ECLI:NL:RBAMS:2023:2835

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
4 mei 2023
Zaaknummer
726612
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling in het kader van een medische vervoersovereenkomst met betrekking tot annulering en resterende betalingsverplichtingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], wonende te Sittard-Geleen, en EMS Ambulance B.V., gevestigd te Amsterdam. De zaak betreft een medische vervoersovereenkomst die op 6 juli 2021 is aangegaan tussen [eiseres] en EMS voor het vervoer van de moeder van [eiseres] van Maastricht UMC+ naar een ziekenhuis in België. Door herstel van de moeder was het vervoer uiteindelijk niet nodig, wat leidde tot de annulering van de overeenkomst door [eiseres].

De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] tot dat moment EUR 54.500,00 aan EMS had betaald. [eiseres] vorderde een terugbetaling van EUR 47.200,00, gebaseerd op de argumentatie dat de annuleringsregeling niet van toepassing was, en een subsidiaire vordering van EUR 32.800,00 indien de regeling wel van toepassing zou zijn. EMS voerde aan dat zij ook andere diensten had verleend en dat het betaalde bedrag redelijk was.

De rechtbank oordeelde dat de annuleringsregeling in de brief van 6 juli 2021 voorrang had boven de algemene voorwaarden van EMS. Aangezien er geen gepland vertrek was, was de regeling van toepassing en was [eiseres] 25% van de reissom verschuldigd, wat resulteerde in een terugbetaling van EUR 32.800,00 aan [eiseres]. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen aan [eiseres]. EMS werd veroordeeld in de proceskosten, die tot het vonnis op EUR 1.748,11 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/726612 / HA ZA 2022-1012
Vonnis van 3 mei 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] , gemeente Sittard-Geleen,
eiseres,
advocaat mr. R.C. Breuls te Geleen, gemeente Sittard-Geleen,
tegen
de besloten vennootschap
EMS AMBULANCE B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. S.V.M. Stevens te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en EMS genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 2 december 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 22 februari 2023.
1.2.
Op 16 maart 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Verschenen zijn [eiseres] in persoon, mr. Breuls, [naam] (bestuurder van EMS) en mr. Stevens. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Mr. Breuls heeft voor de zitting, te weten bij brief 10 maart 2023, overgelegd de niet-gedateerde brief van dr. S. van Santen, medisch specialist in het academisch ziekenhuis Maastricht (hierna: Maastricht UMC+). Deze brief is in het lichaam van de dagvaarding genoemd als productie 19. De bij de dagvaarding gevoegde producties 19 tot en met 23 vernummeren tot 20 tot en met 24. Mr. Breuls heeft ter zitting een pleitnotitie overgelegd. Mr. Stevens heeft ter zitting een verklaring van 9 maart 2023 van Nijman & Co overgelegd. Alle genoemde stukken behoren tot de processtukken.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Bij brief van 6 juli 2021 heeft EMS, voor zover hier van belang, aan [eiseres] geschreven:
In deze brief leggen we uit hoe onze repatriëringsservice werkt en hoe u kunt betalen als u ervoor kiest om van onze diensten gebruik te maken.
Ons werk om de passagier zo snel, veilig en comfortabel mogelijk op de juiste bestemming te krijgen, begint onmiddellijk nadat wij uw verzoek hebben ontvangen. Elk vervoer van een kwetsbare persoon met gezondheidsproblemen is uniek en moet worden aangepast aan de specifieke behoeften van deze persoon en moet doorgaans ook zo snel mogelijk worden georganiseerd.
Ons team onderzoekt alle omstandigheden van het vervoer, zowel wat betreft de gezondheid van de passagier als ook de veiligste en meest geschikte manier om hem of haar naar de gewenste bestemming te vervoeren. Meestal is er enige urgentie en moet er snel gehandeld en veel georganiseerd worden.
