3.Resultaatgebieden en belangrijkste kernactiviteiten
1. Maximaliseren resultaat
Het maximaliseren van de financiële en commerciële prestaties van de accommodatie(s), teneinde een optimale bijdrage te leveren aan het rendement van de organisatie en langdurige klantrelaties tot stand te brengen respectievelijk te behouden.
Belangrijkste activiteiten:
- Het onderhouden van dagelijkse contacten met klanten en opdrachtgevers.
- Het uitvoering geven aan contractuele afspraken.
- Het mede volgen van ontwikkelingen en benutten van kansen in de markt.
- Het initiëren, ondernemen en stimuleren van commerciële acties.
- Het opvolging geven aan het centraal geformuleerde beleid.
2. Operationeel
Het zorgdragen voor een optimaal georganiseerde bedrijfsvoering binnen de bestaande overeenkomsten, teneinde een maximale bijdrage te leveren aan de doelstelling van de totale organisatie.
Belangrijkste kernactiviteiten
- Het zorgdragen voor een correcte (efficiënte en effectieve) personeelsplanning c.q. overige roosters rekening houdende met seizoensinvloeden.
- Het als een goed huisvader toezien op het onderhoud en gebruik van de accommodatie(s) en al het materiaal binnen de accommodatie(s) conform wet- en regelgeving.
- Het zorgdragen voor een juiste uitvoering van alle activiteiten conform het centrale kwaliteit, arbo, veiligheid en milieu beleid en het bepalen en behouden van alle benodigde certificaten zoals Veilig en Schoon, LERF, etc.
3. Human Resources
Het optimaal uitvoering geven aan het centraal geformuleerde HR beleid, teneinde een zo efficiënt mogelijke organisatie met een zo efficiënt en kwalitatief hoogwaardig mogelijke personeelsbezetting te realiseren.
Belangrijkste kernactiviteiten
- Het zorgdragen voor een juiste personeelsbezetting en – samenstelling, conform de centrale [medeverdachte 1] richtlijnen en begroting.
- Het zorgdragen voor adequate opleidingen en trainingen en loopbaanontwikkeling van medewerkers conform het [medeverdachte 1] beleid.
5.3.2.
Het vonnis in de zaak [medeverdachte 1] (13/650568-18)
In het vonnis tegen medeverdachte [medeverdachte 1] , uitgesproken op 25 januari 2023, heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat [slachtoffer] door verdrinking om het leven is gekomen.
Verder heeft de rechtbank in dat vonnis geoordeeld dat [medeverdachte 1] aanmerkelijk onvoorzichtig heeft gehandeld doordat, sterk verkort weergegeven:
( a) toezichthouders van [medeverdachte 1] onvoldoende bekend waren met het Toezichtplan,
( b) er bij het 25-meterbad onvoldoende (adequaat) toezicht was,
( f) een verplichte drijflijn in het 25-meterbad ontbrak en
(f en g) [medeverdachte 1] geen alternatief heeft geboden voor het beperkte zicht als een gevolg van de defecte zonwering.
Tot slot heeft de rechtbank in dat vonnis geoordeeld dat er een causaal verband bestaat tussen het aanmerkelijk onvoorzichtige handelen zoals bewezen verklaard en het overlijden van [slachtoffer] . [medeverdachte 1] is vervolgens veroordeeld voor dood door schuld.
De rechtbank verwijst hier naar haar overwegingen in het vonnis tegen medeverdachte [medeverdachte 1] dat hier als herhaald en ingelast dient te worden beschouwd en die de rechtbank ook in dit vonnis tot de hare maakt. De verweren die door de verdediging in de zaak van verdachte zijn gevoerd worden weerlegd door de inhoud van het vonnis tegen medeverdachte [medeverdachte 1] .
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank – met de verdediging – van oordeel dat verdachte van het tenlastegelegde moet worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Het Bijlmer Sportcentrum heeft een breed aanbod aan (sport)activiteiten en is daarmee een [medeverdachte 1] locatie die druk wordt bezocht. Om die reden kent het Bijlmer Sportcentrum niet alleen vanuit [medeverdachte 1] een locatiemanager, maar is er tevens iemand aangesteld die belast is met zwemzaken, het Hoofd Zwembad. De taken en verantwoordelijkheden van deze leidinggevenden zijn onderling verdeeld.
In de hierboven weergegeven functieomschrijvingen van de locatiemanager en het Hoofd Zwembad zijn de taken en verantwoordelijkheden die bij beide functies horen beschreven.
Verdachte, de locatiemanager, is op basis van haar functieomschrijving verantwoordelijk voor – onder meer – het maximeren van de financiële en commerciële prestaties van de accommodatie, door bijvoorbeeld het binnenhalen van commerciële activiteiten. Uit het dossier komt naar voren dat verdachte het vluchtelingen zwemprogramma bij [medeverdachte 1] heeft binnengehaald. Zij heeft met de gemeente Amsterdam afspraken gemaakt over de invulling van de zwemlessen op zaterdag.
[naam hoofd zwembad] , Hoofd Zwembad, is op basis van haar functieomschrijving verantwoordelijk voor de feitelijke gang van zaken in de badinrichting. Zij moet ervoor zorgen dat de toezichthouders hun werkzaamheden uitvoeren in overeenstemming met de geldende procedures en richtlijnen. Daarnaast moet zij voorstellen doen ter verbetering wanneer er sprake is van onveilige situaties. Uit het dossier komt naar voren dat de toezichthouders door [naam hoofd zwembad] werden ingedeeld in het rooster.
Gelet op deze functieomschrijvingen valt, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien op grond waarvan met overtuiging kan worden geoordeeld dat verdachte als locatiemanager – en niet bijvoorbeeld het Hoofd Zwembad – feitelijke leiding heeft gegeven aan de deelverwijten die de rechtbank in het vonnis tegen [medeverdachte 1] bewezen heeft geacht, zoals hierboven onder overweging 5.3.2. weergegeven.
Het enkele feit dat verdachte in haar functie van locatiemanager het vluchtelingen zwemprogramma heeft binnengehaald en betrokken was bij afspraken daaromtrent is in ieder geval onvoldoende om haar als feitelijke leidinggever aan te merken.
De rechtbank acht daarom niet bewezen dat verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de bewezenverklaarde strafbare gedragingen van [medeverdachte 1] .
Verdachte wordt van het tenlastegelegde vrijgesproken.