ECLI:NL:RBAMS:2023:2455

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
C/13/730930 / KG ZA 23-204
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van een exclusieve boekingsovereenkomst door een DJ met zijn boekingsbureau

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen A&A Music B.V. en een DJ, hierna aangeduid als [gedaagde]. A&A Music, een boekingsbureau voor muziekartiesten, vorderde dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit een exclusieve boekingsovereenkomst zou nakomen en hem verbood zelfstandig of via derden overeenkomsten te sluiten voor muziekoptredens. De achtergrond van het geschil ligt in de beëindiging van de boekingsovereenkomst door [gedaagde] per 1 februari 2023, welke beëindiging A&A Music niet accepteerde. A&A Music stelde dat [gedaagde] in gebreke was gebleven en dat de beëindiging onrechtmatig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] sinds 2010 als DJ actief is en dat hij in 2011 een exclusief boekingscontract met A&A Music heeft gesloten, dat in 2019 is verlengd tot 2029. [gedaagde] heeft echter in 2022 een voorstel gedaan om de boekingsfee te wijzigen, wat door A&A Music werd afgewezen. Na de aandelenovername van A&A Music door ID&T, heeft [gedaagde] de overeenkomst beëindigd, stellende dat er gewijzigde omstandigheden waren en dat A&A Music haar verplichtingen niet nakwam.

De voorzieningenrechter oordeelde dat A&A Music niet kan afdwingen dat [gedaagde] tegen zijn zin verder gaat met de samenwerking. De rechter concludeerde dat, zelfs als de beëindiging onrechtmatig zou zijn, A&A Music enkel recht zou hebben op schadevergoeding. De vordering van A&A Music werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/730930 / KG ZA 23-204 VV/EB
Vonnis in kort geding van 19 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
A&A MUSIC B.V.,
gevestigd te Almere,
eiseres bij dagvaarding van 27 maart 2023,
advocaten mr. S.A. Klos en mr. A. Ringnalda te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M. Bunders te Amsterdam.
Partijen zullen hierna A&A Music en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Op de zitting van 5 april 2023 heeft A&A Music de vorderingen zoals omschreven in de dagvaarding toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben stukken en een pleitnota ingediend.
Ter zitting waren aan de zijde van A&A Music aanwezig [naam 1] (directeur), [naam 2] (directeur), [naam 3] (jurist bij ID&T), mr. Klos en mr. Ringnalda. [gedaagde] was aanwezig met zijn manager [naam 4] en mr. Bunders.
Na debat is vonnis bepaald op vandaag.