Het medisch team, onder leiding van onze medisch directeur, zal de informatie die we ontvangen van de aanvrager of de behandelende artsen van de passagier gebruiken om ervoor te zorgen dat de juiste mensen en middelen beschikbaar zijn. Tijdens het transport al een team aanwezig zijn op onze thuisbasis om advies te geven en verdere actie te ondernemen als de omstandigheden veranderen.
De aanvrager ontvangt een duidelijke offerte waarin het vervoer en de te verlenen diensten zijn beschreven. Naast het daadwerkelijke transport geeft de offerte inzicht in de overige gerelateerde kosten.
Na acceptatie is de vervoersovereenkomst bindend en kan EMS beginnen met het nemen van de volgende stappen om de reis van de passagier te organiseren, zoals de medische professional of het team van medische professionals die de zaak zullen behandelen, het vervoermiddel dat we zullen gebruiken en andere noodzakelijke details.
De passagier of de persoon die de vervoerovereenkomst heeft gesloten, moet geldige reisdocumenten zoals paspoorten en visa overleggen, evenals ontbrekende medische gegevens, indien dit nog niet is gebeurd. Ook moet de afgesproken betaling worden voldaan.
Als alles geregeld is, krijgt u een gedetailleerde beschrijving van het geplande transport en de betrokken mensen en middelen.
Ingeval de dienst uiteindelijk niet doorgaat door een annulering, door laattijdige betaling of een wijziging in de gezondheidstoestand van de passagier of door overheidsmaatregelen, blijft een betalingsverplichting bestaan.
De omvang van de resterende betalingsverplichting is afhankelijk van het moment van opzegging.
1. Bij een annulering binnen 24 uur voor het geplande vertrek is 100% van de reissom verschuldigd.
2. Bij annulering tussen 24 en 48 uur voor het geplande vertrek is 60% van de reissom verschuldigd.
3. Bij annulering meer dan 48 uur voor het geplande vertrek is 25% van de reissom verschuldigd, tenzij ook de kosten voor niet-restitueerbare vliegtickets, chartervervoermiddelen en reeds in dienst zijnde artsen of paramedici verschuldigd zijn.
2.2.
De bij deze brief gevoegde medische vervoersovereenkomst van dezelfde datum tussen [eiseres] als opdrachtgever en EMS als opdrachtnemer luidt, voor zover hier van belang:
Middels de ondertekening van deze medische vervoersovereenkomst komen partijen het volgende overeen:
Betreft: Hoog-complex ambulancevervoer van Maastricht naar België
Patiënt: Mevr. Saleha Gholam Heidar
Geboortedatum: (…)
Diagnose: Post-COVID
Date van vervoer: Nader te bepalen
(…)
EMS biedt de volgende dienstverlening aan:
Beschrijving
Aantal
Stukprijs
Btw
Totaal
Secretariaat kosten en dossiervorming
1
€ 500,00
0%
€ 500,00
Beoordeling, supervisie en medische coördinatie door medisch directeur
inclusief bed organisatie en acceptatie patiënt, excl. behandeling
1
€ 6.800,00
0%
€ 6.800,00
Activering medisch personeel, zijnde ICU team (arts en verpleegkundige) in dagen(…)
1
€ 7.500,00
0%
€ 7.500,00
Ambulancevervoer -in uren-(...)
8
€ 9.000,00
0%
€ 72.000,00
Totaal excl. Btw
€ 86.800,00
Btw 0%
€ 0,00
Totaal incl. btw
€ 86.800,00
Totaal te betalen
€ 86.800,00
Condities:
Door ondertekening van deze offerte wordt verklaard dat de Algemene Voorwaarden van EMS Ambulance B.V. voordien zijn ontvangen en geaccepteerd.
Betalingscondities:
Gezien de aard van de dienstverlening, is het volledige bedrag direct verschuldigd bij tot stand komen van deze overeenkomst. U ontvang daarvoor een afzonderlijke factuur. Het daadwerkelijke vervoer van passagiers zal pas plaatsvinden, zodra volledige en onherroepelijke betaling is ontvangen.
2.3.
De in de medische vervoersovereenkomst bedoelde algemene voorwaarden luiden, voor zover hier van belang:

