ECLI:NL:RBAMS:2023:2766

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2023
Publicatiedatum
2 mei 2023
Zaaknummer
9957927 CV EXPL 22-8433
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak met gebreken in huurwoning en loodgehalte in drinkwater

In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 20 april 2023 uitspraak gedaan over de vorderingen van [eiseres] tegen Rembrandt Propco V B.V. [eiseres] huurt sinds 1 juli 2016 een woning van Rembrandt Propco, die sinds 15 januari 2020 eigenaar is. De huurder heeft meerdere gebreken in de woning gemeld, waaronder een te hoog loodgehalte in het drinkwater, wat heeft geleid tot een verzoek om huurvermindering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van gebreken die het woongenot van [eiseres] hebben aangetast, en dat Rembrandt Propco in gebreke is gebleven bij het verhelpen van deze gebreken. De rechter heeft bepaald dat de huurprijs met ingang van 30 april 2020 met 60% wordt verlaagd tot het moment dat het loodgehalte in het drinkwater onder de 5 µg/l komt. Tevens is Rembrandt Propco veroordeeld tot terugbetaling van de te veel betaalde huur en tot het uitvoeren van noodzakelijke werkzaamheden binnen gestelde termijnen, op straffe van dwangsommen. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van verhuurders met betrekking tot onderhoud en de kwaliteit van drinkwater in huurwoningen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9957927 CV EXPL 22-8433
vonnis van: 20 april 2023
fno.: 452
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
[eiseres]
wonende [woonplaats]
eiseres
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. J.P. Alspeer
t e g e n
de besloten vennootschap Rembrandt Propco V B.V.
gevestigd te Hoofddorp
gedaagde
nader te noemen: Rembrandt Propco
gemachtigde: mr. H.J. Hagemans
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Het procesdossier omvat het volgende:
- de dagvaarding van 18 mei 2022 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het instructievonnis;
- de dagbepaling mondelinge behandeling;
- de akte overlegging producties en eisvermindering.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 januari 2023. [eiseres] is verschenen, vergezeld door haar gemachtigde. Namens Rembrandt Propco zijn verschenen [naam 1] , tenant manager van Haavens B.V. en [naam 2] , eindverantwoordelijke tenant-manager van Haavens B.V., vergezeld door de gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.
Op 24 januari 2023 is ter griffie binnengekomen een machtiging van [naam 3] , waarin zij [eiseres] machtigt vorderingen in te stellen in de onderhavige procedure. De kantonrechter begrijpt deze machtiging aldus dat daarmee bedoeld is dat [eiseres] mede namens haar de onderhavige vorderingen indient.
GRONDEN VAN DE BESLISSING

1.Feiten

Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[eiseres] huurt met ingang van 1 juli 2016 van (de rechtsvoorgangster van) Rembrandt Propco de woning aan [adres] (hierna: de woning). Ten tijde van de dagvaarding bedroeg de huurprijs € 1.616,35 per maand.
1.2.
Met ingang van 1 juli 2021 is [naam 3] naast [eiseres] medehuurder.
1.3.
Rembrandt Propco is sinds 15 januari 2020 eigenaar/verhuurder van de woning.
1.4.
Haavens B.V. (hierna: Haavens) en Hoen Vastgoed Beheer B.V. (hierna: Hoen) zijn door Rembrandt Propco aangesteld als administratief respectievelijk technisch beheerder van de woning.
1.5.
Bij e-mail van 30 april 2020 20:26:56 schrijft [eiseres] aan Haavens:
“(…) Een vervanger vinden is niet gelukt. Dit komt mede door de staat van de woning in combinatie met de prijs. Er zijn redelijk wat gebreken en er is veel achterstallig onderhoud. De vorige verhuurder was op de hoogte van de gebreken en heeft hier weinig tot niets mee gedaan. (…) Ik verzoek hierbij ook om de gebreken te herstellen zodat het mij wel lukt om een huisgenoot te vinden en zodat het woongenot weer omhoog gaat. (…)”.
1.6.
