ECLI:NL:RBAMS:2023:2189

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
12 april 2023
Zaaknummer
13/096487-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor zware mishandeling en openlijk geweld tijdens een voetbalwedstrijd

Op 12 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een 24-jarige man veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor zijn rol in gewelddadige ongeregeldheden voorafgaand aan de Champions League-wedstrijd tussen Ajax en Benfica op 15 maart 2022. De verdachte gooide een explosief, een 'shell/mortierbom', naar binnen in een ruimte waar leden van de Mobiele Eenheid (ME), beveiligers en stewards zich bevonden. Dit leidde tot blijvend letsel bij vijf ME'ers, die tinnitus opliepen door de explosie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling, poging tot zware mishandeling en openlijk geweld. De verdachte had eerder verklaard dat hij de explosief had gegooid om de ME te laten schrikken en de deur te forceren voor andere supporters zonder toegangsbewijs. De rechtbank vond dat de verdachte met zijn handelen een ernstige inbreuk had gemaakt op de persoonlijke integriteit van de slachtoffers en dat zijn gedrag bijdroeg aan een gevoel van onveiligheid tijdens het evenement. De rechtbank sprak de verdachte vrij van poging tot moord of doodslag, maar achtte de overige feiten bewezen. De straf werd gemotiveerd door de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de grote groep aanwezigen en de chaotische situatie die was ontstaan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.096487.22
[verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/096487-22
Datum uitspraak: 12 april 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting van 29 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Staal en van wat verdachte en zijn raadsman mr. A.J. Admiraal en de advocaat
mr. M. Rasterhoff namens de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] ,
[benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 5] naar voren hebben gebracht.
Tot slot heeft de rechtbank kennisgenomen van de spreekrechtverklaringen die door [benadeelde partij 3] en namens [benadeelde partij 4] zijn uitgeoefend en de spreekrechtverklaringen van
[benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] en [benadeelde partij 5] die zich in het dossier bevinden.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is na twee wijzigingen tenlastelegging – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 15 maart 2022 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
1.
primairmedeplegen van een poging tot moord/doodslag van medewerkers van de Mobiele en/of Technische Eenheid, politieagenten, stewards en beveiligers;
subsidiairmedeplegen van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, te weten Tinnitus graad 3 respectievelijk 4 en/of blijvend gehoorverlies, aan medewerkers van de Mobiele en/of Technische Eenheid;
en/of
medeplegen van poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan medewerkers van de Mobiele en/of Technische Eenheid, politieagenten, stewards en beveiligers;
2. medeplegen opzettelijk een ontploffing teweeg brengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en zwaar lichamelijk letsel voor de zich daar bevindende personen te duchten was;
3. het plegen van openlijk geweld tegen een deur van de Johan Cruijff ArenA en tegen de genoemde personen.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Feiten en omstandigheden
De rechtbank leidt uit het dossier en het onderzoek op zitting de volgende feiten en omstandigheden af.
Op 15 maart 2022 vond de Champions League voetbalwedstrijd tussen Ajax en Benfica plaats in de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam. Voorafgaand aan de wedstrijd werd er buiten het stadion door Ajax-supporters een grootschalige ‘sfeeractie’ gehouden, een zogenaamde ‘Entrada’, waarbij men zich met gezang, getrommel, zwaar knalvuurwerk en fakkels opmaakte voor de wedstrijd. De Entrada’ eindigde op het Zuidplein van de Johan Cruijffboulevard voor de ingang Zuid H van het stadion.
Wat er daarna gebeurde is door een aantal leden van de Mobiele Eenheid (hierna: de ME) beschreven in hun processen verbaal van bevindingen en aangiften en is ook duidelijk te zien op de camerabeelden die onderdeel uitmaken van het dossier.
Op de bewuste dag rond 19.30 uur verzamelde een grote menigte zich voor de westelijke nooduitgang van de ingang Zuid H. Er was sprake van een agressieve sfeer en mensen waren elkaar aan het ophitsen door opzwepend gezang en getrommel. Er werden dingen geroepen als "Kankerlijers, vieze linkse rakkers, ACAB, linkse kankerlijers, [naam] , gaan jullie straks [naam] weer neuken."
