ECLI:NL:RBAMS:2023:2205

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
C/13/713863 / FA RK 22-953
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling en gezamenlijke gezagsuitoefening in familierechtelijke procedure

Op 12 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende gezamenlijke gezagsuitoefening tussen een vader en een moeder. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Makhloufi, verzocht om uitbreiding van de zorgregeling voor hun kinderen, terwijl de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Karami, zich tegen deze uitbreiding verzette. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders een traject bij Kinderen uit de Knel hebben gevolgd, maar dat dit niet succesvol was en er nog steeds veel spanning tussen hen bestaat. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de ouders te begeleiden met de Schipmethode om hun communicatie te verbeteren.

Tijdens de mondelinge behandeling op 28 maart 2023 is gebleken dat de vader zijn kinderen vaker bij zich wil hebben, vooral tijdens Islamitische feestdagen. De moeder heeft echter aangegeven dat de vader zich niet aan de huidige omgangsafspraken houdt en dat uitbreiding van de zorgregeling niet aan de orde is. De Raad heeft geen bezwaar tegen de uitbreiding, mits de ouders in staat zijn om elkaar te vertrouwen en goed te communiceren.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de hulpverlening van Arkin niet heeft geleid tot verbetering en dat de ouders nog steeds in een conflict zijn verwikkeld. De rechtbank heeft de zorgregeling vastgesteld, waarbij de kinderen bij beide ouders tijd doorbrengen, en heeft de ouders aangespoord om hun communicatie te verbeteren in het belang van de kinderen. De kosten van de procedure zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rekestnummer: C/13/713863 / FA RK 22-953 (KM/ID)
Beschikking van 12 april 2023 betreffende geschil gezamenlijke gezagsuitoefening als bedoeld in artikel 1:253a van het Burgerlijk Wetboek
in de zaak van:
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. S. Makhloufi te Utrecht,
tegen
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de moeder,
advocaat mr. S. Karami te Amsterdam.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De inhoud van de beschikking van 18 mei 2022 en het proces-verbaal van 11 juli 2022 worden hier als herhaald en ingelast beschouwd.
1.2.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de daarna ingekomen stukken, te weten:
- een F4-formulier van 6 februari 2023 van de vader;
- een F9-formulier van 8 februari 2023 van de moeder;
- een F9-formulier van 6 maart 2023 met bijlagen van de vader;
- een F9-formulier van 6 maart 2023 van de moeder;
- een F9-formulier van 16 maart 2023 met als bijlagen nadere producties van de vader;
- een F9-formulier van 16 maart 2023 van de vader;
- een F9-formulier van 22 maart 2023 met als bijlagen nadere producties van de moeder;
- een F9-formulier van 27 maart 2023 van de vader;
- een emailbericht van 27 maart 2023 van de vader;
- een F9-formulier van 27 maart 2023 van de vader.
1.3.
Vervolgens heeft de rechtbank een zitting gepland. De mondelinge behandeling achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 maart 2023. Verschenen zijn: partijen en hun advocaten. Namens de Raad was mevrouw [naam] aanwezig.
2. De nadere standpunten
De vader
2.1.
Het traject dat de ouders hebben gevolgd bij Kinderen uit de Knel bij het Centrum voor Relationele Therapie van Arkin Jeugd & Gezin, hebben ouders niet succesvol afgerond. Er bestaat nog steeds veel spanning tussen de ouders over de zorgregeling en de communicatie is nog steeds niet goed. Het verzoek van de vader om uitbreiding is een reëel verzoek en dient dan ook te worden toegewezen. Ouders zijn gebaat bij een duidelijke zorgregeling die door de rechtbank in een beschikking wordt vastgelegd. Ten aanzien van de feestdagen heeft de vader benadrukt dat voor hem de Islamitische feestdagen het belangrijkst zijn. Daarbij wil hij graag dat de kinderen de avond vooraf de Islamitische feestdagen bij hem zijn.
De moeder
2.2.
De vader houdt zich nu al niet aan de omgangsafspraken, dus wat de moeder betreft is uitbreiding van de zorgregeling niet aan de orde. De moeder heeft meegewerkt aan de hulpverlening, maar heeft dit de ouders niet geholpen. Nu de kinderen ook geen uitbreiding van de zorgregeling willen, dient het verzoek van de vader te worden afgewezen.
De raad
2.3.
De Raad ziet in beginsel geen bezwaar tegen toewijzing van het verzoek van de vader. Van belang is wel, bij welke zorgregeling er ook komt, dat ouders in staat zijn om elkaar te vertrouwen en onderling voldoende te communiceren, zodat de kinderen onbelast contact met beide ouders hebben. De hulpverlening bij Arkin heeft de ouders niet verder geholpen. De Raad heeft de ouders daarom geadviseerd om zich te melden bij een organisatie die werkt met de zogenaamde Schipmethode. De Raad heeft verder benadrukt dat de ouders nu hun verantwoordelijkheid moeten nemen en moeten stoppen met hun onderlinge strijd in het belang van de kinderen.