Bij e-mail van 30 april 2020 20:27:02 schrijft [eiseres] aan Haavens:
“Naar aanleiding van mijn vorige mail, hier de foto’s en uitleg over het onderhoud. (…) De vensters lijken rot. (…) Verder tocht het dus heel erg (…) Het huis heeft meerdere van dit soort grote scheuren (…). De wc beneden heeft geen ventilatiesysteem, wel een groot gat (…). De vloer in de keuken is ernstig beschadigd. (…) Al zolang ik hier woon ziet de keuken er zo uit. Kastdeurtjes hangen scheef, zitten los (…), lades zijn beschadigd, vochtschade, (…) handvaten zitten los. (…) In de keuken is een hoek erg beschadigd. (…) De ventilatie in de badkamer lijkt niet optimaal te werken. (…) schimmel. (…) Ik hoor graag van u.”
1.7.
Blijkens een meting van Normec Biobeheer (hierna: Normec) was het loodgehalte van het drinkwater in de woning op 30 december 2020 5.8 g/l.
1.8.
Blijkens een meting van Het Waterlaboratorium was het loodgehalte van het drinkwater in de woning op 29 januari 2021 17.3 g/l.
1.9.
Bij brief van 23 april 2021 heeft Stichting Woon namens [eiseres] Hoen aangeschreven over de gebreken in de woning. Zij heeft daarbij opgaaf gedaan van de geconstateerde gebreken, waaronder het te hoge loodgehalte van het drinkwater in de woning. Verzocht is om met [eiseres] in overleg te gaan om de gebreken op een zo kort mogelijke termijn op te lossen.
1.10.
Bij brieven van 1 december 2021 en 24 januari 2022 heeft Stichting Woon Rembrandt Propco gesommeerd de gebreken te herstellen, waarbij is verzocht om een huurkorting tot 40% van de geldende huurprijs.
1.11.
Bij brief van 24 februari 2022 heeft de gemachtigde van [eiseres] Rembrandt Propco verzocht de loden leidingen te vervangen en de onderhoudsgebreken in de woning binnen acht weken te verhelpen. Tevens heeft zij verzocht om een tijdelijke huurkorting van 60% met terugwerkende kracht.
1.12.
Op 4 maart 2022 heeft de deurwaarder voornoemde brief van 24 februari 2022 betekend aan Rembrandt Propco en haar gesommeerd om binnen acht weken na 24 februari 2022 de loden leidingen te vervangen en de onderhoudsgebreken in de woning te verhelpen.
1.13.
Op 8 maart 2022 zijn er loden leidingen in de woning vervangen.
1.14.
Blijkens metingen van Het Waterlaboratorium was het loodgehalte van het drinkwater in de woning op 28 maart 2022 8.1 g/l, op 7 mei 2022 6.7 g/l en op 7 juni 2022 5.5 g/l.
1.15.
Bij e-mail van 13 juni 2022 heeft [naam 4] , technisch manager van Hoen, aan [eiseres] het volgende geschreven:
“(…) Rembrandt Propco heeft in uw woning een watertest laten uitvoeren door het KIWA gecertificeerd laboratorium Normec AquaServa/ Biobeheer. (…) Verder onderzoek is nodig. Uit de watertest blijkt dat uw kraanwater nog door een loden waterleiding stroomt. Wij gaan uw woning of woongebouw verder onderzoeken. Barendse Loodgieters zal contact met u opnemen voor het inplannen van een inspectie bij u thuis. Zij zullen de situatie bij u in kaart brengen en een oplossing uitwerken. Wij zullen deze oplossing en tijdsplanning zo spoedig mogelijk aan u kenbaar maken. (…)”.

