ECLI:NL:RBAMS:2023:255

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 januari 2023
Publicatiedatum
24 januari 2023
Zaaknummer
13-074541-20 - 2022
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een terbeschikkinggestelde met psychische problemen

Op 10 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1986, die eerder ter beschikking was gesteld onder voorwaarden. De officier van justitie heeft verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De psychiater R.A. Graaff heeft in zijn rapportage aangegeven dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en dat hij momenteel in een beveiligde omgeving behandeld wordt. De behandeling verloopt goed, maar er is een beperkt ziektebesef, wat het perspectief op langdurige behandeltrouw beïnvloedt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidiverisico laag is in een gestructureerde omgeving, maar dat er risico's zijn bij een terugval in psychose.

De rechtbank heeft de adviezen van de psychiater en de reclassering in overweging genomen en geconcludeerd dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar moet worden verlengd. Dit is noodzakelijk om het behandeltraject op een verantwoorde wijze voort te zetten. De rechtbank heeft begrip voor de wens van de terbeschikkinggestelde om de termijn met een jaar te verlengen, maar heeft geoordeeld dat dit niet zinvol is gezien de noodzaak voor een langer behandeltraject. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-074541-20
Beslissing op vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 29 november 2022 in de zaak tegen:

[Terbeschikkinggestelde]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
thans verblijvende in de [verblijfplaats]
die bij vonnis van deze rechtbank van 13 januari 2021 ter beschikking gesteld werd onder de voorwaarden zoals geformuleerd in het vonnis.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 1 november 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering door GGZ [instantie] uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar;
  • de voortgangsverslagen toezicht van voornoemde reclasseringsinstelling van 25 januari 2022 en 8 augustus 2022;
  • het op 18 oktober 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van de psychiater R.A. Graaff, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar.
De rechtbank heeft op 10 januari 2023 de officier van justitie mr. R. Zetsma, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. P. Jeeninga, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [deskundige] , verbonden aan [reclassering 1] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan het rapport van psychiater R.A. Graaff van 18 oktober 2022 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 36-jarige man met een schizo-affectieve stoornis, met zowel psychotische als affectieve symptomen, en een stoornis in het gebruik van verschillende middelen, in remissie in een beveiligde omgeving.
Behandelverloop en risicotaxatie
Er is sprake van een goed verlopend behandeltraject met een adequaat risico-management. Betrokkene heeft een positieve inzet tijdens de behandeling. Hij volgt verschillende behandelmodules en hij houdt zich aan de afspraken. Zijn problematiek, de psychotische stoornis, wordt op een succesvolle wijze behandeld. Betrokkene is goed ingesteld op medicatie. Er is sprake van een beperkt ziektebesef- en inzicht, waardoor het perspectief op langdurige behandeltrouw nog beperkt is. Betrokkene heeft baat heeft bij de hem geboden strikte structuur. Het recidiverisico wordt in een veilige en gestructureerde leefomgeving als laag ingeschat. In een situatie waarin betrokkene opnieuw psychotisch zou ontregelen ontstaat een hoger recidiverisico. Een terugval in psychose kan worden bevorderd door factoren als stoppen met de medicatie, een gebrekkige structuur of een terugval in middelengebruik
Koers en advies
