Uitspraak
ex artikel 5.4.10 in verbinding met artikel 552a van het Wetboek van Strafvorderingvan:
1.Procesgang
2.Inhoud klaagschrift en standpunt klager
(hierna: Handvest)). Niet is gebleken dat de inperking van het eigendomsrecht van klager in overeenstemming met de wet is gebeurd. Het binnentreden en de inbeslagname bij [naam bedrijf BV] was immers gericht op medewerkers die zich met [naam cryptocurrancy] bezighielden terwijl klager zich daarmee niet bezighield. Gelet daarop is sprake van een ongerechtvaardigde beperking op voormelde grondrechten. Dat maakt het beslag van de telefoon en de daaropvolgende onderzoek aan de telefoon onrechtmatig.
naar de rechtbank begrijpt: ‘[entiteiten]). Deze informatie had niet in beslag mogen worden genomen en daarom is de inbeslagname van de telefoon met betrekking tot die informatie niet rechtmatig en derhalve ook het vervolgonderzoek, het maken van de image, niet. De op die wijze verkregen informatie met betrekking tot deze twee entiteiten dient dus te worden vernietigd en niet aan de Estse autoriteiten te worden overgedragen.
3.Standpunt van het Openbaar Ministerie
4.Het oordeel van de rechtbank
Section G: Grounds for issuing the EIOblijkt, kort gezegd, dat het EOB onder meer op een verdenking van fraude met
cryptocurrency, in het bijzonder ‘[naam cryptocurrancy]’, ziet. De verdenking bestaat dat ‘[naam cryptocurrancy]’ de prijs van de
cryptocurrency‘[naam cryptocurrancy]’ alsmede het aantal gebruikers heeft gemanipuleerd teneinde investeringen aan te trekken, alsmede [naam cryptocurrancy] als een levensvatbare cryptomunt te positioneren die onder meer als betaalmiddel kan worden gebruikt of waar winst mee kan worden gegenereerd. Bovendien is er reden om aan te nemen dat het geld dat met de verkoop van [naam cryptocurrancy] is ontvangen, via verschillende bedrijven, door middel van ogenschijnlijke transacties, wordt overgedragen aan de derde partijen die zijn gekoppeld aan onder meer [naam cryptocurrancy] en [naam bedrijf BV] of aan personen behorende tot haar directie- of eigenaren. Via een webpagina, [webpagina], die wordt beheerd door de firma [naam bedrijf BV] kunnen [naam cryptocurrancy] worden verkregen en via dit bedrijf vindt netwerkmarketing van [naam cryptocurrancy] plaats.
Section Ghet volgende opgenomen:
The purpose of the search is to find the correspondence, communications and notes of the managers, employees and associated persons of [naam bedrijf BV] dealing with [naam cryptocurrancy], to find databases relating to [naam cryptocurrancy], to find the accounting records of [naam bedrijf BV], to find documents and data of associated companies, to find and seize virtual currency accounts, keys of cryptocurrency wallets and other documents relating to economic activities.”
Director of Operationsbekleedt en hij heeft desgevraagd aangegeven dat ten tijde van het binnentreden de leiding van het bedrijf in zijn handen was.
Director of Operationsbij [naam bedrijf BV] is en zich ten tijde van de inbeslagname als leidinggevende op het kantoor van [naam bedrijf BV] bevond. Naar het oordeel van de rechtbank betreft de inbeslaggenomen telefoon bovendien bewijsmateriaal waarop het EOB betrekking heeft.
naar de rechtbank begrijpt: ‘[entiteiten]), maakt dit niet anders.
5.Beslissing
ONGEGROND.