De groep personen, waarvan een groot deel gezichtsbedekkende kleding droeg, bestormde op een gegeven moment de deur van die nooduitgang en probeerde deze te forceren door daarop te slaan en te trappen. Leden van de ME en meerdere stewards en beveiligers bevonden in het stadion in de ruimte achter de genoemde deur. Door het daarop uitgeoefende geweld brak het glas van de deur en lieten de stalen kozijnen los. Met de stalen glaslatten werd door de deur naar binnen gestoken en deze werden vervolgens door de deur naar binnen gegooid. Eén glaslat ketste af op het omhooggehouden schild van een ME’er. Naast de glaslatten en de kapot geslagen ruit werden ook volle bierblikjes, flesjes en brandende fakkels door de opening van de vernielde deur naar binnen gegooid. De fakkels veroorzaakten een enorme rookontwikkeling in de ruimte en door één van de fakkels zorgde vatte een tapijt vlam. Ook werd zwaar vuurwerk in de richting van de aanwezige ME-ers, stewards en beveiligers gegooid, die in de afgesloten ruimte achter de deur tot ontploffing kwam. Ook is er een zogenaamde ‘shell/mortierbom’ door de opening in de deur naar binnen gegooid en veroorzaakte een tweetal ontploffingen in de meergenoemde ruimte.
Ook nadat door de ME traangas was ingezet en naar buiten trad bleef de groep personen buiten het stadion agressief in woord en gebaar. Men bleef de confrontatie met de ME opzoeken en er werd met verschillende voorwerpen in hun richting gegooid: een fiets, een reclamebord, blikjes en flesjes. Ook werd voortdurend met zwaar vuurwerk en brandende fakkels gegooid.
Door een vuurwerkexpert van de politie is vastgesteld dat er met meerdere zogenaamde ‘Super Cobra 6’ is gegooid in de richting van de ME. Volgens de vuurwerkexpert brengt dergelijk vuurwerk een krachtige explosie teweeg en kan deze zware verwondingen of zelfs de dood veroorzaken als deze dicht bij het lichaam afgaat. Van een ontploffende Super Cobra 6 voelt men op een afstand van zelfs 15 meter nog de drukgolf door het lichaam.
De kans op gehoorbeschadiging is groot.
Volgens de vuurwerkexpert heeft de zogenaamde ‘shell/mortierbom’ die door de opening in de deur naar binnen werd gegooid een levensgevaarlijke situatie opgeleverd, omdat de in de ruimte achter de deur aanwezige personen de volle drukgolf krijgen die normaal op tientallen meters hoogte vrijkomt en in een afgesloten ruimte minder goed weg kan. Deze drukgolf is ook door meerdere aangevers gevoeld.
De naar binnen gegooide noodseinfakkels zorgden ervoor dat de ruimte achter de deur gevuld was met rook. Noodseinmiddelen zijn in het algemeen nagenoeg niet te blussen omdat deze bedoeld zijn om ook in water nog een signaal te geven en minimaal 55 seconden te branden.
De gebeurtenissen hebben grote indruk gemaakt op de leden van de ME die ter plaatse waren. Zij beschrijven ieder afzonderlijk in hun aangifte dat zij enorm angstige momenten hebben beleefd en zelfs voor hun leven hebben gevreesd. Zij hebben meerdere keren dekking moeten zoeken om letsel te voorkomen. Meerdere aangevers hebben beschreven dat zij zich zo in het nauw gedreven hadden gevoeld dat zij op het punt hebben gestaan om hun vuurwapen te trekken als uiterste noodmaatregel. Dat er sprake was van een chaotische noodsituatie blijkt ook wel uit het feit dat de ME geen tijd had om gasmaskers te plaatsen voordat het traangas werd ingezet. Een aantal van de aangevers heeft beschreven dat er bij hen mogelijk sprake is van blijvende gehoorschade.
Het letsel van die aangevers is later onderzocht en hierover is ruim een jaar na het ten laste gelegde gerapporteerd. Uit het rapport volgt dat bij enkele aangevers Tinnitus is geconstateerd. Dit is een verschijnsel waarbij geluiden worden waargenomen zonder dat daarvoor een externe geluidsbron bestaat. De mate waarin Tinnitus bij deze aangevers is vastgesteld varieert van graad 3 (middelmatig) tot graad 4 (ernstig). In het rapport wordt geconcludeerd dat er geen aanwijzingen bestaan dat de Tinnitus is ontstaan op een ander moment dan het tijdstip van het ten laste gelegde.
Verdachte heeft toegegeven dat hij onderdeel uitmaakte van de groep supporters (Ultra’s) die voor de ongeregeldheden zorgde bij ingang Zuid H. Hij is degene geweest die de ‘shell/mortierbom’ door de opening in de deur naar binnen heeft gegooid. Dit deed hij om de ME die binnen stond te laten schrikken en de deur open te krijgen, zodat anderen zonder kaartje naar binnen konden om de wedstrijd bij te wonen.
