Op 5 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een klaagschrift op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klaagster, vertegenwoordigd door haar raadsman mr. J. Biemond, had een verzoek ingediend tot teruggave van haar hond, die op 20 maart 2023 in beslag was genomen na een bijtincident waarbij een 9-jarig jongetje ernstig gewond raakte. De klaagster stelde dat het beslag onrechtmatig was, omdat er geen strafbaar feit was gepleegd en dat de hond niet langer een gevaar vormde.
Het Openbaar Ministerie verzocht echter om de klaagster niet-ontvankelijk te verklaren, aangezien de hond inmiddels was geëuthanaseerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag op de hond reeds was geëindigd door de euthanasie, en dat er geen grond meer was voor de behandeling van het klaagschrift. De rechtbank oordeelde dat de klaagster niet-ontvankelijk moest worden verklaard in haar beklag, omdat het onderwerp van het klaagschrift niet meer bestond.
De beslissing werd genomen door rechter mr. E.G.C. Groenendaal, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Randeraat, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing staat voor de klaagster beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beslissing.