Door de geringe aandacht voor de delictdynamiek is er nog weinig zicht op de draagkracht en blijvende kwetsbaarheden van betrokkene, die in een minder gestructureerde omgeving waar meer van zijn zelfstandigheid wordt gevraagd, sterker naar voren kunnen komen. Na de bereikte stabilisatie is een vervolgbehandeling passend gericht op het toe laten nemen van zelfstandigheid. De resocialiserende activiteiten, gericht op invulling en ontwikkeling van zelfstandigheid, relaties en dagbesteding, zullen bij de [reclassering 1] plaats kunnen vinden. Na een geleidelijke ontwikkeling in zelfstandigheid en sociaal-maatschappelijk functioneren kan de vervolgstap naar een [instantie] worden gemaakt, waarbij niet kan worden uitgesloten dat betrokkene in de toekomst mogelijk met zijn vriendin kan samenwonen in een [instantie] . Een zorgmachtiging in het kader van de Wvggz wordt in deze fase als prematuur gezien. Het is meer passend om de behandeling vanuit het forensische kader vorm te blijven geven, waarbij de terbeschikkingstelling na een stabiel verlopen plaatsing in een [instantie] eventueel voorwaardelijk kan worden beëindigd.
De psychiater ondersteunt de overweging van betrokkene dat een verlenging voor de duur van een jaar een erkenning vormt voor zijn getoonde inzet en motivatie, maar het is te verwachten dat een traject met een behandeling in de FPA en vervolgens een plaatsing in een meer zelfstandige woonvoorziening meer dan een jaar in beslag zal nemen. Geadviseerd wordt de tbs-maatregel met voorwaarden voor de termijn van twee jaren te verlengen.
Aan het advies van de GGZ [instantie] van 1 november 2022 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt vanaf de start van de tbs met voorwaarden op 26 januari 2021. Hij heeft zich meewerkend opgesteld en hij heeft diverse behandelingen gevolgd. Hij is binnen de klinische setting abstinent van middelen. Betrokkene ziet de tbs-maatregel als een kans om zijn leven te beteren en om een nieuwe start te maken. Zijn zelfstandigheid zal stapsgewijs worden uitgebouwd. Hij is binnen de klinische setting van de [reclassering 2] geslaagd. Hij heeft alle verlofstappen doorlopen en is aangemeld bij een vervolgsetting. De behandelaren en de reclassering zijn van mening dat stapsgewijs en met de juiste begeleiding de kans op herhaling van delictgedrag beheersbaar is. Dit is van belang vanwege zijn beperkte ziekte-inzicht. Een overplaatsing naar een [reclassering 2] setting en vanuit daar naar een beschermde, begeleide woonsetting is onderdeel van het traject. Betrokkene is gestabiliseerd en heeft de afgelopen twee jaar laten zien dat hij een stap kan gaan zetten naar een setting met een lager beveiligingsniveau.
Vanwege de inschatting dat zijn behandeling niet binnen een termijn van één jaar zal zijn afgerond, wordt door de reclassering geadviseerd om de tbs met voorwaarden te verlengen met twee jaar. Tijdens de verlenging zal stapsgewijs via een klinische setting met een lager beveiligingsniveau naar een beschermde woonvorm toegewerkt gaan worden.
De deskundige [deskundige] heeft dit advies op de openbare zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Hij heeft onder meer verklaard dat betrokkene sinds 3 november 2022 in de [verblijfplaats] verblijft en dat zijn behandelplan volgende week wordt besproken.
De rechtbank is, gelet op de adviezen, het verhandelde ter zitting en artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met twee jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van het advies van de psychiater en de [reclassering 2] vindt de rechtbank dat er meer dan één jaar nodig zal zijn om het recent ingezette behandeltraject bij de [reclassering 1] op een verantwoorde wijze voort te zetten en af te ronden. Uitgangspunt is dat een terbeschikkingstelling niet met één jaar wordt verlengd als aannemelijk is dat de behandeling nog langer dan één jaar zal gaan duren. Die situatie doet zich hier voor. De rechtbank is met de deskundigen van oordeel dat het traject dat is ingezet stapsgewijs en met de juiste begeleiding moet worden voortgezet om dit op een succesvolle wijze te kunnen afronden. De rechtbank heeft begrip voor het verzoek om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, gezien de door betrokkene getoonde inzet en motivatie, maar stelt vast dat dit gelet op wat hiervoor is weergegeven niet zinvol is. De rechtbank ziet ook in wat de raadsman ter zitting heeft aangevoerd geen reden om de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te beperken tot één jaar

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, zoals opgenomen in het vonnis van deze rechtbank van 13 januari 2021, van
[Terbeschikkinggestelde]met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.G.C. Groenendaal, voorzitter,
mrs. M.A.E. Somsen en P.J.H. van Dellen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 januari 2023.
De jongste rechter is buiten staat
mede te ondertekenen
.