ECLI:NL:RBAMS:2023:2776

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
13.660947.12 - 2023
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 april 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een terbeschikkinggestelde, die in 2014 ter beschikking was gesteld voor verpleging. De officier van justitie had op 8 december 2022 verzocht om verlenging van de tbs met één jaar. Tijdens de zitting op 31 januari 2023 werd de terbeschikkinggestelde gehoord, evenals zijn raadsman en deskundigen van de reclassering. De terbeschikkinggestelde had niet meegewerkt aan een psychiatrisch onderzoek en had zijn dagbesteding stopgezet, wat leidde tot een locatieverbod wegens overlast. De reclassering adviseerde aanvankelijk om de tbs te beëindigen, maar wijzigde dit advies later naar verlenging van de tbs vanwege het recidiverisico zonder behandeling. Op 18 april 2023 werd de zaak opnieuw behandeld, waarbij de rechtbank de terbeschikkinggestelde en betrokken partijen hoorde. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen eist dat de tbs met één jaar wordt verlengd, gezien de ernst van het misdrijf en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de voorwaarden voor de tbs aangepast, waaronder de mogelijkheid van een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De beslissing is genomen door mr. E. Akkermans, voorzitter, en mrs. A.A. Spoel en D. Hein, rechters, in aanwezigheid van griffier E.J.M. Veerman.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13.660947.12 en 23.001756.14
Beslissing op de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 8 december 2022 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1985,
wonende op het adres [adres] ,
begeleid door [instelling] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 14 april 2014 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 25 januari 2022 voor de tijd van één jaar werd verlengd, waarbij tevens de verpleging van overheidswege voorwaardelijk werd beëindigd
.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling (tbs) met één jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermelde parketnummers, waaronder:
  • het op 22 oktober 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte rapport van psychiater I. Maksimovic, waaruit volgt dat de terbeschikkinggestelde niet heeft meegewerkt aan het onderzoek;
  • het op 10 november 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van de Reclassering Nederland, RN Advies & Toezichtunit 8 Noord West te Amsterdam, strekkende tot het beëindigen van deze tbs in het geval een zorgmachtiging kan worden afgegeven;
  • de voortgangsverslagen van voornoemde reclasseringsinstelling van 17 mei 2022 en 17 augustus 2022;
  • de brief van de officier van justitie van 30 januari 2023 inhoudende het bericht dat de voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging is beëindigd;
  • het proces-verbaal van aanhouding van 31 januari 2023 waaruit volgt dat de beslissing op de vordering van de officier van justitie van 8 december 2022 voor onbepaalde tijd is aangehouden om de raadsman in de gelegenheid te stellen het advies van de reclassering met de terbeschikkinggestelde te bespreken;
  • het voortgangsverslag van voornoemde reclasseringsinstelling van 1 maart 2023, alsmede een aanvullend voortgangsverslag van 7 april 2023.
De rechtbank heeft op 31 januari 2023 de officier van justitie mr. R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. K. Karakaya, alsmede de deskundige [naam] , als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering Nederland ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De rechtbank heeft tijdens deze zitting kennis genomen van het rapport van de psychiater van 22 oktober 2022 en het verlengingsadvies van de Reclassering Nederland van 10 november 2022. De terbeschikkinggestelde heeft niet meegewerkt aan het psychiatrisch onderzoek. Uit het advies van de reclassering blijkt dat hij zich gedurende de behandeling van de tbs goed en begeleidbaar heeft opgesteld. Hij neemt zijn medicatie trouw en hij is zijn afspraken nagekomen. De terbeschikkinggestelde is zich bewust van zijn kwetsbaarheden en zijn psychische ziekte, schizofrenie. Hij heeft een eigen woning in [plaats] en een actief sociaal netwerk. Hoewel de reclassering de begeleiding van de [instelling] van belang acht om het psychiatrische toestandsbeeld, de dagbesteding en de draagkracht van de terbeschikkinggestelde te kunnen blijven monitoren en ondersteunen, vindt de reclassering het drangkader van de tbs niet meer nodig om het huidige zorg- en begeleidingskader te waarborgen. Geadviseerd wordt om de tbs-maatregel te beëindigen en om de mogelijkheid te onderzoeken tot het afgeven van een zorgmachtiging.
