ECLI:NL:RBAMS:2023:261
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Nietigverklaring dagvaarding en vrijspraak in strafzaak wegens deelname aan criminele organisatie en handel in verdovende middelen
In de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1989, heeft de rechtbank Amsterdam op 23 januari 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft meerdere tenlasteleggingen, waaronder deelname aan een criminele organisatie en de handel in verdovende middelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding nietig is voor het eerste feit, namelijk de deelname aan een criminele organisatie, omdat de tenlastelegging te algemeen en onduidelijk was. Hierdoor kon de verdachte zich niet effectief verdedigen. De rechtbank heeft de overige tenlasteleggingen, waaronder de handel in cocaïne en heroïne, niet bewezen verklaard. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij de in de tenlastelegging genoemde feiten. De verdachte is vrijgesproken van de onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft ook beslist dat de in beslag genomen goederen aan de verdachte moeten worden teruggegeven, aangezien er geen bewezenverklaring is gekomen van de tenlastegelegde feiten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Amsterdam, waarbij de rechters M. Vaandrager, P.P.C.M. Waarts en E. Slager betrokken waren.