2.Vordering

[eiseres] vordert -na vermindering van eis bij akte- bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, dat Rembrandt Propco wordt veroordeeld
om op kosten van Rembrandt Propco binnen 14 dagen na betekening van het vonnis opdracht te verstrekken aan een gecertificeerd bedrijf om de loden en zinken aansluitingen te verwijderen en/of te vernieuwen, op straffe van een dwangsom;
om binnen 12 weken na betekening van het vonnis de loden en zinken aansluitingen te verwijderen en/of te vernieuwen in overeenstemming met de geldende bouwvoorschriften en naar maatstaven van goed vakmanschap, op straffe van een dwangsom;
de huurprijs met ingang van 30 april 2020 of 23 april 2021 of 1 december 2021 of 24 januari 2022 of 4 maart 2022 tot 60% van de verschuldigde huurprijs te verlagen totdat de loden en zinken aansluitingen zijn verwijderd en/of zijn vernieuwd en er geen sprake meer is van verminderd woongenot, met veroordeling tot terugbetaling van hetgeen [eiseres] te veel aan Rembrandt Propco heeft betaald, vermeerderd met de wettelijke rente;
Rembrandt Propco te veroordelen in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
Daartoe stelt [eiseres] dat Rembrandt Propco en haar rechtsvoorgangers jarenlang hebben verzuimd om onderhoud aan de woning uit te voeren. De woning heeft meerdere gebreken als bedoeld in artikel 7:204 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW), die volgens het Gebrekenboek van de Huurcommissie C-gebreken opleveren. Zij heeft vanaf 30 april 2020 Rembrandt Propco daarvan op de hoogte gebracht, maar de gebreken waren ondanks herhaaldelijk aandringen op het moment van dagvaarden nog niet allemaal verholpen. Het betreft gebreken aan de raamkozijnen, de keukenvloer en de ventilatievoorziening. Ook is er schimmelvorming en is er een te hoog loodgehalte in het drinkwater in de woning.
2.3
Bij akte van 12 januari 2023 heeft [eiseres] gesteld dat Rembrandt Propco lopende de procedure enkele gebreken heeft verholpen. In december 2022 zijn de laatste gebreken, uitgezonderd het probleem van het te hoge loodgehalte in het drinkwater, verholpen. Gelet op de laatst bekende meting is het loodgehalte in het drinkwater nog boven 5 g/l. Daarom stelt [eiseres] zich op het standpunt dat niet alle loden leidingen/ aansluitingen zijn vervangen. Dit blijkt ook uit de e-mail van 13 juni 2022 van Technisch Beheer van Hoen. [eiseres] heeft in juni 2022 nog bij Rembrandt Propco om een nadere inspectie verzocht van de waterleidingen, maar daar is geen gehoor aan gegeven, aldus [eiseres] .

3.Verweer

Rembrandt Propco voert verweer tegen de vorderingen. Zij betwist op zichzelf niet dat in de woning sprake is geweest van achterstallig onderhoud of dat er in het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt loden leidingen aanwezig waren. Wel betwist zij dat sprake was van gebreken die een verlaging van de huurprijs rechtvaardigen.
[eiseres] heeft een woning gehuurd die is gebouwd in 1935, met enkel glas en zonder mechanische ventilatie. Bovendien was het ten tijde van de aankoop door Rembrandt Propco in gebruik bij meerdere studenten. De woning is door [eiseres] en de andere huurders niet als goed huurders gebruikt en bewoond. Zo is er niet of nauwelijks geventileerd, zijn de verflagen niet onderhouden en liet de algehele schoonmaak te wensen over. De door [eiseres] geconstateerde gebreken kwamen dan ook op grond van het Besluit Kleine Herstellingen voornamelijk voor haar rekening en risico, aldus Rembrandt Propco.
3.3
Ten aanzien van de loden leidingen voert Rembrandt Propco het volgende aan. Gelet op de metingen van Normec van 30 december 2020 ging Rembrandt Propco er aanvankelijk vanuit dat het loodgehalte in de woning voldeed aan de norm. Toen toch bleek van een te hoog loodgehalte heeft zij direct opdracht gegeven om de loden leidingen te vervangen. Zij heeft [eiseres] een waterfilter aangeboden, maar daarvan heeft [eiseres] geen gebruik gemaakt. Na vervanging van de loden leidingen geldt de eerste maanden een doorspoeladvies omdat de nieuwe leidingen nog ongewenste metalen kunnen afgeven. In juli 2022 is aan [eiseres] nog een monsterset toegestuurd door het Waterlaboratorium, maar die is niet door [eiseres] teruggestuurd. Rembrandt Propco stelt zich op het standpunt dat van [eiseres] verwacht mag worden dat zij de kraan, voorafgaand aan het gebruik daarvan ten behoeve van drinkwater, een korte periode laat doorlopen.