3.2
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken van poging tot moord en doodslag (feit 1 primair). De overige ten laste gelegde feiten kunnen worden bewezen.
3.3
Standpunt van de verdediging
De raadsman stelt zich op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken van poging tot moord en doodslag (feit 1 primair), omdat er geen aanmerkelijke kans bestond op het intreden van dodelijk letsel. In ieder geval is die kans door verdachte niet aanvaard.
Vervolgens is aangevoerd dat het gehoorverlies dat bij aangevers is ontstaan geen zwaar lichamelijk letsel oplevert, omdat bij hen al sprake was van gering gehoorverlies. Dat de aangevers tinnitus hebben kan slechts worden vastgesteld op grond van de verklaringen van aangevers zelf. Tinnitus is niet objectief meetbaar en de diagnose en de mate van ernst heeft plaatsgevonden aan de hand van door de aangevers zelf ingevulde vragenlijsten. Dit levert evenmin zwaar lichamelijk letsel op. Bovendien kan van zowel de gehoorschade als de tinnitus niet worden vastgesteld dat dit is ontstaan als gevolg van het handelen van verdachte. Het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel (feit 1 subsidiair, eerste alternatief) kan daarom niet worden bewezen. Verdachte heeft verklaard dat hij alleen de intentie had de aanwezigen te laten schrikken. De aanmerkelijke kans dat hij anderen door zijn handelen (het onderhands naar binnen werpen van de shell in de ruimte) enig letsel, laat staan zwaar lichamelijk letsel, zou toebrengen heeft hij niet bewust aanvaard. Daarom moet ook vrijspraak volgen van poging tot zware mishandeling (feit 1 subsidiair, tweede alternatief).
Verdachte moet worden vrijgesproken van het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing (feit 2). Subsidiair is aangevoerd dat vrijspraak moet volgen van het onderdeel levensgevaar, nu daar blijkens het rapport van het NFI geen sprake van is geweest.
Ten aanzien van de openlijke geweldpleging (feit 3) refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank.
3.4
Oordeel van de rechtbank
3.4.1
Feit 1
Vrijspraak primair ten laste gelegde poging moord of doodslag
Verdachte heeft verklaard dat hij een ‘shell/mortierbom’ door de opening in de deur van ingang Zuid H naar binnen heeft gegooid. Uit het explosievenonderzoek van het NFI volgt dat er, gezien de afstand tussen de exploderende shell en de aangevers, geen gevaar was voor dodelijk letsel voor de aanwezige personen, maar dat voor hen wel een gevaar bestond voor ernstig lichamelijk letsel. De rechtbank vindt, met de officier van justitie en de raadsman, dat op basis van het dossier niet kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een poging tot moord of doodslag (feit 1 primair). Van dit feit wordt hij vrijgesproken.
Subsidiair ten laste gelegde toebrengen zwaar lichamelijk letsel
Niet ter discussie staat dat bij aangevers [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 4] letsel is ontstaan. Aangevers zijn onderzocht door professor doctor K. Graamans, deskundige op het vakgebied van de keel-, neus- en oorheelkunde (KNO). Hij heeft duizenden patiënten met Tinnitus gezien en onderzocht. Hij heeft wetenschappelijk onderzoek gedaan naar Tinnitus, wat een veel voorkomend begeleidend symptoom is bij allerhande oorheelkundige problematiek, en daarover gepubliceerd, gedoceerd en promovendi begeleid. Op basis daarvan kan worden vastgesteld dat professor doctor K. Graamans een deskundige is op het gebied van – kort gezegd – de KNO.
Uit het rapport dat professor dr. K. Graamans heeft opgesteld volgt dat zowel gehoorschade als Tinnitus kan worden vastgesteld bij de onderzochte aangevers.
Het gehoorverlies is evenwel niet zodanig dat het valt buiten hetgeen voor de leeftijd van de betrokkenen als normaal geldt. Over het onderzoek naar Tinnitus volgt uit het rapport dat de patiënt de enige is die de Tinnitus waarneemt en dat er geen referentiekader is. Dit impliceert dat alle pogingen om de ernst van de Tinnitus te bepalen uitsluitend zijn gebaseerd op de mededelingen van de patiënt. Dat maakt dat de meetresultaten van dergelijk onderzoek met enige voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd. Dit gegeven wordt in het rapport onderkend. Volgens de deskundige is niettemin een goede indruk te geven over de ernst van de Tinnitus. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een onderzoeksmethode bestaande uit een gestructureerde vragenlijst over de impact van de klachten. Aan de hand van een puntenstelsel kan de ernst van de Tinnitus worden bepaald. De rechtbank overweegt dat daarmee in het onderzoek voldoende waarborgen zijn ingebouwd en dat de meetresultaten niet louter subjectief zijn.
