Op 13 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1996, die gedetineerd is in Nederland. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft. De officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, heeft op 1 februari 2023 verzocht om de behandeling van het EAB, dat op 20 januari 2023 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn tijdens de zitting op 30 maart 2023 en was vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. J.H.L. Antonides.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd en heeft de garantie van de Duitse autoriteiten geaccepteerd dat de opgeëiste persoon zijn straf in Nederland kan ondergaan, mocht hij worden veroordeeld. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de overlevering kan worden toegestaan, ondanks dat het feit waarop het EAB betrekking heeft, geacht wordt geheel of gedeeltelijk op Nederlands grondgebied te zijn gepleegd.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan voor het feit dat is omschreven in het EAB, dat onder nummer 18 van bijlage 1 bij de OLW valt, te weten georganiseerde of gewapende diefstal. De uitspraak is gedaan door mr. P. van Kesteren, voorzitter, en mrs. M.C. Eggink en H.P. Kijlstra, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.