ECLI:NL:RBAMS:2023:2138
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen toewijzend verstekvonnis in kort geding met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de besloten vennootschap GRASWEG 46 B.V. (hierna: Grasweg) verzet heeft aangetekend tegen een eerder verstekvonnis van 14 maart 2023. In dat verstekvonnis was Grasweg veroordeeld tot betaling van een aanzienlijk bedrag aan IDEFIX HOLDING B.V. (hierna: Idefix) en was Grasweg verboden om het registergoed aan een derde te leveren. Grasweg heeft in het verzet aangevoerd dat zij ten onrechte was gedagvaard en dat de vorderingen van Idefix niet toewijsbaar waren. Idefix heeft echter verweer gevoerd en gesteld dat Grasweg verantwoordelijk was voor de ontstane situatie, omdat zij niet was verschenen op de zitting van 14 maart 2023. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat Grasweg in de proceskosten moet worden veroordeeld, omdat zij nodeloos procedures heeft veroorzaakt. Het verstekvonnis is vernietigd, maar de vorderingen van Grasweg zijn afgewezen. De proceskosten aan de zijde van Idefix zijn begroot op € 9.710,52, te vermeerderen met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van partijen in civiele procedures en de gevolgen van het niet verschijnen op zittingen.