Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
1.De procedure
Vonnis is bepaald op heden.
2.De feiten
nadat[eiser 3] , op maandag 13 februari 2023, als getuige was gehoord, het volgende gemeld:
Geven jullie DigiJuris instructies over wanneer jullie stukken wensen te ontvangen?Nee, behalve dat wij hebben aangegeven de stukken zo snel mogelijk te willen ontvangen en vóór het verhoor, voor zover mogelijk met de beschikbaarheid van DigiJuris (…)
Zo ja, is dat ook in dit geval gebeurd?Zie hiervoor.
Wanneer hebben jullie de betreffende batches van DigiJuris precies ontvangen?Donderdag 10:52 uur en vrijdag 13:16 uur en 15:58 uur (…)
Klopt het dat er stukken uit deze batches gebruikt zijn tijdens de getuigenverhoren van [eiser 3] en (…)?Dat klopt, zie hiervoor.
Voor de andere verhoren verzoeken wij vrijgegeven stukken minimaal 48 uur van tevoren aan de betreffende advocaten te verstrekken, zodat ze kunnen worden bekeken en besproken. Indien deze bevestiging uitblijft, zullen wij de rechter-commissaris over de gang van zaken informeren en ons op het standpunt stellen dat dergelijke stukken niet in het verhoor kunnen worden gebruikt. Hierbij bevestigd.
Bovendien hechten wij eraan dat in de verdere verhoren steeds de precieze bron van de stukken wordt vermeld - dus niet 'het bewijsbeslag', maar 'beslag bij X, zoals vrijgegeven en doorgestuurd op datum Y'. Dat zullen wij doen.
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
gelijktijdig een kopie verstrekt aan degene onder wie dat bewijsmiddel in bewijsbeslag is genomen.
gelijktijdigde beschikking moeten hebben over de afgegeven documenten. Het recht op een eerlijk proces brengt immers mee dat beide partijen beschikken over dezelfde gegevens en dat niet de ene partij op achterstand komt te staan ten opzichte van de ander. Uit de gang van zaken voorafgaand aan het getuigenverhoor van [eiser 3] , zoals uiteengezet onder 2.19, zou echter kunnen worden afgeleid dat WFC – al dan niet bewust – daarin steken heeft laten vallen. Gelet op de inhoud van de daar weergegeven correspondentie en de mededelingen ter zitting kan echter niet worden uitgesloten dat dit een aanloopprobleem betrof en/of een technische achtergrond had en dat dit nu niet meer zal voorkomen. Dat heeft WFC in de e-mail van 15 februari 2023 ook uitdrukkelijk toegezegd. Daarnaast hebben [eisers] er aanvankelijk geen probleem van gemaakt dat niet DigiJuris, maar WFC de documentatie met [eisers] deelde nadat zij er de beschikking over kreeg. Dat was ook de aanvankelijk in het Executievonnis vastgelegde procedure. DigiJuris was geen partij in de procedure die tot het Arrest leidde en [eisers] heeft naar aanleiding van het arrest niet aan DigiJuris en aanvankelijk ook niet aan WFC laten weten dat zij wilde dat het arrest in dit opzicht gevolgd zou worden. WFC heeft inmiddels verklaard dat toekomstige aanlevering van documenten aan [eisers] door DigiJuris zal geschieden. Er wordt daarom van uitgegaan dat in ieder geval vanaf heden op strikte wijze de in het Arrest voorgeschreven – en ook in de appendices van DigiJuris zelf vastgelegde – werkwijze zal worden gevolgd, te weten dat DigiJuris de door haar geselecteerde af te geven documenten uit het bewijsbeslag
gelijktijdigzal verstrekken aan WFC en [eisers] Een veroordeling op dit punt wordt dus niet nodig geacht.
inzicht te verkrijgen in de aard en omvang van de door [eisers] gepleegde verweten handelingen, alsmede in de rol van de daarin betrokken personen of entiteiten en in de door WFC c.s. geleden schade”, waarbij WFC c.s. “
haar positie kan bepalen over de vraag op welke gronden tegen wie en waar zij een procedure zal dienen in te stellen.”, zoals in het verzoekschrift is vermeld en in het beslagverlof gehonoreerd (zie 2.3).