Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.2. De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.079,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen A&A Music B.V. en een DJ, hierna aangeduid als [gedaagde]. A&A Music, een boekingsbureau voor muziekartiesten, vorderde dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit een exclusieve boekingsovereenkomst zou nakomen en hem verbood zelfstandig of via derden overeenkomsten te sluiten voor muziekoptredens. De achtergrond van het geschil ligt in de beëindiging van de boekingsovereenkomst door [gedaagde] per 1 februari 2023, welke beëindiging A&A Music niet accepteerde. A&A Music stelde dat [gedaagde] in gebreke was gebleven en dat de beëindiging onrechtmatig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 2010 als DJ actief is en dat hij in 2011 een exclusief boekingscontract met A&A Music heeft gesloten, dat in 2019 is verlengd tot 2029. [gedaagde] heeft echter in 2022 een voorstel gedaan om de boekingsfee te wijzigen, wat door A&A Music werd afgewezen. Na de aandelenovername van A&A Music door ID&T, heeft [gedaagde] de overeenkomst beëindigd, stellende dat er gewijzigde omstandigheden waren en dat A&A Music haar verplichtingen niet nakwam.
De voorzieningenrechter oordeelde dat A&A Music niet kan afdwingen dat [gedaagde] tegen zijn zin verder gaat met de samenwerking. De rechter concludeerde dat, zelfs als de beëindiging onrechtmatig zou zijn, A&A Music enkel recht zou hebben op schadevergoeding. De vordering van A&A Music werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].