2.2. De feiten

2.1.
A&A Music drijft onder de naam Most Wanted DJ Agency een boekingsbureau voor muziekartiesten die actief zijn in de hardere stijlen binnen het dance-genre. A&A Music vertegenwoordigt DJ’s bij het sluiten van overeenkomsten met organisatoren van muziekevenementen. Zij zorgt verder voor de inplanning, administratie en financiële afwikkeling van elke boeking, en coördineert de logistiek rondom optredens. Voor haar dienstverlening ontvangt A&A een vergoeding die bestaat uit een vooraf overeengekomen percentage van de gage (vergoeding) die de artiest ontvangt van de organisator. Daarnaast richt A&A Music zich via aan haar gelieerde dochterondernemingen ook op het uitbrengen van muziek onder diverse platenlabels, op de productie en verhandeling van merchandise-artikelen en op het organiseren van concerten en evenementen.
2.2.
[gedaagde] is sinds in ieder geval 2010 onder de naam [artiest] actief als professionele DJ op het gebied van hardstyle.
2.3.
Op 23 augustus 2011 hebben partijen een exclusief boekingscontract gesloten. In die overeenkomst heeft [gedaagde] A&A Music het exclusieve recht gegeven om hem te vertegenwoordigen bij het sluiten van overeenkomsten voor optredens, waardoor het hem niet langer vrij staat zelf contracten voor optredens af te sluiten of zich door een ander dan A&A Music te laten vertegenwoordigen. Het boekingscontract bevat onder meer de volgende bepalingen:
“(…)
1.1
Deze overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van vijf (5) jaar, te rekenen vanaf 1 juli 2011 en derhalve eindigend op 1 juli 2016.
1.2
Bij het verstrijken van de onder 1.1. overeengekomen duur van de overeenkomst, zal de overeenkomst van rechtswege en onder gelijke voorwaarden voor eenzelfde duur worden voortgezet, tenzij de overeenkomst uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de duur door één der partijen middels een aangetekend schrijven is opgezegd tegen het einde van de kalendermaand. Gedurende de eerste periode van drie (3) jaar zijn partijen niet gerechtigd deze overeenkomst tussentijds op te zeggen.
(…)
8.2.
in afwijking van het in artikel 1 van deze overeenkomst bepaalde doch onverminderd het gestelde onder 8.4, kan elke partij bij deze overeenkomst zonder inachtneming van enige termijn en zonder rechterlijke tussenkomst bij aangetekend schrijven aan haar wederpartij deze overeenkomst met onmiddellijke ingang en zonder terzake tot vergoeding van enige schade gehouden zijn te beëindigen, indien:
(a) de wederpartij ondanks een schriftelijke ingebrekestelling in gebreke blijft haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst na te komen binnen een termijn van dertig (30) dagen na verzending van de ingebrekestelling;
(…)
8.4.
Indien en voor zover de Artiest als A&A Music in de nakoming van deze overeenkomst tekortschiet en/of de Artiest de onderhavige overeenkomst op onrechtmatige wijze beëindigt, zal de Artiest schadevergoeding verschuldigd zijn.
8.5.
De Artiest blijft voor de nakoming van de door A&A Music gesloten Boekingsovereenkomsten aansprakelijk ten opzichte van A&A Music voor alle eventuele schade die zij lijdt.
2.4.
[gedaagde] is uitgegroeid tot een van de meest geboekte artiesten die door A&A Music wordt vertegenwoordigd.
2.5.
Partijen hebben het exclusief boekingscontract verlengd, laatstelijk tot 1 juli 2029, bij addendum van 26 juni 2019. In dat addendum staat onder meer de volgende bepaling:
“(…)
8. [artiest] (…) geeft te kennen gedurende de duur van het contract altijd in direct contact te willen staan met [naam 5] of [naam 1] of [naam 2] .
A&A Music BV moet garanderen dat [naam 5] of [naam 1] of [naam 2] namens A&A Music BV de zeggenschap hebben over het project/artiest [artiest] .
Mocht er een situatie ontstaan waarbij de zeggenschap wijzigt en daardoor die zeggenschap niet meer in de handen van [naam 5] of [naam 1] of [naam 2] ligt, dan heeft [artiest] (…) de mogelijkheid het contract, zonder enige juridische of anderszins consequenties, voortijdig te ontbinden. (…)”
2.6.
In augustus 2019 is 50% van de aandelen in A&A Music overgedragen aan ID&T, een branchegenoot.
2.7.
Vanaf september 2020 heeft [gedaagde] zich gericht op het leren produceren, componeren en arrangeren van orkestmuziek. Hij wilde hardstyle daarmee combineren. Zijn vader, met wie hij een nauwe band had en die ook nauw betrokken was bij zijn muzikale carrière en ontwikkeling, kreeg begin januari 2021 een herseninfarct en is op 25 augustus 2021 overleden aan de kanker waarmee hij ook kampte. [gedaagde] wilde, nadat de markt van het slot was gegaan na de coronapandemie, testen hoe hij zijn nieuwe show moest gaan vormgeven. Hij heeft op eigen kosten een show ontwikkeld met twintig man live orkest, drones, artwork, foto’s en video’s, die hij voor het eerst heeft uitgevoerd op 29 mei 2022, tijdens het Intents Festival. Boekingen voor deze nieuwe show zijn daarna uitgebleven.
2.8.
In oktober 2022 heeft [gedaagde] een voorstel aan A&A Music gedaan om de boekingsfee te heffen over de netto gage in plaats van de bruto gage. Het was zijn bedoeling dat op de bruto gage eerst zijn onkosten in mindering zouden worden gebracht. Als onkosten zijn in het voorstel genoemd “showcalling, hotelovernachtingen, media registratie, vliegtickets, SFX, muzikanten, tourmanagement, showdancers, MC, pyro, drones, etcetera, etcetera. Alles wat Artiest nodig heeft om de standaard van zijn shows te kunnen waarborgen, een unieke act te blijven binnen de (hard) dance scene en daardoor een verkoopbaar product te leveren aan A&A Music/MostWanted DJ.” Dit voorstel is door A&A Music verworpen.
2.9.
Bij brief van 1 februari 2023 aan A&A Music heeft [gedaagde] de exclusieve boekingsovereenkomst (en andere overeenkomsten waarvan in dit kort geding niet de nakoming wordt gevorderd) met onmiddellijke ingang beëindigd. De daarvoor aangevoerde gronden zijn dat ID&T de aandelen van A&A Music heeft gekocht, dat sprake is van gewijzigde omstandigheden, dat er een gewichtige reden is die de beëindiging rechtvaardigt en dat A&A Music zelf de overeenkomst niet nakomt.
2.10.
A&A Music heeft de beëindiging niet geaccepteerd en [gedaagde] bij brief van 21 februari 2023 gesommeerd de overeenkomst na te komen. [gedaagde] heeft laten weten geen aanleiding te zien om gehoor te geven aan die sommatie. Hij heeft op zijn website onder het kopje ‘booking’ de gegevens van A&A Music verwijderd en weigert ieder overleg met A&A Music over mogelijke boekingen. De boeking van [gedaagde] voor het komende muziekfestival Dance Valley is buiten A&A Music om gegaan. Op 8 maart 2023 heeft hij een boekingsovereenkomst gesloten met [boekingsbureau] , een concurrent van A&A Music.