3.4
Rembrandt Propco heeft verder het achterstallig onderhoud dat voor rekening van de verhuurder kwam met voortvarendheid verholpen. Zo is de keuken vervangen, zijn de kozijnen met enkelglas vervangen door kozijnen met dubbelglas, is de ventilatievoorziening geïnspecteerd en waar nodig vernieuwd, is de schimmelvorming verholpen en is onderhoud uitgevoerd aan de cv-ketel. De laatste werkzaamheden zijn op 25 november 2022 uitgevoerd.
3.5
Rembrandt Propco verzoekt de gevorderde huurprijsvermindering af te wijzen, nu deze niet in verhouding staat tot het door [eiseres] gestelde verminderde huurgenot, althans deze te matigen tot hooguit een huurkorting van 10 tot 15% over de periode van 23 april 2021 tot 8 maart 2022, de datum waarop de loden leidingen zijn vervangen, dan wel 25 november 2022, de datum waarop de kozijnen zijn vervangen. [eiseres] was zelf grotendeels verantwoordelijk voor de door haar gestelde gebreken.

4.Beoordeling

4.1
Aan de orde is de vraag of en zo ja sinds wanneer sprake is van gebreken aan de woning en of deze gebreken nog steeds aanwezig zijn. Eveneens is aan de orde of en zo ja, gedurende welke periode er aanleiding is om een huurkorting toe te passen.
4.2
Partijen zijn het er over eens dat de meeste door [eiseres] aan Rembrandt Propco gemelde gebreken inmiddels hersteld zijn. Alleen ten aanzien van de aanwezigheid van loden leidingen verschillen zij van mening of dit gebrek inmiddels verholpen is.
De kantonrechter zal eerst beoordelen of de inmiddels verholpen gebreken aanleiding geven tot het toepassen van een huurkorting voor het verleden. Uitgangspunt daarbij is dat sprake is van een geliberaliseerde huurprijs, zodat de vervaltermijn van zes maanden voorafgaand aan de instelling van de vordering genoemd in art. 7:257 lid 1 en 3 BW niet van toepassing is en in beginsel vanaf de dag van kennisgeving van de gebreken aan Rembrandt Propco een huurkorting kan worden toegekend (art. 7:207 lid 1 BW).
De inmiddels verholpen gebreken
4.3
Op grond van artikel 7:204 lid 2 BW is een gebrek een staat of eigenschap van de zaak of een andere niet aan de huurder toe te rekenen omstandigheid, waardoor de zaak aan de huurder niet het genot kan verschaffen dat een huurder bij het aangaan van de overeenkomst mag verwachten van een goed onderhouden zaak van de soort als waarop de overeenkomst betrekking heeft.
4.4
Op grond van artikel 7:207 lid 1 BW kan de huurder in geval van vermindering van huurgenot ten gevolge van een gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen van de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder of waarop het gebrek reeds in voldoende mate bekend was om tot maatregelen over te gaan, tot die waarop het gebrek is verholpen.
