ECLI:NL:RBAMS:2023:2667

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
22/5942
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de hoorplicht bij naheffingsaanslag parkeerbelasting met behoud van rechtsgevolgen

Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een inwoner van Amsterdam, en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die hem was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de hoorplicht is geschonden, omdat er geen hoorzitting heeft plaatsgevonden, terwijl eiser hier wel om had verzocht. Dit leidde tot de conclusie dat het beroep gegrond is.

Eiser had aangevoerd dat zijn zoon per ongeluk de verkeerde dagkaart had gekocht, waardoor er niet voldoende parkeerbelasting was betaald. De rechtbank erkende dat er een vergissing was gemaakt, maar oordeelde dat de verantwoordelijkheid voor het kopen van de juiste dagkaart bij eiser ligt. De rechtbank benadrukte dat parkeerbelasting een objectieve belasting is en dat persoonlijke omstandigheden niet in aanmerking worden genomen.

De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten, omdat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Eiser heeft recht op terugbetaling van het door hem betaalde griffierecht van € 50,-. De uitspraak is gedaan door mr. C.A.E. Wijnker en is openbaar uitgesproken op dezelfde dag.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 22/5942

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

6 april 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit Amsterdam, eiser

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam

(gemachtigde: A. Husseini).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 19 november 2022 op 6 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van de heffingsambtenaar.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • bepaalt dat de rechtsgevolgen van de uitspraak op bezwaar in stand blijven;
  • veroordeelt de heffingsambtenaar in het door eiser betaalde griffierecht van € 50,-.

Inleiding

1. De heffingsambtenaar heeft aan eiser een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Het bezwaar van eiser is ongegrond verklaard.

Overwegingen

2. Eiser stond op [datum] om [tijdstip] uur geparkeerd met zijn auto op de [straat] in Amsterdam terwijl voor de auto geen of te weinig parkeerbelasting was betaald.
3. Eiser voert aan dat door zijn zoon voor eiser per ongeluk de verkeerde dagkaart is gekocht, er is dus niet de intentie geweest om geen parkeerbelasting te betalen. Eiser heeft daarom een beroep op coulance gedaan. Daarnaast heeft ten onrechte geen hoorzitting plaatsgevonden terwijl eiser daar wel om had verzocht.
4. De rechtbank stelt vast dat tussen partijen niet in geschil is dat er geen hoorzitting heeft plaatsgevonden terwijl eiser hier wel om had verzocht en dit dus wel had gemoeten. Het beroep is reeds hierom gegrond en de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd.
5. Ook is tussen partijen niet in geschil dat de zoon van eiser per abuis de verkeerde dagkaart heeft gekocht en daardoor slechts tot 19:00 uur in plaats van tot 21:00 uur parkeerbelasting heeft betaald, terwijl wel tot na 19:00 uur is geparkeerd.
6. Naar het oordeel van de rechtbank komt het aanschaffen van de verkeerde dagkaart voor rekening en risico van eiser. Het behoort namelijk tot de verantwoordelijkheid van de parkeerder om op de juiste manier aan de belastingplicht te voldoen. Naar het oordeel van de rechtbank is de tekst op de parkeerautomaat bovendien voldoende duidelijk. Op de verplichting van het betalen van parkeerbelasting kan alleen een uitzondering worden gemaakt in een overmachtsituatie, bijvoorbeeld als sprake is van een levensbedreigende situatie. Dat is in dit geval gesteld noch gebleken.
7. Dat er sprake was van een vergissing, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Parkeerbelasting is namelijk een objectieve belasting waarbij geen rekening wordt gehouden met persoonlijke omstandigheden.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is gegrond, omdat de hoorplicht is geschonden. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar, maar ziet aanleiding om de rechtsgevolgen daarvan in stand te laten. De naheffingsaanslag is namelijk wel terecht opgelegd; het bezwaar blijft ongegrond.
9. De heffingsambtenaar dient het door eiser betaalde griffierecht te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.A.E. Wijnker, rechter, in aanwezigheid van
mr. A. Vijn, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2023.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof Amsterdam waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.