Tinnitus heeft naar algemene ervaringsregels een invaliderende, beperkende en storende invloed op het gehoor, wat zijn weerslag heeft op het (beroepsmatig) functioneren en op het algehele welbevinden. Gelet hierop en op het feit dat de Tinnitus graad 3 respectievelijk 4 op een schaal van 5 bijna een jaar na het ten laste gelegde in onveranderde mate aanwezig is gebleven alsmede de verwachting van de deskundige dat de aandoening waarschijnlijk permanent zal zijn, is sprake van zwaar lichamelijk letsel bij alle onderzochte aangevers.
Vervolgens is de vraag of de Tinnitus is ontstaan als gevolg van het handelen van verdachte.
Een aantal aangevers heeft – kort na het ten laste gelegde – verklaard dat naar aanleiding van de ontploffing van de shell/mortierbom vrijwel onmiddellijk gehoorverlies is ingetreden. Dit zijn de aangevers die zich in de Johan Cruijff Arena bevonden op het moment dat door verdachte de ‘shell/mortierbom’ naar binnen is gegooid. In de aangiftes verklaren de aangevers over het geheel van handelen dat die avond plaatsvond. In de aangiftes wordt omschreven dat te horen was dat buiten het stadion vuurwerk werd afgestoken.
Buiten worden blauwe doppen gevonden die horen bij de cobra’s. De aangevers omschrijven vervolgens het moment dat de ‘shell/mortierbom’ naar binnen in de ruime achter de nooduitgang bij de ingang Zuid H werd gegooid. In het bijzonder wordt omschreven dat er sprake is van een eerste knal die gevolgd wordt door een tweede veel grotere knal. Dit verloop komt overeen met de camerabeelden, waarop een eerste explosie en daarna een tweede grotere explosie te zien is. Verder is op de camerabeelden geen andere explosie te zien die binnen heeft plaatsgevonden. De aangevers omschrijven dat na de explosie van
deze ‘shell/mortierbom’ verschil in het gehoor waarneembaar werd. De rechtbank vindt dat hieruit in voldoende mate kan worden vastgesteld dat de Tinnitus die bij de aangevers is ontstaan, verband houdt met het afgaan van de ‘shell/mortierbom’ die door verdachte naar binnen is gegooid.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de zware mishandeling van de aangevers [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 2] (feit 1 subsidiair, eerste cumulatief/alternatief ten laste gelegde).
Naast bovengenoemd letsel dat daadwerkelijk is ingetreden is – met het gooien van de ‘shell/mortierbom’ in de achter de nooduitgang en bij de ingang Zuid H – ook een situatie ontstaan waarbij ander zwaar lichamelijk letsel had
kunnenoptreden bij de personen die zich op dat moment in die ruimte bevonden. Deze situatie is ten laste gelegd als een poging tot zware mishandeling (feit 1 subsidiair, tweede cumulatief/alternatief).Voor een poging tot zware mishandeling is vereist het opzet om een ander zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg is aanwezig indien de verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dat gevolg zal intreden.
De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Het moet gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Onder ‘de naar algemene ervaringsregels aanmerkelijke kans’ dient te worden verstaan de in de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid.
Verdachte was één van de personen die onderdeel uitmaakte van de groep personen die bij de deur stond. Dit volgt ook uit de beelden die op de zitting zijn vertoond. Verdachte heeft bekend dat hij vuurwerk had gegooid. Het vuurwerk had hij ongeveer een uur voor het incident van iemand gekregen bij het supportershome. Op zitting heeft hij voor het eerst verklaard dat hij dacht dat dit een rookbom was en heeft hij een omschrijving gegeven van het voorwerp dat hij in zijn zak had en dat hij uiteindelijk in de ingang Zuid H heeft gegooid. De rechtbank merkt op dat deze omschrijving overeenkomt met de kenmerken van de ‘shell/mortierbom’. Voorts zijn er aanwijzingen in het dossier dat verdachte eerder in illegaal vuurwerk heeft gehandeld. De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat hij dacht dat het een rookbom was dan ook niet geloofwaardig en hecht daarom geen waarde aan de verklaring van verdachte op dit punt.
Verdachte heeft verder verklaard dat het zijn bedoeling was de personen in de ruimte te laten schrikken en de ingang vrij te maken, zodat anderen zonder kaartje de Johan Cruijff Arena binnen konden komen. Hij heeft een ‘shell/mortierbom’ – nadat deze door een ander was aangestoken – naar binnen gegooid in een afgesloten ruimte waarin mensen – ook stewards en beveiligers met onbeschermde kleding – aanwezig waren.