4.5
[eiseres] heeft Rembrandt Propco reeds bij e-mail van 30 april 2020 (zie hierboven in rov. 1.6) op de hoogte gesteld van een groot aantal gebreken in de woning, waaronder rotte vensters, tocht, scheuren, het ontbreken van ventilatie in de wc, een beschadigde keuken (en keukenvloer) en in de woning aanwezige schimmel. Op de door [eiseres] overgelegde foto’s van de gebreken blijkt dat met name de vensters en kozijnen in deplorabele toestand verkeerden en zodanig verrot waren dat zij op diverse plaatsen gaten vertoonden, waardoor ramen niet meer konden worden geopend/gesloten. Niet valt uit te sluiten dat alleen al daardoor de woning zodanig vochtig was dat dit tot schimmelvorming leidde. Het betreft hier gebreken die zijn veroorzaakt doordat verhuurder heeft nagelaten de woning te onderhouden. Het verweer van de verhuurder dat de verrotting van de ramen en kozijnen zou zijn ontstaan doordat de woning slechts enkel glas had en doordat huurders zich niet als goed huurders zouden hebben gedragen door onvoldoende te ventileren en schoon te maken, is niet serieus te nemen: de verrotting van vensters en kozijnen is dermate vergaand dat moet worden aangenomen dat dit veroorzaakt is door het langdurig ontbreken van buitenschilderwerk, hetgeen een taak voor de verhuurder is. De kantonrechter kan Rembrandt Propco niet volgen in haar stelling dat het enkele feit dat een woning (slechts) enkel glas heeft, een oorzaak voor verrotting van vensters en kozijnen is. Rembrandt Propco heeft evenmin onderbouwd op welke wijze de bewoners deze mate van verrotting hadden kunnen voorkomen door deze “schoon te maken”. [eiseres] stelt terecht dat de aantasting van het woongenot door deze gebreken niet is opgeheven doordat Rembrandt Propco haar heeft aangeboden om gebruik te maken van een luchtontvochtiger.
4.6
De kantonrechter ziet geen aanleiding om niet aan te sluiten bij art. 6 Besluit huurprijzen woonruimte, het daarop gebaseerde Besluit Gebreken en het Gebrekenboek van de huurcommissie (gebrek genoemd in D1, D8 en D10), waarin deze gebreken als zogenaamd C-gebrek worden aangemerkt en acht een huurkorting tot 40 % van de geldende huurprijs redelijk vanaf de melding door [eiseres] op 30 april 2020 tot 1 december 2022, de eerste van de maand volgend op 25 november 2022, de datum waarop de vensters zijn vervangen.
De loden leidingen
4.7
In het Gebrekenboek van de Huurcommissie (versie juli 2022) is onder Qd3 vermeld dat een gemiddelde loodverontreiniging op een tappunt van meer dan 5 microgram per liter een ernstig gebrek is in categorie C (Besluit Gebreken, Bijlage II bij het Besluit Huurprijzen woonruimte). Bij gebreken in lijst C geldt een huurverlaging tot maximaal 40% van de overeengekomen huurprijs, dus een huurkorting van maximaal 60%.
4.8
[eiseres] heeft voldoende onderbouwd dat vastgesteld is dat sprake was van een aanzienlijke overschrijding van het loodgehalte per liter leidingwater en Rembrandt Propco heeft dat ook niet betwist. In geschil is op welke datum [eiseres] van dit gebrek kennis heeft gegeven aan Rembrandt Propco en of aangenomen mag worden dat er, na de vervanging van loden leidingen op 8 maart 2022, geen sprake meer is van overschrijding van de toegestane hoeveelheid lood in het leidingwater.
4.9
[eiseres] heeft bij brief van 23 april 2021 (zie hierboven in rov. 1.9) voor het eerst melding gemaakt bij Rembrandt Propco van de aanwezigheid van loden leidingen. Dat betekent dat vanaf die datum voor dit gebrek een eventuele huurkorting toewijsbaar is.
4.1
Voor zover Rembrandt Propco stelt dat er op dit punt geen sprake van een gebrek is, omdat zij [eiseres] een waterfilter heeft aangeboden, gaat de kantonrechter daaraan voorbij, omdat op geen enkele manier is onderbouwd dat daarmee de gevaren van teveel lood in het drinkwater worden opgelost. Evenmin mag Rembrandt Propco van [eiseres] verlangen dat zij de kraan eerst een tijd laat doorlopen alvorens water te gebruiken. Rembrandt Propco heeft voorts gesteld dat het gebrek is opgeheven, doordat op 8 maart 2022 loden leidingen in het gehuurde zijn vervangen. [eiseres] heeft dat betwist en verwijst daartoe naar metingen van het Waterlaboratorium van 28 maart 2022 (8.1 g/l), 7 mei 2022 (6.7 g/l) 7 juni 2022 (5.5 g/l) (zie hierboven in rov. 1.14): bij al deze metingen komt het loodgehalte boven de 5 g/l uit. Bovendien heeft Rembrandt Propco zelf erkend in een e-mail van 13 juni 2022 (rov. 1.15) aan [eiseres] dat haar kraanwater nog door een loden waterleiding stroomt, alsmede dat er nog nader onderzoek zal plaatsvinden en een oplossing wordt gezocht, aldus [eiseres] .