3.Het geschil

3.1.
A&A Music vordert, kort gezegd, [gedaagde] te bevelen zijn verplichtingen uit de boekingsovereenkomst na te komen en hem te verbieden zelfstandig of via derden overeenkomsten met derden te sluiten voor door hem te verzorgen muziekoptredens, alles op straffe van dwangsommen en met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna ingegaan, voor zover van belang.

4.De beoordeling

4.1.
A&A Music heeft een spoedeisend belang bij de beoordeling van haar vordering, omdat [gedaagde] haar passeert bij het sluiten van overeenkomsten voor optredens.
4.2.
[gedaagde] is duidelijk teleurgesteld in [naam 2] en met name [naam 1] . Hij voelt zich door hen niet gesteund in zijn muzikale ontwikkeling. Hij gelooft in de combinatie hardstyle/orkest en wil het dancepubliek op die manier kennis laten maken met klassieke muziek. De show die hij heeft ontwikkeld, is heel belangrijk voor hem. Hij gelooft niet dat A&A Music haar best heeft gedaan om die show geboekt te krijgen. [gedaagde] wil meer dan “gewoon plaatjes draaien met zijn USB’s”, wat hij stelt van [naam 1] te horen te hebben gekregen. [naam 1] betwist dat zo te hebben gezegd. Hij heeft naar eigen zeggen bedoeld [gedaagde] te behoeden voor riskante financiële investeringen.
4.3.
Op de zitting is het gegaan over de vraag of [gedaagde] de boekingsovereenkomst met onmiddellijke ingang mocht opzeggen op grond van artikel 7:408 en 7:422 lid 2 BW, onder verwijzing naar artikel 1.2 van de boekingsovereenkomst, waarin het recht op tussentijdse beëindiging alleen voor de eerste periode van drie jaar is uitgesloten. Ook is gedebatteerd over de vraag of de overeenkomst door [gedaagde] mocht worden beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 8 van het addendum van 26 juni 2019 omdat de beslissingsmacht over het project/de artiest [artiest] niet meer bij [naam 5] , [naam 1] en [naam 2] namens A&A Music zou liggen na de aandelenovername door ID&T. Aan de orde is verder geweest of [gedaagde] de overeenkomst mag ontbinden op grond van onvoorziene omstandigheden (wijziging van zijn muzikale ambities), de ontstane vertrouwensbreuk, of omdat A&A Music haar verplichtingen uit de overeenkomst niet zou zijn nagekomen. Tot slot zijn partijen ingegaan op de vraag of [gedaagde] überhaupt tot nakoming kan worden veroordeeld, omdat het volgens hem gaat om hoogstpersoonlijke verplichtingen. Het antwoord op al deze vragen is nu echter niet doorslaggevend.
4.4.
Eigenlijk gaat het in dit kort geding alleen om de vraag of [gedaagde] tegen zijn zin kan worden gedwongen om met A&A Music verder te gaan. Dat is niet het geval. Ook als [gedaagde] de boekingsovereenkomst op onrechtmatige wijze beëindigt, kan A&A Music hem niet vasthouden. Dat zijn partijen overeengekomen in artikel 8.4 van de boekingsovereenkomst. In dat geval zou [gedaagde] hooguit een schadevergoeding aan A&A Music moeten betalen. Op de zitting heeft hij laten doorschemeren zich daarvan bewust te zijn.
4.5.
De vraag of de beëindiging van de overeenkomst onrechtmatig is, zal in een bodemprocedure moeten worden beantwoord. In kort geding is er geen ruimte voor de nodige bewijslevering. Voorshands is in ieder geval niet aannemelijk dat de bodemrechter [gedaagde] zal veroordelen om de boekingsovereenkomst met A&A Music na te komen. De vordering van A&A Music zal dan ook worden afgewezen.
4.6.
A&A Music zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 314,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal € 1.393,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt A&A Music in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.393,00
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 april 2023. [1]

Voetnoten

1.type: EB