7.Annuleringskosten

7.1.
Indien de wederpartij op enig moment na aanvaarding van het aanbod of de opdracht, maar voordat er een aanvang is gemaakt met de uitvoering van de diensten, waaronder, bijvoorbeeld, begrepen het oproepen van in te zetten personeel of reservering van voertuigen e.d., om de repatriëring of verhuizing niet voort te zetten, verbindt de wederpartij zich ertoe een bedrag te betalen dat overeenkomt met 60% van het aangeboden bedrag.
2.4.
De patiënte, de moeder van [eiseres] , is op 13 augustus 2021 als voldoende hersteld ontslagen uit Maastricht UMC+.
2.5.
In verband hiermee heeft [eiseres] de opdracht aan EMS geannuleerd.
2.6.
[eiseres] had tot dan toe EUR 54.500,00 aan EMS betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair
1. EMS veroordeelt aan [eiseres] te betalen EUR 47.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2021, althans vanaf 5 mei 2022, althans vanaf 2 december 2022, tot het moment waarop volledige betaling heeft plaatsgevonden;
2. EMS veroordeelt aan [eiseres] te voldoen de buitengerechtelijke kosten ex artikel 6:96 lid 2 sub c BW, welke kosten op grond van de staffel BIK bedragen EUR 1.247,00;
3. EMS veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de advocaat, almede de noodzakelijke verschotten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de kosten vanaf 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een in goede justitie redelijk geachte termijn, tot aan de dag der algehele voldoening;
subsidiair
4. EMS veroordeelt aan [eiseres] te betalen EUR 32.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2021, althans vanaf 5 mei 2022, althans vanaf 2 december 2022, tot het moment waarop volledige betaling heeft plaatsgevonden;
5. EMS veroordeelt aan [eiseres] te voldoen de buitengerechtelijke kosten ex artikel 6:96 lid 2 sub c BW, welke kosten op grond van de staffel BIK bedragen EUR 1.103,00;
6. EMS veroordeelt in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de advocaat, almede de noodzakelijke verschotten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de kosten vanaf 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis, althans een in goede justitie redelijk geachte termijn, tot aan de dag der algehele voldoening;
3.2.
[eiseres] legt hieraan, kort samengevat, het volgende ten grondslag.
[eiseres] heeft, om haar en haar familie moverende redenen, EMS opdracht gegeven haar moeder op een nader te bepalen dag te vervoeren van Maastricht UMC+ naar een nader te bepalen ziekenhuis in België. Omdat de moeder van [eiseres] herstelde, was dat vervoer uiteindelijk niet nodig. [eiseres] heeft daarom de opdracht aan EMS geannuleerd. Omdat er nog geen vertrek was gepland, is de in de brief van 6 juli 2021 van EMS neergelegde annuleringsregeling niet van toepassing. [eiseres] is echter wel bereid de eerste twee in de medische vervoersovereenkomst genoemde posten voor haar rekening te nemen. Dat leidt tot het primair gevorderde bedrag van EUR 47.200,00: EUR 54.500,00 (het door [eiseres] aan EMS betaalde bedrag) – EUR 7.300,00 (de bedoelde twee posten) = EUR 47.200,00. Als de annuleringsregeling wel van toepassing is, komt EMS – op grond van onderdeel 3 van deze regeling – niet meer dan 25% van de reissom toe. Dat leidt tot het subsidiair gevorderde bedrag van EUR 32.800,00: EUR 54.500,00 (het door [eiseres] aan EMS betaalde bedrag) – EUR 21.700,00 (25% van de reissom van EUR 86.800,00) = EUR 32.800,00.
3.3.
EMS voert hiertegen, kort samengevat, het volgende aan.
De moeder van [eiseres] is op 12 juni 2021 opgenomen in Maastricht UMC+, na repatriëring vanuit Kabul (Afghanistan) door EMS. In juli 2021 heeft [eiseres] opnieuw contact opgenomen met EMS. Maastricht UMC+ had om medische redenen besloten de behandeling van de moeder van [eiseres] te staken. [eiseres] en haar familie waren het hiermee niet eens en wilden verdere behandeling door een ander ziekenhuis, aan welk ziekenhuis zij overigens nog enkele extra voorwaarden stelden. EMS heeft zich voor vervoer naar een dergelijk ander ziekenhuis daadwerkelijk ingespannen. Maastricht UMC+ weigerde echter om medische redenen elke medewerking aan welk vervoer dan ook. De overeenkomst tussen [eiseres] en EMS is hierdoor gaandeweg anders ingevuld dan oorspronkelijk de bedoeling was. Ondersteund door [eiseres] heeft EMS (met name haar operational manager en arts dr. A.N. Mani) zich bij Maastricht UMC+ sterk gemaakt voor verdere behandeling aldaar van de moeder van [eiseres] en Maastricht UMC+ daarbij medische suggesties aan de hand gedaan. Mede dankzij de inspanningen van EMS is de moeder van [eiseres] uiteindelijk zodanig hersteld dat zij uit Maastricht UMC+ kon worden ontslagen. Gelet op alle door EMS verleende diensten is het door [eiseres] betaalde bedrag van EUR 54.500,00 niet meer dan redelijk. Dit bedrag strookt ook met de in artikel 7.1 van de toepasselijke algemene voorwaarden genoemde 60%.

