Op 12 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Litouwse verdachte op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in Litouwen, behandeld. De opgeëiste persoon was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de zitting op 29 maart 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd op basis van de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn. De verdediging voerde aan dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van de behandeling in hoger beroep in Litouwen, maar de rechtbank oordeelde dat de opgeëiste persoon zelf hoger beroep had ingesteld en op de hoogte was van de procedure. De rechtbank concludeerde dat er geen schending van de verdedigingsrechten was en dat de overlevering kon plaatsvinden.
De rechtbank heeft ook de detentieomstandigheden in Litouwen beoordeeld en vastgesteld dat er geen algemeen gevaar voor onmenselijke of vernederende behandeling bestaat. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat aan de eisen van de OLW is voldaan en er geen feiten zijn aangevoerd die een ander oordeel rechtvaardigen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.