ECLI:NL:RBAMS:2023:2431
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing in een kinderbeschermingszaak
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van een schriftelijke aanwijzing die was gegeven door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA). De moeder is belast met het ouderlijk gezag over haar minderjarige kind, dat in een pleeggezin verblijft. De schriftelijke aanwijzing, die op 15 februari 2023 door JBRA was gegeven, betrof de beperking van het contact tussen de moeder en haar kind. De moeder verzocht de kinderrechter om deze aanwijzing geheel te vervallen en een omgangsregeling vast te stellen.
Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de moeder, haar advocaat, en vertegenwoordigers van JBRA en Levvel verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de schriftelijke aanwijzing onvoldoende was onderbouwd, omdat de onderliggende stukken van Levvel, de therapeut, de school en de pleegouders ontbraken. De moeder had geen inzage in deze stukken, wat haar recht op een eerlijk proces in gevaar bracht. De kinderrechter oordeelde dat het niet duidelijk was waarom het contact volledig moest worden opgeschort en dat er mogelijk ruimte was voor een beperkte voortzetting van het contact.
De kinderrechter heeft het verzoek van de moeder tot vervallenverklaring van de schriftelijke aanwijzing toegewezen, maar het meer of anders verzochte afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de kinderrechter heeft aangegeven dat de onderliggende stukken meegenomen moeten worden in toekomstige overwegingen.