ECLI:NL:RBAMS:2023:2180
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vernietiging besluit van de Vereniging van Eigenaars inzake leningen aan appartementseigenaren
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoekster, de Vereniging van Eigenaars (VVE), en de VVE zelf. De verzoekster heeft een verzoek ingediend om de besluiten van de VVE van 19 december 2017 en 22 september 2022 te vernietigen. De verzoekster stelt dat de VVE niet in redelijkheid en billijkheid tot deze besluiten heeft kunnen komen, omdat deze besluiten haar financieel benadelen in strijd met een eerder gesloten vaststellingsovereenkomst. De VVE heeft leningen verstrekt aan de appartementseigenaren A1, A2, A3 en A4, wat volgens de verzoekster in strijd is met de afspraken die zijn gemaakt in de vaststellingsovereenkomst van 14 december 2015.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verzoek tot vernietiging van het besluit van 19 december 2017 te laat is ingediend, maar dat het verzoek tot vernietiging van het besluit van 22 september 2022 wel tijdig is ingediend. De rechter oordeelt dat de VVE bij het nemen van het besluit van 22 september 2022 niet in redelijkheid en billijkheid heeft gehandeld, omdat de belangen van de verzoekster niet zijn meegewogen. De VVE heeft gebruik gemaakt van haar meerderheidspositie om een financieel voordeel te behalen ten koste van de verzoekster.
De kantonrechter heeft het besluit van de VVE van 22 september 2022 vernietigd en de VVE veroordeeld in de proceskosten van de verzoekster. De rechter heeft ook opgemerkt dat, hoewel het eerste besluit niet kan worden vernietigd vanwege termijnoverschrijding, het de appartementseigenaren zou sieren om de lening terug te betalen aan de VVE. De verzoekster heeft ook een verzoek gedaan om gescheiden rekeningen in de administratie, maar dit verzoek is afgewezen omdat het geen rechtsgrond heeft.