Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Genoegzaamheid
5.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- het onderzoek is in Duitsland aangevangen en het bewijs bevindt zich daar;
- de verdovende middelen waren bestemd voor de Duitse markt;
- de medeverdachte wordt ook in Duitsland berecht;
- het Nederlandse openbaar ministerie is niet voornemens vervolging in te stellen.
8.De weigeringsgrond als bedoeld in artikel 9 OLW
hetzelfdefeit als waarvoor de overlevering wordt verzocht. Daarvan is in het onderhavige geval, zoals ook door de raadsman bevestigd, geen sprake. De in dit artikel bedoelde weigeringsgrond is dan ook niet van toepassing.
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
de voorzitster van het kantongerecht Kleve (Duitsland)voor het feit zoals dat is omschreven in onderdeel e) van het EAB.