Tijdens de behandeling van de vordering op de zitting van 31 januari 2023 is gebleken dat de terbeschikkinggestelde niet zijn medewerking heeft verleend aan het voorbereiden van een verzoekschrift van de zorgmachtiging. Hij was van mening dat hij is uitbehandeld en dat hij zijn medicatie via zijn huisarts kan krijgen. Hij was gestopt met zijn dagbesteding en hij heeft een locatieverbod gekregen wegens het veroorzaken van overlast bij een stichting waar hij dagelijks naar toe ging. De reclassering heeft het advies op deze zitting gewijzigd in die zin dat de tbs-maatregel moet worden verlengd, omdat het recidiverisico zonder een behandeling te hoog is. De officier van justitie heeft hierop aangegeven dat er geen zorgmachtiging kan worden afgegeven indien sprake is van vrijwilligheid. Hij heeft gevraagd de vordering met één jaar te verlengen. De rechtbank heeft vervolgens de zaak aangehouden om, kort gezegd, de reclassering in de gelegenheid te stellen aanvullend te rapporteren en de raadsman in de gelegenheid te stellen het verlengingsadvies met de terbeschikkinggestelde te bespreken.
De rechtbank heeft op 18 april 2023 de officier van justitie mr. R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, mr. R.P.A. Kint, alsmede de deskundige [naam] , als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering Nederland ter openbare zitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan de adviezen van de reclassering van 1 maart 2023 en 7 april 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie en functioneert op een (laag)gemiddeld intelligentieniveau. Het risicogevaar is laag als betrokkene zich begeleidbaar blijft opstellen en zich laat begeleiden en behandelen bij de [instelling] .. Hij is tot op heden betrouwbaar gebleken in het innemen van zijn antipsychotische medicatie en hij heeft daarnaast ziekte-inzicht.
Sinds februari 2022 vindt de ambulante behandeling en begeleiding plaats bij de Forensisch Ambulante Zorg (FAZ) van Inforsa. Betrokkene is zijn afspraken, waaronder zijn medicatieafspraken, bij de reclassering en [instelling] nagekomen.
Voor de verlengingszitting van 31 januari 2023 is de houding van betrokkene veranderd, omdat hij het niet eens was met het verlengingsadvies om de mogelijkheid te onderzoeken tot het afgeven van een zorgmachtiging. Hij is begin november 2022 gestopt met zijn dagbesteding bij het restaurant en wenste niet mee te werken aan het vinden van een nieuwe dagbesteding. Daarnaast heeft hij overlast veroorzaakt bij het [centrum] , een centrum waar hij regelmatig naar toe ging om te bidden en activiteiten te volgen, met als gevolg dat hij van het centrum op advies van de politie een locatieverbod heft gekregen.
Na de verlengingszitting van 31 januari 2023 is de houding van betrokkene gewijzigd. Hij heeft zijn medewerking verleend aan een gesprek met een jobcoach van Roads voor het vinden van een dagbesteding. Betrokkene heeft vervolgens zelfstandig werk gevonden bij [bedrijf] en de begeleiding en het toezicht met de reclassering verloopt weer goed.
De reclassering heeft in het advies van 10 november 2022 aan betrokkene geadviseerd in gesprek te gaan met een psychiater in het kader van beoordeling van een zorgmachtiging, nadat hij aan de reclassering had laten weten dat hij, bij een beëindiging van de tbs-maatregel, zich op vrijwillige basis zou laten begeleiden door zijn huisarts in plaats van de [instelling] en het voldoende te vinden dat hij via de huisarts zijn medicatie krijgt.
De reclassering is nu vanwege de recente ontwikkelingen van mening dat de monitoring van het psychiatrisch beeld, waarbij adequaat kan worden gereageerd bij een dreigende psychotische decompensatie, door de [instelling] dient te worden gedaan, om zodoende recidive te voorkomen. Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling en de voorwaardelijke beëdiging van de verpleging van overheidswege met een jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
De rechtbank is, gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met één jaar wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar heeft veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Gelet op de rechtspraak van het hof Arnhem-Leeuwarden (ECLI:NL:GHARL2022:10739) zal de rechtbank (alleen) de voorwaarde betreffende het meewerken aan een time-out wijzigen.
De rechtbank overweegt verder dat de terbeschikkinggestelde na een minder stabiele periode weer goed in contact is met de reclassering en [instelling] . Vanwege de kans op recidive zonder een passend zorgkader, wordt het verzoek van de raadsman om de terbeschikkingstelling niet te verlengen afgewezen. Het is in deze fase van de behandeling te vroeg om de terbeschikkingstelling te beëindigen. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat het de komende periode met zijn inzet, de steun en de begeleiding van de reclassering en de [instelling] , voor de terbeschikkinggestelde de goede kant op zal gaan.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
één jaar, met verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder voorwaarden.
De rechtbank wijzigt de voorwaarde ‘meewerken aan een time-out’, waardoor deze als volgt komt te luiden:
Meewerken aan time-out
Als de reclassering dat nodig vindt en de betrokkene daarmee instemt, kan de betrokkene voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de betrokkene deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E. Akkermans, voorzitter,
mrs. A.A. Spoel en D. Hein, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank van 18 april 2023.
De jongste rechter is buiten staat
mede te ondertekenen