ECLI:NL:RBAMS:2023:2136

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
C/13/731807 / KG ZA 23-278
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming sociale huurwoning wegens ernstige overlast na geweldsincident

Op 6 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van een sociale huurwoning van de stichting DUWO. De eiseres, DUWO, vorderde de ontruiming van de woning van de huurder, aangeduid als [gedaagde], vanwege ernstige overlast en een recent geweldsincident. De huurder huurt sinds 1 december 2009 de woning en heeft in het verleden herhaaldelijk overlast veroorzaakt, waaronder schreeuwen en bedreigingen richting buren. Het meest ernstige incident vond plaats op 29 maart 2023, waarbij de huurder de buurvrouw met een zwaard aanviel, wat leidde tot haar ernstige verwondingen en de voorlopige hechtenis van de huurder.

De voorzieningenrechter oordeelde dat DUWO een spoedeisend belang heeft bij de ontruiming, gezien de onveilige situatie die de huurder voor de omwonenden creëert. De rechter stelde vast dat de huurder ernstig tekort is geschoten in haar verplichtingen als huurder en dat terugkeer naar de woning niet verantwoord is. De ontruiming werd uitgesproken met een termijn tot uiterlijk 14 april 2023, waarbij de curator van de huurder verantwoordelijk werd gesteld voor de uitvoering van de ontruiming. De kosten van het geding werden eveneens aan de curator opgelegd, met een totaalbedrag van €1.887,42. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/731807 / KG ZA 23-278 VVV/MAH
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op 6 april 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING DUWO,
gevestigd te Delft,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 3 april 2023,
advocaat mr. S. Baggen te Amsterdam,
tegen
[curator], h.o.d.n. Amsterdam Bewindvoerders,
kantoorhoudende te Amsterdam,
in hoedanigheid van curator van
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
verschenen in persoon.
Partijen zullen hierna DUWO en [curator] of de curator worden genoemd. De curandus wordt [gedaagde] genoemd.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. T.H. van Voorst Vader, voorzieningenrechter, en mr. M.A.H. Verburgh, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- aan de kant van DUWO: [naam] (sociaal beheerder) met mr. Baggen,
- [curator] .

1.De procedure

DUWO heeft producties in het geding gebracht. Partijen hebben over en weer het woord gevoerd. De behandeling van de zaak is gesloten en vervolgens is mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat wordt afgegeven op 6 april 2023.

2.Waar gaat dit kort geding over?

2.1.
[gedaagde] huurt van DUWO sinds 1 december 2009 de sociale huurwoning aan de [adres 1] .
2.2.
DUWO vordert nu de ontruiming van deze woning wegens ernstige overlast.
2.3.
de curator heeft als verweer gevoerd dat [gedaagde] tegen hem heeft gezegd dat zij zelf verweer wil voeren en dat zij naar de woning wil terugkeren.

3.De mondelinge uitspraak

3.1.
In een kort geding is een vordering tot ontruiming slechts toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering eveneens toewijst en indien van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
3.2.
DUWO stelt dat er al jaren lang overlast van [gedaagde] is tegenover de buren. Zij huurt een vrij kleine woning die ontsloten wordt via een kleine hal, waaraan ook de voordeur van de woning van de buren op nummer [adres 2] ligt. Er is veel geluidsoverlast doordat [gedaagde] schreeuwt en er zijn diverse incidenten geweest met buren. Zo vond in 2019 een incident plaats waarbij [gedaagde] de toenmalige huurder van nummer [adres 2] in het gezicht sloeg. In september 2022 is er een incident geweest bij de eerste ontmoeting met de huidige huurders van nummer [adres 2] . [gedaagde] heeft toen tegen de buren geschreeuwd en gedreigd zelfmoord te plegen of de buren dood te schieten. Zij is herhaaldelijk gewaarschuwd door DUWO dat zij geen overlast aan de buren mocht bezorgen en dat anders de huur beëindigd zou worden. Dat is onder meer gebeurd naar aanleiding van het incident in september 2022 en opnieuw in een brief van 13 maart 2023.
3.3.
Op 29 maart 2023 heeft een ernstig incident plaatsgevonden waarbij [gedaagde] de buurvrouw van nummer [adres 2] in het kleine halletje tussen hun voordeuren met een lang zwaard heeft aangevallen en op haar in heeft geslagen met dat zwaard, daarbij zeggende: ‘het spijt mij, maar ik moet je vermoorden’. De buurvrouw is daarbij ernstig gewond geraakt, maar heeft kunnen ontsnappen. Zij zal mogelijk blijvend letsel aan dit incident overhouden. Naar aanleiding van dit incident zit [gedaagde] nu in voorlopige hechtenis.
3.4.
Onder deze omstandigheden kan van DUWO niet gevergd worden de huurovereenkomst voort te zetten. [gedaagde] is ernstig tekort geschoten in haar verplichtingen als huurder. Terugkeer van [gedaagde] zou voor de omwonenden (opnieuw) een onveilige situatie opleveren.
3.5.
Hieruit volgt ook dat DUWO een spoedeisend belang heeft bij ontruiming.
3.6.
Uit een brief van 5 april 2023 van de coördinator meldpunt Zorg en Woonoverlast van Stadsdeel Centrum aan DUWO blijkt dat de deelnemende convenantpartners tezamen hebben besloten tot ‘einde interventie’ en dat [gedaagde] in aanmerking komt voor het Laatste Kansbeleid. Op grond daarvan zal zij weer de beschikking kunnen krijgen over een andere woning.
3.7.
Alle belangen afwegende zal daarom de ontruiming worden uitgesproken.
3.8.
De curator heeft ter zitting verklaard dat hij, indien de ontruiming zou worden uitgesproken, enige tijd nog heeft om de woning te ontruimen. In verband met de thans bekende duur van de voorlopige hechtenis zal de ontruimingstermijn bepaald worden op uiterlijk 14 april 2023.
3.9.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld volgens het gebruikelijke tarief.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt [curator] , in de hoedanigheid van curator van [gedaagde] , om op uiterlijk vrijdag 14 april 2023 de woning aan de [adres 1] met alle zich daarin bevindende personen en goederen te ontruimen en de woning met aan- en toebehoren ter vrije en algehele beschikking van DUWO te stellen, dit onder afgifte van de sleutels, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform de artikelen 555 e.v. en 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
4.2.
veroordeelt [curator] , in de hoedanigheid van curator van [gedaagde] , in de kosten van dit geding, tot op heden aan de zijde van DUWO begroot op:
- dagvaarding 132,42
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat 1.079,00
____________________________
Totaal €1.887,42,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.