Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. C.P. Staal en van wat verdachte en zijn raadsman mr. A.J. Admiraal en de advocaat
mr. M. Rasterhoff namens de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] ,
[benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] naar voren hebben gebracht.
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 5] die zich in het dossier bevinden.
2.Tenlastelegging
primairmedeplegen van een poging tot moord/doodslag van medewerkers van de Mobiele en/of Technische Eenheid, politieagenten, stewards en beveiligers;
3.Waardering van het bewijs
De kans op gehoorbeschadiging is groot.
Het gehoorverlies is evenwel niet zodanig dat het valt buiten hetgeen voor de leeftijd van de betrokkenen als normaal geldt. Over het onderzoek naar Tinnitus volgt uit het rapport dat de patiënt de enige is die de Tinnitus waarneemt en dat er geen referentiekader is. Dit impliceert dat alle pogingen om de ernst van de Tinnitus te bepalen uitsluitend zijn gebaseerd op de mededelingen van de patiënt. Dat maakt dat de meetresultaten van dergelijk onderzoek met enige voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Dit gegeven wordt in het rapport onderkend. Volgens de deskundige is niettemin een goede indruk te geven over de ernst van de Tinnitus. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een onderzoeksmethode bestaande uit een gestructureerde vragenlijst over de impact van de klachten. Aan de hand van een puntenstelsel kan de ernst van de Tinnitus worden bepaald. De rechtbank overweegt dat daarmee in het onderzoek voldoende waarborgen zijn ingebouwd en dat de meetresultaten niet louter subjectief zijn.
Buiten worden blauwe doppen gevonden die horen bij de cobra’s. De aangevers omschrijven vervolgens het moment dat de ‘shell/mortierbom’ naar binnen in de ruime achter de nooduitgang bij de ingang Zuid H werd gegooid. In het bijzonder wordt omschreven dat er sprake is van een eerste knal die gevolgd wordt door een tweede veel grotere knal. Dit verloop komt overeen met de camerabeelden, waarop een eerste explosie en daarna een tweede grotere explosie te zien is. Verder is op de camerabeelden geen andere explosie te zien die binnen heeft plaatsgevonden. De aangevers omschrijven dat na de explosie van
deze ‘shell/mortierbom’ verschil in het gehoor waarneembaar werd. De rechtbank vindt dat hieruit in voldoende mate kan worden vastgesteld dat de Tinnitus die bij de aangevers is ontstaan, verband houdt met het afgaan van de ‘shell/mortierbom’ die door verdachte naar binnen is gegooid.
kunnenoptreden bij de personen die zich op dat moment in die ruimte bevonden. Deze situatie is ten laste gelegd als een poging tot zware mishandeling (feit 1 subsidiair, tweede cumulatief/alternatief).Voor een poging tot zware mishandeling is vereist het opzet om een ander zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.
De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Onder ‘de naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans’ dient te worden verstaan de in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.
4.Bewezenverklaring
5.Strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde is de rechtbank van oordeel dat de opgelegde straf direct moet worden uitgezeten. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte geen vaste baan of eigen woning heeft. De nadelige gevolgen die het uitzitten van een gevangenisstraf mogelijk heeft, blijven daarmee beperkt.
De rechtbank zal het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis dan ook opheffen.
8.Vorderingen benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]toe tot een bedrag van € 6.750,- (zegge: zesduizend zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]toe tot een bedrag van € 4.250,- (zegge: vierduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]toe tot een bedrag van € 9.250,- (zegge: negenduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]toe tot een bedrag van € 6.750,- (zegge: zesduizend zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]toe tot een bedrag van € 9.250,- (zegge: negenduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.
vordering van de benadeelde partij Stadion Amsterdam C.V., vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] , toe tot een bedrag van € 1.163,07 (zegge: elfhonderd drieënzestig euro en zeven eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
nihil.