ECLI:NL:RBAMS:2023:2830

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2023
Publicatiedatum
3 mei 2023
Zaaknummer
C/13/732719 / KG ZA 23-341
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing beslag in kort geding tussen Biosanapharma B.V. en Alvotech HF

Op 3 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de opheffing van beslag dat Alvotech HF had gelegd op bankrekeningen van Biosanapharma B.V. De zaak is gestart door Biosanapharma, die op 25 april 2023 een dagvaarding heeft ingediend. Biosanapharma vorderde de opheffing van de beslagen en een verbod op verdere beslaglegging door Alvotech. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Biosanapharma stelde dat haar voortbestaan afhankelijk is van aanvullende investeringen, die niet mogelijk zijn zolang er beslag ligt. Alvotech daarentegen had belang bij zekerheid voor het verhaal van haar vordering. De voorzieningenrechter concludeerde dat het belang van Biosanapharma bij opheffing van het beslag zwaarder weegt dan het belang van Alvotech bij handhaving ervan. De voorzieningenrechter heeft daarom het beslag opgeheven en Alvotech verboden verdere conservatoire beslagen te leggen in het kader van het geschil, met een dwangsom als sanctie. Tevens is Alvotech veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van Biosanapharma zijn begroot op € 1.865,44. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/732719 / KG ZA 23-341 VVV/MB

Proces-verbaal van mondelinge uitspraak op 3 mei 2023

in het kort geding van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BIOSANAPHARMA B.V.,
gevestigd te Haarlem,
eiseres bij dagvaarding van 25 april 2023,
advocaten mr. S.H. Janssen en mr. M.H.J. Mulder te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
ALVOTECH HF,
gevestigd te Reykjavik, IJsland,
gedaagde,
advocaten mr. M.H.R.N.Y. Cordewener, mr. H.C.H. Roeleveld en mr. J. Aveling te Amsterdam.
Tegenwoordig zijn mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, en
mr. M. Balk, griffier.
Partijen worden hierna ook aangeduid met Biosana en Alvotech.
Na uitroeping van de zaak verschijnen, voor zover hier van belang:
- aan de kant van Biosana: [naam 1] , bestuurder, [naam 2] , CEO,
mr. Janssen en mr. Mulder;
- aan de kant van Alvotech: [naam 3] , CCO, B. Hornan, de Engelse advocaat van Alvotech, mr. Cordewener, mr. Roeleveld en mr. Aveling; ook was aanwezig
L.K. Mitzman, tolk in de Engelse taal.
Via een videoverbinding waren daarnaast online aanwezig: [naam 4] , CFO Biosana, W. Jones, de Engelse advocaat van Biosana en [naam 5] .
Counsel van Aztich (gerelateerd aan Alvotech).
Partijen hebben producties in het geding gebracht en over en weer het woord gevoerd, onder meer aan de hand van de door de advocaten overgelegde pleitnotities en een op voorhand zijdens Alvotech ingediende conclusie van antwoord, die aan het dossier zijn toegevoegd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, afgegeven op 3 mei 2023.

De gronden van de beslissing

Op basis van een ingediend verzoekschrift is op 5 april 2023 verlof gegeven tot het leggen van beslag en heeft Alvotech beslag gelegd op bankrekeningen van Biosana.
Biosana vordert opheffing van deze beslagen en een verbod om opnieuw beslag te leggen.
De eerste vraag die beantwoord moet worden is of de vordering van Alvotech waarvoor beslag is gelegd summierlijk ondeugdelijk is. De voorzieningenrechter komt niet tot de conclusie dat dat het geval is. Partijen hebben uitgebreide correspondentie overgelegd over de tekortkomingen die al dan niet bestonden op grond van de tussen partijen gesloten License, Supply and Co-Development Agreement van 14 december 2021 (hierna: de Overeenkomst). Aannemelijk is geworden dat naar Engels recht sprake is van enige tekortkomingen aan de kant van Biosana onder deze overeenkomst. In hoeverre die een geldige grondslag voor de beëindiging zullen blijken te zijn is onderwerp van een procedure die bij de Engelse rechter gevoerd zal worden, maar niet is gebleken dat de daarop gebaseerde vordering summierlijk ondeugdelijk is.
Vervolgens moet beoordeeld worden of een belangenafweging ertoe moet leiden dat het beslag moet worden opgeheven, dan wel gehandhaafd. Biosana heeft aangevoerd en onderbouwd dat haar voortbestaan afhankelijk is van aanvullende investeringen door onder meer aandeelhouders en dat aandeelhouders niet bereid zullen zijn tot zodanige aanvullende investeringen zo lang er beslag ligt en nadere beslaglegging dreigt. Het belang van Biosana is daarmee gelegen in het voortbestaan van haar onderneming. Het belang van Alvotech is erin gelegen zekerheid te hebben voor verhaal van tenminste een deel van de vordering die zij stelt te hebben. Evenwel die zekerheid zou verloren gaan, indien het door Biosana geschetste scenario werkelijkheid wordt: dat Biosana als gevolg van de beslaglegging failliet gaat. Bij faillissement vervalt immers het beslag en is Alvotech slechts concurrent crediteur. Alvotech heeft niet onderbouwd aannemelijk gemaakt dat het door Biosana geschetste scenario voorkomen kan worden.
Dit betekent dat een belangenafweging ertoe leidt dat het belang van Biosana bij opheffing van het beslag zwaarder moet wegen dan het belang van Alvotech bij handhaving ervan. Hoewel gevorderd is een bevel tot opheffing met dwangsom zal het beslag in het dictum direct worden opgeheven, zodat een bevel en de oplegging van dwangsommen niet nodig zijn. De vordering tot directe opheffing wordt geacht begrepen te zijn in de vordering.
Het belang van Biosana brengt tevens met zich mee dat Biosana er belang bij heeft dat een verbod tot het leggen van nader conservatoir beslag voor de uit de Overeenkomst voortvloeiende vorderingen eveneens wordt toegewezen.

De beslissing

De voorzieningenrechter
1. heft op de beslagen gelegd op grond van het op 5 april 2023 door de voorzieningenrechter verleende verlof tot het leggen van derdenbeslagen ten laste van Biosanapharma B.V.,
2. verbiedt Alvotech verdere conservatoire beslagen te leggen in het kader van het geschil, althans de geschillen, tussen Biosana en Alvotech met betrekking tot de Overeenkomst en al hetgeen daaraan is gelieerd, tot het moment dat Alvotech een uitspraak in een bodemprocedure heeft gekregen, op straffe van een dwangsom van € 100.000,- per dag dat een in strijd met dit verbod gelegd beslag voortduurt, met een maximum van € 2.500.000,-,
3. veroordeelt Alvotech in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van Biosana begroot op:
– € 109,44 € 109,44 aan explootkosten
– € 109,44 € 676,- aan griffierecht en
– € 109,44 € 1.079,- aan salaris advocaat,
4. verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad,
5. wijst af het meer of anders gevorderde.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Griffier Voorzieningenrechter