In het rapport van het NFI van 30 augustus 2022 wordt geconcludeerd dat ten tijde van de ontploffing van de 3 inch shell er voor de personen die zich in de ruimte bevonden een aanzienlijke kans op ernstig letsel als brandwonden in het gezicht, oogbeschadigingen en al dan niet permanente gehoorschade kon ontstaan. Door de ‘knal’ van de twee explosies kan tijdelijke tot permanente gehoorschade ontstaan. Voorts worden bij de tweede explosie hete kartonfragmenten van de ontplofte shell en brandende siereffecten verspreid in de ruimte tot voorbij de aanwezige personen. Deze kunnen bij die personen in het onbeschermde gezicht of in de nek en/of opstaande kraag terechtkomen. Hierbij ontstaat gevaar voor oogletsel en brandwonden.
De rechtbank sluit zich aan bij deze conclusie van het NFI en maakt deze tot de hare.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte met het gooien van een dergelijk explosief in een afgesloten ruimte waarin zich personen bevonden de aanmerkelijke kans in het leven heeft geroepen dat die personen die zich achter de deur bevonden zwaar lichamelijk letsel zouden oplopen. Verdachte heeft deze aanmerkelijke kans ook bewust aanvaard. Dit volgt onder meer uit zijn verklaring dat het de bedoeling was de deur open te krijgen en de politie te laten schrikken. Deze gedraging van verdachte kan, mede in het licht van voornoemde feiten en omstandigheden, naar de uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer te zijn gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bij de in de tenlastelegging genoemde personen, dat het niet anders kan dan dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans op dit gevolg heeft aanvaard. Het opzet van de verdachte is dan ook in voorwaardelijke zin daarop gericht geweest. Dit geldt ook voor de aangevers ten aanzien van wie hierboven (feit 1 subsidiair, eerste alternatief) is vastgesteld dat zij zwaar lichamelijk letsel in de vorm van Tinnitus hebben opgelopen.
De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling van de in de tenlastelegging genoemde personen (1 subsidiair tweede alternatief/cumulatief ten laste gelegde).
De rechtbank spreekt verdachte vrij van de onder 1 subsidiair ten laste gelegde voorbedachte raad nu hiervoor onvoldoende bewijs in het dossier aanwezig is.
3.4.2
Feit 2
De rechtbank vindt, op grond van de wettige bewijsmiddelen (waaronder de verklaring van verdachte) bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het teweeg brengen van een ontploffing.
Verdachte heeft een ‘shell/mortierbom’ in een afgesloten ruimte gegooid waarin mensen aanwezig waren. Naar algemene ervaringsregels kan hiervan worden aangenomen dat voorzienbaar is dat daarmee gemeen gevaar voor goederen en zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten is.
3.4.3
Medeplegen feit 1 subsidiair, eerste en tweede cumulatief, en feit 2
Uit het dossier en zijn verklaring op zitting is gebleken dat verdachte één van de personen was die onderdeel uitmaakte van de groep die bij de deur stond. Verdachte heeft bekend dat hij vuurwerk had gegooid. Het vuurwerk had hij ongeveer een uur voor het incident van iemand gekregen bij het supportershome en was door een ander aangestoken net voordat hij het naar binnen gooide. De rechtbank oordeelt op grond van het vorenstaande dat daarmee sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking met andere personen in de groep. De rechtbank acht dan ook medeplegen voor de feiten 1 subsidiair, eerste en tweede cumulatief, en feit 2 bewezen.
