Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 mei 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 19 oktober 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte tot aanvulling/wijziging van eis en de akte overlegging producties van [eiser] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 24 januari 2023.
2.De beoordeling
De rechtbank overweegt dat voor het aandeel dat partijen in de gemeenschap
Naar het oordeel van de rechtbank weegt het belang van [eiser + naam 1] bij de voortzetting van de gemeenschap en daarmee de exploitatie van het appartement niet aanmerkelijk zwaarder dan het belang van [gedaagde] bij de verdeling van de gemeenschap. De rechtbank stelt vast dat de verhoudingen tussen partijen ernstig verstoord zijn, dit is ter zitting eveneens gebleken. Daarin ligt voor [gedaagde] een gerechtvaardigd belang om de gemeenschap te beëindigen. Het daartegenover gestelde belang van [eiser + naam 1] bij voortzetting van de exploitatie weegt onvoldoende zwaar. In dat kader merkt de rechtbank op dat de huidige exploitatie (verhuur aan de nicht van [eiser + naam 1] ) naar zeggen van [eiser + naam 1] niet rendabel is. In zoverre is het belang om deze exploitatie voort te zetten geen rechtstreeks financieel belang. [eiser + naam 1] hebben ter zitting gesteld dat de huidige verhuur is aangegaan voor een periode van tien jaar en dat deze omstandigheid zal drukken op de verkoopwaarde. Dit is echter een omstandigheid die aan [eiser + naam 1] is toe te rekenen en vormt geen reden om uitstel van de verdeling te verlenen. [eiser + naam 1] hebben immers zelf besloten de huurovereenkomst met [naam 2] aan te gaan voor een periode van tien jaar. In het kader van de belangenafweging acht de rechtbank dan ook niet doorslaggevend of het appartement op dit moment met winst kan worden verkocht..”
De rechtbank heeft in randnummer 2.5 van het tussenvonnis als vaststaand
- de helft van aanvullende koopkosten € 3.028,50
- de helft van een eenmalige extra bijdrage VvE (6/2/2022) € 732,42
- de helft van de eindafrekening energiekosten Ista (2021-2022) € 814,48
- de helft van bijdragen VvE over 2021 (12 x € 88,72) en 2022
€ 1.271,64 +
€ 7.381,71 +
€ 2.366,00(2 punten x tarief € 1.183,00)