ECLI:NL:RBAMS:2023:2094

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
6 april 2023
Zaaknummer
13-028550-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de ISD-maatregel en terugkeer naar Polen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 9 maart 2023 een tussentijdse toetsing uitgevoerd met betrekking tot de ISD-maatregel die eerder aan de veroordeelde was opgelegd. De veroordeelde, geboren in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, is momenteel gedetineerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder het verzoek van de veroordeelde en zijn raadsvrouw om de ISD-maatregel te heroverwegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde voortgang heeft geboekt in zijn behandeling en dat er plannen zijn voor zijn terugkeer naar Polen, die naar verwachting eind mei of begin juni 2023 kan plaatsvinden. De officier van justitie heeft gepleit voor voortzetting van de ISD-maatregel, terwijl de verdediging heeft aangevoerd dat de veroordeelde aan alle voorwaarden voldoet voor een voortijdige beëindiging van de maatregel. De rechtbank oordeelt dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is voor de beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van recidive. De rechtbank heeft besloten dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet, en dat er geen reden is om de behandeling van de zaak voor twee maanden aan te houden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13-028550-22 (tussentijdse toetsing)
BESLISSING
Deze rechtbank heeft op 13 mei 2022 de maatregel tot plaatsing in een instelling voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) voor de duur van twee jaren opgelegd aan:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1981 te [geboortedag] (Polen)
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans gedetineerd in [detentieplaats] .

Procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van deze rechtbank van 13 mei 2022;
  • het verzoek ex artikel 6:6:14 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering van de veroordeelde en zijn raadsvrouw mr. S.R. den Toonder om een tussentijdse toetsing van de ISD-maatregel van 30 november 2022 en de aanvulling daarop van 3 maart 2023;
  • een uittreksel Justitiële Documentatie betreffende veroordeelde van 3 februari 2022;
  • de rapportage ten behoeve van de tussentijdse toetsing opgesteld van 23 januari 2023 en de aanvullende rapportage van 6 maart 2023, opgesteld door [naam deskundige] .
De rechtbank heeft op 10 maart 2023 de officier van justitie mr. M.L. Vermeulen, veroordeelde, zijn raadsvrouw mr. S.J. den Toonder, alsmede de deskundige [naam deskundige] , verbonden aan de [detentieplaats] , op de openbare terechtzitting gehoord.