3.4.4
Feit 3
De rechtbank vindt, op grond van de wettige bewijsmiddelen (waaronder de verklaring van verdachte) bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen personen en goederen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt op grond van de in bijlage II van dit vonnis opgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
ten aanzien van feit 1 subsidiair:
op 15 maart 2022 tezamen en in vereniging met anderen te Amsterdam aan [benadeelde partij 5] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 2] , allen werkzaam als manschap bij de Mobiele Eenheid en/of Technische Eenheid, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
tinnitus graad 4 bij die [benadeelde partij 5] en
tinnitus graad 4 bij die [benadeelde partij 3] en
tinnitus graad 3 bij die [benadeelde partij 1]
tinnitus graad 3 bij die [benadeelde partij 4]
tinnitus graad 3 bij die [benadeelde partij 2] , heeft toegebracht doordat hij
- met een explosief naar ingang Zuid H is gelopen en
- een explosief heeft ontstoken en
- dat ontstoken explosief, door de opening van een gebroken nooduitgang van de Johan Cruijff Arena, nabij ingang zuid H, naar binnen heeft gegooid terwijl daar zichtbaar meerdere personen aanwezig waren;
en
op 15 maart 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 7] en [benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 9] en [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 2] , allen werkzaam als manschap bij de Mobiele Eenheid en/of Technische Eenheid, en politieambtenaren en stewards en beveiligers, opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- met een explosief, naar de ingang Zuid H is gelopen en
- een explosief, heeft ontstoken en
- dat ontstoken explosief, door de opening van een gebroken nooduitgang van de Johan Cruijff Arena, nabij ingang zuid H, naar binnen heeft gegooid terwijl daar zichtbaar meerdere personen aanwezig waren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ten aanzien van feit 2:
op 15 maart 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een ontstoken explosief door een opening van de gebroken nooduitgang van de Johan Cruijff Arena, nabij ingang Zuid H, naar binnen te gooien terwijl daar zichtbaar meerdere personen aanwezig waren), terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten voor de Johan Cruijff Arena en de zich in dat gebouw bevindende goederen en voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen, te weten voor de zich in de Johan Cruijff Arena bevindende personen, te duchten was;
ten aanzien van feit 3:
op 15 maart 2022 te Amsterdam op de openbare weg, de Johan Cruijffboulevard 214, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en goederen, welk geweld bestond uit het- gooien van zwaar brandend vuurwerk tegen een nooduitgang van de Johan Cruijff Arena en
- slaan en trappen tegen een nooduitgang van de Johan Cruijff Arena en- met een metalen/ijzeren staaf tegen een nooduitgang van de Johan Cruijff Arena slaan en
- (met kracht) in de richting van [benadeelde partij 6] en [benadeelde partij 7] en [benadeelde partij 9] en [benadeelde partij 8] en [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 3] en [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 4] en [benadeelde partij 2] , allen werkzaam als manschap bij de Mobiele Eenheid en/of Technische Eenheid, en politieambtenaren en stewards en beveiligers, gooien met
- metalen en/of ijzeren staven,
- brandende fakkels,
- (zwaar) vuurwerk waaronder aangestoken mortierbom/shells en aangestoken super cobra 6 en aangestoken nitraten en
- glazen flesjes en
- (volle) blikjes met drank en
- andere (harde) voorwerpen en
- zoeken van de confrontatie met de politieagenten en vertonen van agressief gedrag en op luide (agressieve) toon roepen van de woorden: "Kankerlijers” en “Vieze linkse rakkers/kankerlijers” en “ [naam] ” en“Amsterdam Hooligans” en “ACAB”.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 subsidiair, eerste en tweede alternatief, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest. Ook wordt verzocht het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis, dat is afgegeven op 5 september 2022, op te heffen.
7.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd die gelijk is aan het voorarrest. Verzocht wordt een eventueel restant geheel voorwaardelijk op te leggen met oplegging van de geadviseerde reclasseringsvoorwaarden.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf is in overeenstemming met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan op de zitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een gevangenisstraf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte was op 15 maart 2022 onderdeel van de Entrada voor de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Benfica in de Johan Cruijff ArenA. Dit is een evenement waarbij duizenden mensen aanwezig waren. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan zware mishandeling, een poging tot zware mishandeling en het openlijk in vereniging plegen van geweld rondom deze voetbalwedstrijd. Verdachte maakte onderdeel uit van een menigte die een deur van het stadion heeft bestormd met het doel deze te forceren om de toegang te forceren voor mensen zonder een toegangsbewijs. De ME, beveiligers en stewards stonden in een kleine ruimte achter de deur. Het uitgeoefende geweld bestond onder andere uit het trappen en slaan tegen de deur en het gooien van verschillende voorwerpen richting de ME, stewards en beveiligers. Door de vernielde deur werden daarnaast brandende fakkels en zwaar vuurwerk gegooid. Verdachte heeft vervolgens een 3 inch ‘shell/mortierbom’ door de geforceerde deur naar binnen gegooid. Nadat de menigte bij de deur was verdreven met traangas, bleef de groep de confrontatie zoeken met de ME en agressief in woord en gebaar. Al met al was sprake van een chaotische en gevaarlijke situatie waarbij door de menigte buitensporig geweld is gebruikt tegen de ME en overige slachtoffers die daar aanwezig waren.
