Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen twee eiseressen en ING Bank N.V. De eiseressen vorderden doorhaling van het hypotheekrecht op hun woonhuis en schadevergoeding voor ten onrechte betaalde rente. De rechtbank overwoog dat de eiseressen geen partij zijn bij de overeenkomst die zij claimen en dat er geen onrechtmatig handelen of onverschuldigde betaling heeft plaatsgevonden. De rechtbank oordeelde dat ING terecht een beroep deed op de klachtplicht uit artikel 6:89 BW, aangezien de eiseressen gedurende twaalf jaar als schuldenaar hebben gehandeld zonder bezwaar te maken tegen de betalingen. De vorderingen van de eiseressen werden afgewezen, en zij werden veroordeeld in de proceskosten van ING, die op € 6.597,00 werden begroot. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.