Op 23 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Regional Court in Poznań, Polen. Het EAB was gericht op de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1973. De behandeling van het EAB vond plaats op een zitting op 8 maart 2023, waar de opgeëiste persoon niet aanwezig was vanwege gezondheidsredenen, maar vertegenwoordigd werd door zijn raadslieden. De zitting werd geschorst om aanvullende vragen te stellen aan de Poolse autoriteiten over de verzamelvonnissen die aan het EAB ten grondslag lagen.
Tijdens de voortzetting van de zitting op 23 maart 2023 verklaarde de opgeëiste persoon dat zijn persoonsgegevens correct waren en bevestigde hij zijn Poolse nationaliteit. De officier van justitie, mr. M. Diependaal, stelde dat de rechtbank het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moest verklaren in de vordering tot behandeling van het EAB, omdat de Poolse autoriteiten het EAB hadden ingetrokken. De rechtbank volgde dit standpunt en verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk. Tevens werd vastgesteld dat de geschorste overleveringsdetentie was geëindigd en werd de borgsom teruggegeven aan de opgeëiste persoon. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer onder leiding van voorzitter mr. E.G.M.M. van Gessel, met de rechters mrs. O.P.M. Fruytier en H.P. Kijlstra, en in aanwezigheid van griffier mr. D. Gigengack.