Beoordeling

Verloop van het ISD-traject
Uit voornoemd rapport van 23 januari 2023 ten behoeve van de tussentijdse toetsing blijkt onder meer het volgende.
Bij binnenkomst in de [detentieplaats] wilde veroordeelde aanvankelijk niet in gesprek met de casemanager en de Dienst Terugkeer en Vertrek. Hier is veroordeelde op teruggekomen, omdat hij op die manier niet kon doorstromen naar fase 2. Vanaf 11 juli 2022 werkte veroordeelde mee aan gedragsinterventies. Veroordeelde heeft aangegeven verslavingsproblematiek te ervaren en te willen deelnemen aan de leefstijltraining van Verslavingszorg Noord-Nederland. Hiervoor is hij op 18 juli 2022 aangemeld. Op 12 september 2022 heeft de intake plaatsgevonden en aansluitend is veroordeelde met de leefstijltraining gestart. Veroordeelde heeft de hoop uitgesproken dat hij zo spoedig mogelijk kan vertrekken naar Polen. Met veroordeelde is in het kader van het verblijfsplan besproken dat voortijdig vertrek mogelijk kan zijn als veroordeelde aan alle basisvoorwaarden heeft voldaan. Dit zou eventueel mogelijk zijn in mei of juni 2023.
Veroordeelde heeft het cultureel interview en perspectiefplan bij Zinso afgerond en op 18 januari 2023 ontvangen. Ook heeft verdachte de leefstijltraining van Verslavingszorg Nederland afgerond. Veroordeelde wil in Polen worden opgenomen in een privékliniek en hij kan in Polen bij zijn moeder en zus verblijven. Hij zou daar dan ook bij zijn moeder kunnen werken in de boomgaard. Veroordeelde beschikt bovendien over een geldig identiteitsbewijs.
Volgens de afspraak in het verblijfsplan zal worden overgegaan tot een verzoek voor opheffing van de ISD-maatregel wanneer aan de basisvoorwaarden is voldaan en veroordeelde minimaal een jaar binnen de ISD heeft verbleven. Op dit moment wordt voortzetting van de ISD-maatregel nog nodig geacht ter beveiliging van de maatschappij en derhalve geadviseerd. Het streven is volgens afspraak om veroordeelde in mei of juni 2023 te laten terugkeren naar Polen. Er zijn nog mogelijkheden voor behandeling waar veroordeelde aan kan deelnemen in de periode tot dat terugkeer kan worden gerealiseerd.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Gelet op de voortgang die veroordeelde heeft gemaakt, zal er een rapport opgemaakt worden ter bevordering van zijn terugkeer. Dat rapport moet worden geaccordeerd. De verwachting is dat het één en ander eind mei, dan wel begin juni daadwerkelijk rond is ten behoeve van een begeleid vertrek van veroordeelde naar Polen. Deze administratieve afhandeling behoort tot voltooiing van het ISD traject en daaraan wordt volgens plan gewerkt.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot voortzetting van de ISD-maatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat veroordeelde aan alle basisvoorwaarden voor een voortijdige beëindiging van de ISD-maatregel voldoet. Het is nu enkel wachten op het papierwerk. Veroordeelde heeft laten zien dat hij alle mogelijkheden binnen de ISD-maatregel heeft benut. In Polen heeft hij nog een taakstraf open staan, waardoor hij ook in Polen onder toezicht van de autoriteiten zal komen te staan. Dit is voor veroordeelde een stok achter de deur.
De raadsvrouw heeft primair verzocht de ISD-maatregel op te heffen en daarbij een termijn te stellen binnen welke veroordeelde het land zal moeten verlaten. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht de behandeling van de zaak aan te houden, zodat over twee maanden de stand van zaken opnieuw kan worden besproken.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank dient in het kader van de onderhavige procedure te beoordelen of voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk is. In artikel 38m lid 2 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is bepaald dat de ISD-maatregel strekt tot beveiliging van de maatschappij en de beëindiging van de recidive van verdachte.
Op grond van de hierboven genoemde stukken en het verhandelde ter zitting stelt de rechtbank vast dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voortvarend verloopt. Naar verwachting kan veroordeelde eind mei / begin juni binnen de ISD-maatregel worden teruggeleid naar Polen. De rechtbank begrijpt dat het traject voor veroordeelde niet snel genoeg gaat. De komende periode is echter nodig om de nodige formaliteiten af te ronden zodat veroordeelde op verantwoorde wijze kan terugkeren naar Polen. Een zelfstandig vertrek door veroordeelde, zoals hij heeft verzocht, biedt uit oogpunt van de beveiliging van de maatschappij en beëindiging van recidive onvoldoende waarborg naar het oordeel van de rechtbank. Om te zorgen dat veroordeelde daadwerkelijk succesvol terugkeert naar Polen is het nodig dit binnen de ISD-maatregel uit te voeren. Eén en ander overeenkomstig hetgeen de rechtbank heeft overwogen in haar vonnis van 13 mei 2022. De rechtbank acht, gelet hierop, de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel noodzakelijk ten behoeve van de beveiliging van de maatschappij en beëindiging van recidive.
Omdat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voortvarend verloopt, ziet de rechtbank geen reden om een vinger aan de pols te moeten houden en om die reden de behandeling van de zaak voor twee maanden aan te houden.
Daarom wordt als volgt beslist.
Gezien artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.
Deze beslissing is gegeven door
mr. E. van den Brink, voorzitter,
mrs. A.S. Dogan en C.M. Mellema, rechters,
mr. K. Kanters, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 maart 2023.