Rembrandt Propco brengt daar tegenin dat nadat alle leidingen in het gehuurde zijn vervangen, de nieuwe leidingen nog ongewenste metalen kunnen afgeven en dat het loodgehalte nog verder zal afnemen. Bovendien verwijt Rembrandt Propco [eiseres] dat zij heeft verzuimd om te voldoen aan het op 24 juli 2022 gedane verzoek om flessen met kraanwater op te sturen. [eiseres] stelt dat zij wel degelijk op enig moment in de zomer van 2022 flessen gevuld met water heeft teruggestuurd, alsmede dat er vanaf juni 2022 niemand van Rembrandt Propco meer is langs geweest.
4.11
Daaromtrent overweegt de kantonrechter het volgende. Uit de metingen van het Waterlaboratorium blijkt dat er ook na de vervanging van loden leidingen op 8 maart 2022 een hoger loodgehalte dan de toegestane 5 g/l is gemeten. Gelet daarop lag het op de weg van Rembrandt Propco om concreet vast te laten stellen dat en zo ja, op welk moment, de vervanging van leidingen op 8 maart 2022 hebben geleid tot een loodgehalte dat gelijk aan of lager dan het toegestane niveau lag. Daarvan is niet gebleken, sterker nog, in de brief van 13 juni 2022 wordt zelfs bevestigd dat er nog steeds loden leidingen zijn en dat Rembrandt Propco dat gaat oplossen. Zij stelt nu wel dat die brief een vergissing moet zijn geweest, maar niet gebleken is dat Rembrandt Propco deze vergissing op enig moment heeft rechtgezet en het is begrijpelijk dat [eiseres] de brief serieus heeft genomen, omdat zij deze vlak na de laatste meting op 7 juni 2022 heeft ontvangen. Partijen spreken elkaar tegen of [eiseres] de flessen met watermonsters in de zomer van 2022 wel of niet heeft teruggestuurd, maar wat daarvan zij: gesteld noch gebleken is dat Rembrandt Propco, toen nadere meetresultaten kennelijk uitbleven, opnieuw een poging heeft gedaan om het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde vast te stellen. Dat betekent dat thans niet vastgesteld kan worden dat het loodgehalte sinds de laatste meting op 7 juni 2022 gezakt is tot op of onder de maximaal toegestane 5 g/l, en aldus evenmin dat dit gebrek inmiddels is opgeheven. Dus blijft ook de huurkorting gelden totdat aan de hand van objectieve metingen wordt vastgesteld dat dit wel het geval is.
4.12
Hierboven in rov. 4.9 is vastgesteld dat in beginsel vanaf 23 april 2021 aanleiding is om een huurkorting toe te passen ter zake de aanwezigheid van loden leidingen. Vanaf 30 april 2020 tot 1 december 2022 is al een huurkorting op zijn plaats ter zake van de hiervoor in rov. 4.3 tot en met 4.6 besproken gebreken. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de huurprijs in verband met de aanwezigheid van loden leidingen in die periode nog verder dan tot 40 % van de overeengekomen huurprijs te verlagen.
4.13
Nu uit hetgeen beide partijen hebben gesteld volgt dat het Waterlaboratorium als een objectieve meetinstantie kan worden aangemerkt, zal de kantonrechter bepalen dat de huurkorting tot 40 % van de overeengekomen huurprijs ook na 1 december 2022 blijft gelden vanwege de aanwezigheid van loden leidingen in het gehuurde tot de datum dat door een meting van het Waterlaboratorium komt vast te staan dat het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde op 5 g/l of lager uitkomt. Het ligt op de weg van Rembrandt Propco om het Waterlaboratorium in te schakelen en [eiseres] dient aan het verzoek om het loodgehalte te meten in redelijkheid mee te werken.
