zwaar weer verkeert. Met name in hoofdstuk 6 van haar Akte houdende feitenrelaas heeft Metinvest, onder verwijzing naar door haar in het geding gebrachte producties, waaronder de jaarrekening over 2022, aangetoond dat zij het jaar 2022 heeft afgesloten met een positief kassaldo en een positieve EBITDA van meer dan USD 1,9 miljard (meer nog dan in 2019, vóór de Russische invasie). Het (weliswaar aanzienlijke) verlies over 2022 is met name het gevolg van een eenmalige
impairment(afwaardering) die betrekking heeft op de staalfabrieken in Marioepol en op andere fabrieken in de bezette gebieden. Niet weersproken is dat het in de gegeven omstandigheden zorgvuldig is geweest deze
impairmentuit te voeren en dat dit uiteindelijk ook in het belang is van de schuldeisers van Metinvest. De
going concern-aanname door Metinvest in de jaarrekening 2022 is – ondanks de moeilijkheid toekomstige ontwikkelingen in de oorlog met Rusland te voorspellen – voorshands voldoende feitelijk onderbouwd. Tevens heeft Metinvest voldoende onderbouwd dat zij aan haar opeisbare schulden kan blijven voldoen, alsmede aan de Voorwaarden van de obligaties.
datum verwijderd o.g.v. art. 29 lid 4 Rv], dat dergelijke besluiten nadien niet zijn genomen en evenmin in voorbereiding zijn. In september 2022 is voor het laatst dividend uitgekeerd. Het bestuur heeft de beslissing om het betaalbaar gestelde bedrag van USD 417 miljoen uit te keren (nog) niet genomen en er ligt evenmin een verzoek van de aandeelhouders hiertoe. Uit niets blijkt dat het bestuur toekomstige dividenduitkeringen niet zal toetsen aan de in artikel 2:216 BW opgenomen norm. Het bestuur heeft in het verleden herhaaldelijk in het openbaar bevestigd dat het dit zal doen. Van belang hierbij is verder dat het bestuur een ruime mate van beoordelingsvrijheid heeft die in beginsel terughoudend en alleen achteraf door de rechter mag worden getoetst, waarbij het nog de vraag is hoe een Nederlandse rechter zich een oordeel moet vormen over de toekomstige gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor Metinvest.
ubo’s) niet bekend hebben willen maken. Nu het volgens eiseressen niet gaat om Russische personen of entiteiten en/of om personen die op de (internationale) sanctielijsten voorkomen, valt voorshands niet in te zien waarom hun identiteit niet bekend kan worden gemaakt. Dat eiseressen hebben aangeboden die identiteit
alleenaan de voorzieningenrechter bekend te maken (op de mondelinge behandeling hebben zij nog aangeboden die identiteit ook aan de advocaten van gedaagden bekend te maken), doet hieraan niet af, nu de voorzieningenrechter op dit punt hoor en wederhoor van wezenlijk belang acht. Verder hebben eiseressen het moment waarop zij hun economisch belang hebben verworven, noch de transactieprijs daarvoor bekend willen maken. Derhalve kan niet worden uitgesloten dat eiseressen hun belangen (grotendeels) hebben verworven na afronding van de
consent solicitationsop 15 januari 2022 (dus toen zij op de hoogte waren van de verruimde mogelijkheid tot het uitkeren van dividend) en/of kort voor of na de Russische invasie in Oekraïne (dus toen zij ervan op de hoogte waren dat dit impact kon hebben op de bedrijfsvoering van Metinvest). Metinvest heeft in dit verband gewezen op een in het geding gebrachte verklaring van een advocaat die betrokken was bij de
consent solicitations( [naam 15] ). Daarin staat dat eiseressen tenminste een groot deel van hun economisch belang hebben verworven na 15 januari 2022. Tot slot kan evenmin worden uitgesloten dat de koerswaarde van de obligaties van eiseressen (ofwel de waarde van hun economisch belang) is gestegen sinds de verwerving daarvan. In dat geval kunnen eiseressen hun beweerde schade beperken door tot verkoop over te gaan. Dit alles zou maken dat geen sprake is van (dreigende) schade aan de zijde van eiseressen en relativeert hun belang bij toewijzing van de vorderingen aanzienlijk.
Noteholderzijn of omdat de
no-action clauseaan hen kan worden tegengeworpen. Evenmin behoeft bij deze stand van zaken de vraag te worden beantwoord of eiseressen hun vorderingen in een arbitrageprocedure hadden moeten instellen. De voorzieningenrechter merkt hierover op dat op de Voorwaarden en de
Trust DeedsEngels recht van toepassing is. Beide partijen hebben twee gedegen opinies van Engelse advocaten (KC’s) in het geding gebracht die elkaar op tal van punten tegenspreken. In een kort geding, waarin snel uitsluitsel moet worden gegeven, is onvoldoende gelegenheid om een en ander tot de bodem uit te zoeken.
1.619,00
- griffierecht € 314,00
1.619,00