4.De beoordeling

4.1.
[eiseres] en EMS zijn op 6 juli 2021 een medische vervoersovereenkomst met elkaar aangegaan. De moeder van [eiseres] was toen opgenomen in Maastricht UMC+. Het ziekenhuis van bestemming was nog niet bekend. Van vervoer van de moeder van [eiseres] naar een ander ziekenhuis is het door haar herstel uiteindelijk niet gekomen. De medische vervoersovereenkomst is geannuleerd.
4.2.
EMS heeft aangevoerd dat zij ook andere diensten aan [eiseres] heeft verleend dan zij op grond van de medische vervoersovereenkomst verplicht was te verlenen. Omdat echter niet, althans niet voldoende, is gesteld of gebleken dat partijen - expliciet of impliciet - nadere afspraken met elkaar hebben gemaakt over de door EMS te verlenen diensten en de door [eiseres] daarvoor te betalen prijs, is het juridische kader waarbinnen de vorderingen van [eiseres] moeten worden beoordeeld niet gewijzigd; dat is en blijft de op 6 juli 2021 tot stand gekomen medische vervoersovereenkomst.
4.3.
De centrale vraag in dit geding is hoeveel [eiseres] na de annulering van de medische vervoersovereenkomst aan EMS verschuldigd is.
Bij de beantwoording van deze vraag doet zich allereerst het probleem voor dat de in de brief van 6 juli 2021 neergelegde annuleringsregeling en artikel 7.1 van de toepasselijke algemene voorwaarden van elkaar verschillen en tot een ander verschuldigd bedrag leiden. Op dit punt kunnen de twee regelingen niet tegelijkertijd van toepassing zijn. De door [eiseres] en EMS overeengekomen speciale regeling (de in de brief van 6 juli 2021 neergelegde annuleringsregeling) gaat daarom voor op de algemene regeling (artikel 7.1 van de algemene voorwaarden). Bij deze stand van zaken behoeft de door [eiseres] opgeworpen vraag naar de juridische houdbaarheid van artikel 7.1 van de algemene voorwaarden niet te worden beantwoord.
4.4.
[eiseres] betoogt vervolgens dat de in de brief van 6 juli 2021 neergelegde annuleringsregeling niet van toepassing is omdat van een gepland vertrek nooit sprake is geweest. Dit betoog wordt niet gevolgd. Het komt in dit verband aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer mochten toekennen aan wat is overeengekomen en wat zij op dat punt redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Partijen gingen er op 6 juli 2021 van uit dat de moeder van [eiseres] daadwerkelijk zou worden vervoerd van Maastricht UMC+ naar een ander ziekenhuis. In de brief van 6 juli 2021 hebben zij de gevolgen van annulering van de vervoersovereenkomst uitputtend geregeld. Nu [eiseres] de medische vervoersovereenkomst niet binnen 24 of 48 uur voor een gepland vertrek heeft geannuleerd, geldt punt 3 van de in de brief van 6 juli 2021 neergelegde annuleringsregeling: [eiseres] is 25% van de reissom verschuldigd, dat wil zeggen EUR 21.700,00. Dat bedrag komt EMS op grond van de gemaakte afspraken zowel minimaal als maximaal toe. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat EMS niet heeft aangevoerd dat zij kosten voor niet-restitueerbare vliegtickets, chartervervoermiddelen of reeds in dienst zijnde artsen of paramedici heeft gemaakt. Nu [eiseres] EUR 54.500,00 aan EMS heeft betaald, moet EMS het teveel betaalde, EUR 32.800,00, aan [eiseres] terugbetalen.
4.5.
Uit het voorgaande vloeit voort dat de primaire vorderingen van [eiseres] moeten worden afgewezen. De subsidiaire vordering onder 5 ligt, voor zover het de hoofdsom betreft, voor toewijzing gereed.
4.6.
De door [eiseres] gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar met ingang van 19 mei 2022. Bij e-mailbericht van 5 mei 2022 van haar advocaat heeft [eiseres] EMS op een termijn van 14 dagen in gebreke gesteld. De door [eiseres] ook genoemde datum 28 oktober 2021 verwijst, naar de rechtbank begrijpt, naar een gesprek op die dag tussen haar en EMS. Gesteld noch gebleken is echter dat [eiseres] EMS bij die gelegenheid schriftelijk in gebreke heeft gesteld.
4.7.
Mede gelet op het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is de door [eiseres] (subsidiair) gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten toewijsbaar.
4.8.
EMS zal, als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de aan de zijde van [eiseres] gevallen proceskosten, tot dit vonnis begroot op EUR 216,11 aan verschotten en EUR 1.532,00 (twee punten, tarief III) aan salaris advocaat, in totaal EUR 1.748,11.
4.9.
De gevorderde wettelijke rente en de gevorderde veroordeling in de nakosten zijn toewijsbaar op de in de beslissing te vermelden wijze.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
veroordeelt EMS aan [eiseres] te betalen EUR 32.800,00 (tweeëndertigduizend achthonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 19 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt EMS aan [eiseres] te betalen EUR 1.103,00 aan buitengerechtelijke (incasso)kosten;
5.3.
veroordeelt EMS in de kosten van het geding, tot dit vonnis aan de zijde van [eiseres] begroot op EUR 1.748,11;
5.4.
veroordeelt EMS in de na dit vonnis aan de zijde van [eiseres] ontstane kosten, begroot op EUR 173,00 aan salaris advocaat en, onder de voorwaarde dat EMS niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en vervolgens betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, op EUR 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis;
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, rechter, bijgestaan door mr. A.A.J. Wissink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2023.