ECLI:NL:RBAMS:2023:2835
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in het kader van een medische vervoersovereenkomst met betrekking tot annulering en resterende betalingsverplichtingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 mei 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres], wonende te Sittard-Geleen, en EMS Ambulance B.V., gevestigd te Amsterdam. De zaak betreft een medische vervoersovereenkomst die op 6 juli 2021 is aangegaan tussen [eiseres] en EMS voor het vervoer van de moeder van [eiseres] van Maastricht UMC+ naar een ziekenhuis in België. Door herstel van de moeder was het vervoer uiteindelijk niet nodig, wat leidde tot de annulering van de overeenkomst door [eiseres].
De rechtbank heeft vastgesteld dat [eiseres] tot dat moment EUR 54.500,00 aan EMS had betaald. [eiseres] vorderde een terugbetaling van EUR 47.200,00, gebaseerd op de argumentatie dat de annuleringsregeling niet van toepassing was, en een subsidiaire vordering van EUR 32.800,00 indien de regeling wel van toepassing zou zijn. EMS voerde aan dat zij ook andere diensten had verleend en dat het betaalde bedrag redelijk was.
De rechtbank oordeelde dat de annuleringsregeling in de brief van 6 juli 2021 voorrang had boven de algemene voorwaarden van EMS. Aangezien er geen gepland vertrek was, was de regeling van toepassing en was [eiseres] 25% van de reissom verschuldigd, wat resulteerde in een terugbetaling van EUR 32.800,00 aan [eiseres]. De rechtbank heeft ook de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten toegewezen aan [eiseres]. EMS werd veroordeeld in de proceskosten, die tot het vonnis op EUR 1.748,11 werden begroot.