3.De verdere beoordeling

3.1.
De rechtbank moet helaas constateren dat de hulpverlening van Arkin ouders niet verder heeft gebracht en dat de ouders het afgelopen jaar in feite niets zijn opgeschoten. Dat is spijtig, met name voor hun kinderen. Uit het verslag van Arkin blijkt dat gedurende het programma zichtbaar veel spanning was tussen de ouders en dat hun onderlinge strijd ook gedurende een bijeenkomst zich verhard. Dat is gedurende het traject bij Arkin niet minder geworden. Arkin heeft geadviseerd geen gezamenlijke therapie trajecten meer in te zetten en duidelijke afspraken te maken passend bij parallel ouderschap met daarbij toezicht door een regiehoudende instantie. De door de Raad geadviseerde Schipmethode kan ouders hierbij helpen. Tijdens de mondelinge behandeling hebben de ouders aangegeven bereid te zijn hieraan mee te werken. De rechtbank adviseert de ouders dan ook met klem zich te wenden tot een organisatie die hen met de Schipmethode verder kan begeleiden. De ouders zitten nog steeds volop in de strijd, waardoor tussen hen geen normale communicatie mogelijk is. Dat is niet in het belang van hun kinderen. Ouders zijn het aan hun kinderen verplicht om te werken aan het verbeteren van hun communicatie. De kinderen zijn nog jong, dus de ouders zullen uiteindelijk een manier moeten vinden om de zorg over hun kinderen te delen en met elkaar hierover afspraken te maken, zonder (gerechtelijke) procedures te voeren.
3.2.
De rechtbank ziet op zichzelf geen contra-indicatie voor een uitbreiding van de zorgregeling. De uitbreiding zoals door de vader verzocht acht de rechtbank op dit moment niet passend. De rechtbank begrijpt de wens van de vader om zijn kinderen vaker bij zich te hebben, maar de huidige zorgregeling verloopt verre van soepel. De uitbreiding die de vader heeft verzocht is dan ook nu niet aan de orde. Daarnaast hebben de kinderen aangegeven dat ze behoefte hebben aan een vrijere invulling van hun weekenden. Hoewel de wens van de kinderen niet leidend is, neemt de rechtbank dat wel mee in haar overweging. Ten aanzien van de vakanties en (Islamitische) feestdagen, constateert de rechtbank dat de ouders over en weer diverse voorstellen hebben gedaan, maar daar niet uitkomen. De rechtbank zal waar de ouders het onderling eens waren, die regeling vastleggen. Voor de overige vakanties en (Islamitische) feestdagen is de rechtbank van oordeel dat geen aanleiding bestaat om die niet bij helfte te verdelen. De rechtbank acht het verder in het belang van de kinderen dat zij bij zowel de vader als bij de moeder de volle (Islamitische) feestdagen vieren en niet halverwege de dag naar de andere ouder moeten gaan. De wens van de vader om deze feestdagen om het jaar ten volle met zijn kinderen te vieren, is niet onredelijk. Al met al acht de rechtbank de hiernavolgende zorgregeling in het belang van de kinderen:
- de vader haalt de kinderen op maandag en donderdag uit school en brengt hen na hun
naschoolse activiteit (zoals sport) terug;
- de vader ziet de kinderen om de week op zaterdag en zondag;
- de vader haalt de kinderen elke laatste vrijdag van de maand van school / hun naschoolse
activiteit op en brengt hen zondagavond 19.00 uur terug.
Vakantie- en (Islamitische) feestdagen:
oneven jaren
-voorjaarsvakantie (
conform voorstel moeder, waar de vader het mee eens is): de eerste helft (vanuit school op vrijdag) tot woensdag 18.00 uur bij de moeder, de tweede helft van woensdag 18.00 uur tot en met zondag 18.00 uur bij de vader;
-Hemelvaartsdag (
conform voorstel moeder, waar de vader het mee eens is) bij de moeder;
-Pinksteren (
conform voorstel moeder, waar de vader het mee eens is) bij de vader (vanuit school op vrijdag) tot en met 2e Pinksterdag te 18.00 uur
;