De ontploffing van de ‘shell/mortierbom’ in de ingang Zuid H heeft grote gevolgen gehad voor de personen die zich op dat moment in die ruimte bevonden. Slechts een deel van deze personen had beschermende kleding en oorbeschermers aan. Door de knal van de ‘shell/mortierbom’ is bij een aantal van de aangevers Tinnitus ontstaan. Daardoor horen zij constant een harde piep. Deze conditie is blijvend.
De gebeurtenissen hebben daarnaast grote indruk gemaakt op de leden van de ME die ter plaatse waren. Zij beschrijven ieder afzonderlijk in hun aangifte dat zij enorm angstige momenten hebben beleefd en zelfs voor hun leven hebben gevreesd. Tekenend in dat kader is ook de slachtofferverklaring die [benadeelde partij 3] heeft voorgelezen. Hij beschrijft dat hij al jaren bij de ME werkt maar nog nooit eerder een dergelijke beangstigende situatie heeft meegemaakt en dat de gebeurtenissen van 15 maart 2022 ervoor hebben gezorgd dat hij zich terug zal trekken als commandant van de Technische Eenheid van de ME.
Met zijn handelen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit en de gezondheid van de slachtoffers. De ME, beveiligers en stewards zijn door toedoen van onder andere verdachte in een zeer gevaarlijke situatie terecht gekomen, terwijl zij juist in het kader van hun taakoefening de veiligheid van anderen - waaronder ook verdachte - proberen te garanderen. Verdachte heeft ook bijgedragen aan in de samenleving heersende gevoelens van angst en onveiligheid bij - in dit geval - voetbalwedstrijden. Wat een leuke wedstrijdavond had moeten worden, is geëindigd in een avond vol agressie en geweld rondom het stadion. In dit geval zijn veel mensen getuige geweest van het geweld, omdat er veel mensen, ook kinderen, rondom het stadion aanwezig waren.
De rechtbank vindt dat slechts de oplegging van een gevangenisstraf recht doet aan de ernst van het bewezen verklaarde.
Gezien het aantal slachtoffers en potentiële slachtoffers, de enorme agressie waarmee het feit gepaard is gegaan, de uitzonderlijke situatie die daardoor heeft plaatsgevonden en het beperkte inzicht dat verdachte over zijn handelen heeft gegeven is een hoge gevangenisstraf op zijn plaats.
De persoonlijke omstandigheden van verdachte geven geen aanleiding een deel van deze gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 2 februari 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder met justitie in aanraking is geweest wegens een soortgelijk feit.
Nu sprake is van eendaadse samenloop van feit 1 subsidiair, eerste en tweede cumulatief, en feit 2 zal de rechtbank bij deze feiten de zwaarste hoofdstraf toepassen.
Op grond van al het voorgaande vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 36 maanden passend en geboden.
De voorlopige hechtenis van verdachte is met ingang van 8 september 2022 geschorst.
Gelet op de ernst van het bewezen verklaarde is de rechtbank van oordeel dat de opgelegde straf direct moet worden uitgezeten. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte geen vaste baan of eigen woning heeft. De nadelige gevolgen die het uitzitten van een gevangenisstraf mogelijk heeft, blijven daarmee beperkt.
De rechtbank zal het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis dan ook opheffen.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

8.Vorderingen benadeelde partijen

8.1
De benadeelde partij [benadeelde partij 1]
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] vordert € 6.750,- aan vergoeding voor het ontstane lichamelijke letsel. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van deze schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade tot het genoemde bedrag heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de gehele vordering zal worden toegewezen.
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover [benadeelde partij 1] voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
8.2
De benadeelde partij [benadeelde partij 2]
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] vordert € 4.250,- aan vergoeding voor het ontstane lichamelijke letsel en € 750,- aan vergoeding voor immateriële schade. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van deze schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade tot de genoemde bedragen heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering geheel zal worden toegewezen.
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover [benadeelde partij 2] voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
8.3
De benadeelde partij [benadeelde partij 3]
De benadeelde partij [benadeelde partij 3] vordert € 9.250,- aan vergoeding voor het ontstane lichamelijke letsel en € 750,- aan vergoeding voor immateriële schade. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van deze schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
Door de raadsman is aangevoerd dat de benadeelde al vóór het tenlastegelegde tinnitus had, zodat het gevorderde bedrag dient te worden gematigd. Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden. Daarbij is komen vast te staan dat de tinnitus die [benadeelde partij 3] had na het tenlastegelegde in aard is verergerd. Het verzoek van de raadsman om de vordering te matigen wordt dan ook afgewezen. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering geheel zal worden toegewezen.
