Op 13 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Bamberg in Duitsland. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in Afghanistan, die in Nederland gedetineerd is. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Afghaanse nationaliteit heeft. De behandeling van het EAB vond plaats op 30 maart 2023, waarbij de officier van justitie, mr. M. Diependaal, aanwezig was. De opgeëiste persoon heeft afstand gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn en werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. M.J. Lamers.
De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak verlengd en onderzocht of aan de voorwaarden voor overlevering was voldaan. Het EAB vermeldde dat de opgeëiste persoon zich schuldig zou hebben gemaakt aan georganiseerde of gewapende diefstal, waarvoor in Duitsland een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd. De rechtbank concludeerde dat er geen weigeringsgronden waren voor de overlevering en dat de opgeëiste persoon gelijkgesteld kon worden met een Nederlander, wat betekent dat hij zijn straf in Nederland kan ondergaan.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat aan alle wettelijke vereisten was voldaan en er geen belemmeringen waren om de overlevering te weigeren. De uitspraak werd gedaan door mr. P. van Kesteren, voorzitter, en mrs. M.C. Eggink en H.P. Kijlstra, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.