De kantonrechter zal tevens bepalen dat, indien uit nader te verrichten metingen blijkt dat nog steeds sprake is van een loodgehalte in het leidingwater boven de 5 g/l, Rembrandt Propco opdracht dient te geven om de gevorderde werkzaamheden tot verwijdering van in dat geval - kennelijk - nog aanwezige loden leidingen uit te voeren en binnen de hieronder genoemde termijn af te ronden, op straffe van hieronder te bepalen dwangsommen tot de hieronder aan te geven maxima. In verband daarmee zal Rembrandt Propco worden veroordeeld om eerst binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis opdracht te geven aan het Waterlaboratorium om het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde te meten.
De conclusie
4.14
Op grond van het hiervoor overwogene luidt de conclusie dat de huurprijs vanaf 30 april 2020 wordt verlaagd tot 40 % van de geldende huurprijs, tot de datum waarop het Waterlaboratorium vaststelt dat het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde 5 g/l of lager bedraagt, met veroordeling van Rembrandt Propco tot terugbetaling van hetgeen [eiseres] vanaf 30 april 2020 méér heeft betaald. De over dit bedrag gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de datum van het vonnis, omdat Rembrandt Propco daartegen geen verweer heeft gevoerd. Voorts zal Rembrandt Propco worden veroordeeld tot de hiervoor in rov. 4.12 genoemde handelingen c.q. werkzaamheden.
Proceskosten
4.15
Rembrandt Propco wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast, vermeerderd met de wettelijke rente als na te melden. Aan [eiseres] is een toevoeging verleend. Daarom komen in deze zaak de explootkosten ten laste van het rijk. Wegens het ontbreken van een wettelijke grondslag is een kostenveroordeling met de verplichting tot betaling aan de griffier van de ten laste van het rijk gekomen explootkosten niet mogelijk.
BESLISSING
De kantonrechter:
bepaalt dat de huurprijs van de woning met ingang van 30 april 2020 wordt verminderd met 60 % tot de datum waarop het Waterlaboratorium heeft vastgesteld dat het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde lager uitkomt dan 5 g/l;
veroordeelt Rembrandt Propco tot terugbetaling aan [eiseres] van hetgeen zij - gelet op de onder I vastgestelde huurverlaging - teveel aan huur heeft betaald in de periode vanaf 30 april 2020 tot aan de datum waarop het Waterlaboratorium de onder I genoemde vaststelling heeft gedaan, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf heden, althans vanaf de datum van betaling door [eiseres] tot de datum van algehele voldoening;
draagt Rembrandt Propco op om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis aan het Waterlaboratorium opdracht te geven om de loodwaarde in de leidingen van het gehuurde te onderzoeken en vast te stellen, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag dat zij nalaat dit te doen, tot een maximum van
€ 15.000,00;
draagt Rembrandt Propco op om, in het geval dat het Waterlaboratorium vaststelt dat het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde hoger is dan 5 g/l, op haar kosten binnen vier weken na de datum van de vaststelling door het Waterlaboratorium, opdracht te verstrekken aan een gecertificeerd bedrijf om over te gaan tot vernieuwen en/of verwijderen van de loden en zinken aansluitingen in het gehuurde, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag dat Rembrandt Propco dit nalaat, tot een maximum voor het onder IV en V toegewezene van in totaal van € 15.000,00;
draagt Rembrandt Propco op om in het geval het Waterlaboratorium vaststelt dat het loodgehalte in het leidingwater in het gehuurde hoger is dan 5 g/l binnen twaalf weken daarna de volgende gebreken in de woning te verhelpen: het vernieuwen en/of verwijderen van de loden en zinken aansluitingen, in overeenstemming met de geldende bouwvoorschriften en naar maatstaven van goed vakmanschap, op straffe van een dwangsom van € 200,00 per dag dat Rembrandt Propco dit nalaat, tot een maximum voor het onder IV en V toegewezene van in totaal € 15.000,00;
veroordeelt Rembrandt Propco in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van [eiseres] begroot op:
salaris € 792,00
griffierecht € 86,00
-------------------
totaal € 878,00,
voor zover van toepassing, inclusief btw, te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt Rembrandt Propco in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 66,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2023 in tegenwoordigheid van de griffier.