- eerste week van de meivakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur bij de
moeder; de tweede week van de meivakantie van zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur bij
de vader;
- de eerste drie weken van de zomervakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur
bij de moeder; de tweede drie weken van de zomervakantie van zaterdag 19.00 uur tot
zondagavond 19.00 uur bij de vader;
- herfstvakantie bij de moeder
- eerste week van de kerstvakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur bij de
moeder; de tweede week van de kerstvakantie van zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur bij
de vader;
- gehele Suikerfeest vanaf de avond daarvoor 19.00 uur bij de moeder;
- gehele Offerfeest vanaf de avond daarvoor 19.00 uur bij de vader.
even jaren (omgekeerd)
-voorjaarsvakantie: de eerste helft (vanuit school op vrijdag) tot woensdag 18.00 uur bij de
vader, de tweede helft vanaf woensdag 18.00 uur tot en met zondag 18.00 uur bij de moeder;
-Hemelvaartsdag bij de vader;
-Pinksteren bij de moeder (vanuit school op vrijdag) tot en met 2e Pinksterdag 18.00 uur;
- eerste week van de meivakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur bij de vader;
de tweede week van de meivakantie van zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur bij de
moeder;
- de eerste drie weken van de zomervakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur
bij de vader; de tweede drie weken van de zomervakantie van zaterdag 19.00 uur tot
zondagavond 19.00 uur bij de moeder;
- herfstvakantie bij de vader;
- eerste week van de kerstvakantie (vanuit school op vrijdag) tot zaterdag 19.00 uur bij de
vader; de tweede week van de kerstvakantie van zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur bij
de moeder;
- gehele Suikerfeest vanaf de avond daarvoor 19.00 uur bij de vader;
- gehele Offerfeest vanaf de avond daarvoor 19.00 uur bij de moeder.
3.3.
Ouders hebben beiden verzocht de andere ouder te veroordelen in de kosten van deze procedure. De rechtbank oordeelt als volgt. In zaken als deze wordt in het algemeen besloten tot compensatie van kosten. Dit betekent dat iedere partij de eigen kosten dient te dragen. De redelijkheid en billijkheid brengen mee dat niet te snel tot een kostenveroordeling ten laste van een der partijen wordt overgegaan. Een zakelijk 'gelijk' van de een op een of meer onderdelen van de rechtsstrijd tussen partijen betekent immers niet zonder meer dat de ander de zaak zonder behoorlijke gronden aanhangig heeft gemaakt of verweer heeft gevoerd tegen de verzoeken van de ander. Die gronden kunnen deels gelegen zijn in de emotionele geladenheid van de problematiek. Juist in het familierecht spelen vaak andere argumenten een rol dan alleen juridische argumentatie en er moeten geen te hoge drempels worden opgeworpen voor de toegang tot de rechter. De noodzakelijke terughoudendheid van de rechter wordt ook ingegeven door de overweging dat partijen in vele gevallen nog met elkaar verder moeten, al was het maar omdat zij samen kinderen hebben. Een kostenveroordeling ten laste
van de een ten gunste van de ander kan de verdere relatie belasten. De rechtbank zal gezien het
voorgaande dan ook over gaan tot het compenseren van de proceskosten.
3.4.
Dit leidt tot na te melden beslissing.

4.De beslissing

De rechtbank:
- bepaalt de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders aldus dat met ingang van
heden deze is zoals is opgenomen onder overweging 3.2.;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de kosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. A.K. Mireku, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. I.P.M. Dijkstra-Bakker, griffier, op 12 april 2023. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).