Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
1.De verdere procedure
- de echtscheiding tussen partijen uitgesproken;
- bepaald dat de man de vrouw ten behoeve van de minderjarige [minderjarige] een kinderbijdrage dient te betalen van € 25,- per maand;
- bepaald dat het huurrecht van de echtelijke woning aan de man toekomt;
- het verzoek van de man tot vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij hem afgewezen;
- de beslissing ten aanzien van het verzoek eenhoofdig gezag van de vrouw en de zorgregeling pro forma aangehouden tot 6 december 2022, in afwachting van het gesprek tussen de ouders en het jeugdteam op 22 november 2022 en het traject in de voorlopige voorzieningenprocedure. Partijen dienden de rechtbank te informeren over het verloop van het gesprek op 22 november 2022 en zich uit te laten over het door hen gewenste vervolg van de procedure.
- een brief van de zijde van de man van 6 december 2022;
- een F-9 formulier van de vrouw van 6 december 2022, voorzien van bijlagen;
- een e-mail van de advocaat van de man van 13 januari 2023;
- een F-9 formulier van de vrouw van 13 januari 2023, voorzien van e-mail- correspondentie met de Blijfgroep en jeugdteam Zaanstad;
- een F-9 formulier van de vrouw van 26 januari 2023, met een aanvullend verzoek;
- een F-9 formulier van de vrouw van 7 maart 2023, voorzien van bijlagen.
2.De verdere beoordeling
- het primaire verzoek van de vrouw om haar met het eenhoofdig gezag over de minderjarige te belasten en haar (aanvullend) subsidiaire verzoek tot het vaststellen van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij haar en
- het verzoek van de man een zorgregeling tussen hem en de minderjarige vast te stellen, onder verbeurte van een dwangsom.
- dat de vrouw blijkens het proces-verbaal van aangifte van 3 september 2021, aangifte heeft gedaan van mishandeling tegen de man;
- dat de man naar aanleiding hiervan in het kader van de Wet Tijdelijk Huisverbod bij beschikking van de burgemeester op 3 september 2021 een huisverbod voor de duur van tien dagen is opgelegd;
- dat het huisverbod bij beschikking van de burgemeester van 10 september 2021 voor de duur van achttien dagen is verlengd;
- dat in de beschikking waarin het huisverbod is verlengd staat: “
- dat de vrouw in het proces-verbaal van aangifte van 16 augustus 2022 gedetailleerd heeft verklaard over het incident dat op 30 juli 2022 tijdens de overdracht van de minderjarige heeft plaatsgevonden. De overdracht is toen in bijzijn van [minderjarige] en [naam 2] zodanig geëscaleerd dat omstanders hebben ingegrepen. De vrouw heeft verklaard dat zij ten gevolge van een duw van de man blauwe plekken op haar arm heeft opgelopen;
- dat de vrouw foto’s van letsel aan haar arm heeft overgelegd;
- dat uit een email van de Blijfgroep van 9 augustus 2022 blijkt dat de vrouw de Blijfgroep in kennis heeft gesteld van het incident van 30 juli 2022;
- dat in de e-mail van [naam 3] van 13 augustus 2022 staat dat de vrouw op de bewuste zaterdagochtend helemaal overstuur bij haar kwam, na een ruzie met haar ex;
- dat in het gezinsplan staat dat bij [naam 2] gedrag wordt gezien dat waarschijnlijk het gevolg is van eerder huiselijk geweld. Hij is druk, vraagt veel aandacht en kan leeftijdsgenootjes slaan of duwen (p. 9).
3.De beslissing
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2020,