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover [benadeelde partij 3] voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
8.4
De benadeelde partij [benadeelde partij 4]
De benadeelde partij [benadeelde partij 4] vordert € 6.750,- aan vergoeding voor het ontstane lichamelijke letsel en € 750,- aan vergoeding voor immateriële schade. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van deze schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden tot de genoemde bedragen. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de gehele vordering zal worden toegewezen.
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover [benadeelde partij 4] voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De benadeelde partij [benadeelde partij 5]
De benadeelde partij [benadeelde partij 5] vordert € 9.250,- aan vergoeding voor het ontstane lichamelijke letsel en € 750,- aan vergoeding voor immateriële schade. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van deze schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade tot de genoemde bedragen heeft geleden. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de gehele vordering zal worden toegewezen.
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover [benadeelde partij 5] voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
8.6
De benadeelde partij Stadion Amsterdam C.V
De benadeelde partij Stadion Amsterdam C.V, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] , vordert € 66.926,15 aan vergoeding van materiële schade aan twee deuren (oostelijke en westelijke zijdeuren van ingang Zuid H) van de Johan Cruijff ArenA. De benadeelde partij heeft gevorderd verdachte hoofdelijk te veroordelen tot het betalen van de materiële schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van het schadeveroorzakend feit.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het gevorderde bedrag dient te worden gematigd tot € 2.000,-, gelet op de afschrijvingskosten. De raadsman heeft aangevoerd dat de vordering moet worden afgewezen, nu niet kan worden vastgesteld dat de schade het rechtstreekse gevolg is geweest van het bewezen verklaarde. Subsidiair is het standpunt dat de behandeling van deze vordering een onevenredige belasting van het rechtsgeding oplevert, zodat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is de rechtbank voldoende gebleken dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden voor een bedrag van € 1.163,07. Dit is de schade aan één deur. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen. Niet bewezen is geacht dat verdachte ook verantwoordelijk is voor de vernieling van de tweede deur (oostelijke zijingang).
De schadevergoeding zal worden vermeerderd met de wettelijke rente vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover Stadion Amsterdam C.V. voor dat hele bedrag aansprakelijk is.
De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. Het resterende deel van de vordering kan bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
8.7
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal ten behoeve van alle hiervoor onder 8.1 tot en met 8.6 genoemde benadeelde partijen de schadevergoedingsmaatregel opleggen omdat verdachte jegens hen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde is toegebracht vermeerderd met de wettelijke rente. Verdachte wordt verplicht de aan hen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 36f, 45, 55, 57, 141, 157, 302 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften zijn toepasselijk zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart feit 1 primair niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte feit 1 subsidiair, eerste en tweede cumulatief, en de feiten 2 en 3 heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1 subsidiair, eerste en tweede cumulatief, en feit 2:
medeplegen van zware mishandeling, meermalen gepleegd
en
medeplegen van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd
en de eendaadse samenloop van
medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
ten aanzien van feit 3:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
36 (zesendertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]toe tot een bedrag van € 6.750,- (zegge: zesduizend zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 1] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 1] , aan de Staat € 6.750,- (zegge: zesduizend zevenhonderdvijftig euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 63 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]toe tot een bedrag van € 4.250,- (zegge: vierduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 2] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 2] , aan de Staat € 5.000,- (zegge: vijfduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 60 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]toe tot een bedrag van € 9.250,- (zegge: negenduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 3] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 3] , aan de Staat € 10.000,- (zegge: tienduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 85 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4]toe tot een bedrag van € 6.750,- (zegge: zesduizend zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 4] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 4] , aan de Staat € 7.500,- (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 72 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5]toe tot een bedrag van € 9.250,- (zegge: negenduizend tweehonderdvijftig euro) aan vergoeding van lichamelijke schade en € 750,- (zegge: zevenhonderdvijftig euro) aan vergoeding van de immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [benadeelde partij 5] voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde partij 5] , aan de Staat € 10.000,- (zegge: tienduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 85 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
 Wijst de
vordering van de benadeelde partij Stadion Amsterdam C.V., vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] , toe tot een bedrag van € 1.163,07 (zegge: elfhonderd drieënzestig euro en zeven eurocent) aan vergoeding van materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan Stadion Amsterdam C.V. voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander of anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op
nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van Stadion Amsterdam C.V. aan de Staat € 1.163,07 (zegge: elfhonderd drieënzestig euro en zeven eurocent) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (15 maart 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander of anderen is betaald. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 21 dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Heft op het bevel tot schorsingvan de voorlopige hechtenis. Deze beslissing is afzonderlijk geminuteerd.
Dit vonnis is gewezen door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. A. Eichperger en E. Akkermans, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.P. Jit, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 april 2023.