In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 maart 2023 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen Grenkefinance N.V. als eiseres en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres had op 10 januari 2023 een dagvaarding ingediend met een vordering tot ontbinding van een leaseovereenkomst en betaling van een achterstand in leasetermijnen, alsook een boete. De gedaagde is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vordering van de eiseres niet onrechtmatig of ongegrond is, en heeft de ontbinding van de leaseovereenkomst uitgesproken. De eiseres vorderde een schadevergoeding ter hoogte van de volledige leasesom die de gedaagde had moeten betalen tot het einde van de overeenkomst, vermeerderd met een boete. De rechter heeft deze vordering toegewezen, omdat de eiseres geen voordeel heeft bij de ontbinding van de overeenkomst, gezien haar bedrijfsvoering niet is ingericht op tweedehands leaseobjecten.
Echter, de vordering tot teruggave van het leaseobject is afgewezen, omdat de eiseres geen belang heeft bij deze vordering. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 6.239,95 aan hoofdsom, vermeerderd met rente en kosten, en heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.