ECLI:NL:RBAMS:2023:2056

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2023
Publicatiedatum
5 april 2023
Zaaknummer
9917589 \ CV EXPL 22-7396
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van geheimhoudingsbeding en bedrijfseigendommen door oud-werknemer met boete als gevolg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 6 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen ACT Commodities B.V. (eiseres) en een oud-werknemer (gedaagde). De zaak betreft de schending van een geheimhoudingsbeding en een beding inzake bedrijfseigendommen door de gedaagde, die vertrouwelijke bedrijfsinformatie naar zijn privé e-mailadres had gestuurd. ACT vorderde een verklaring voor recht dat de gedaagde deze bedingen had overtreden en eiste betaling van een boete van € 30.080,00. De gedaagde betwistte de overtreding en stelde dat de verzonden informatie geen vertrouwelijke gegevens bevatte.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde met het verzenden van het versleutelde Excel-bestand de bedingen had geschonden. De rechter concludeerde dat de gedaagde niet had aangetoond dat het bestand geen vertrouwelijke informatie bevatte, en dat hij de boete van € 15.040,00 had verbeurd. De rechter wees de vorderingen van ACT tot het verwijderen van bedrijfsinformatie en betaling van buitengerechtelijke kosten af, omdat deze niet voldoende waren onderbouwd. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van ACT.

De uitspraak benadrukt het belang van geheimhouding van bedrijfsinformatie en de gevolgen van schending daarvan, evenals de verantwoordelijkheden van werknemers na beëindiging van hun dienstverband.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9917589 \ CV EXPL 22-7396
vonnis van: 6 april 2023

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

ACT Commodities B.V.,

gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
nader te noemen ACT,
gemachtigde: mr. Y.O. de Jong en H.C. van Dijk,
t e g e n

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
nader te noemen [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.M. Berendsen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- dagvaarding van 25 mei 2022 met producties;
- akte overlegging aanvullende producties zijdens ACT
- antwoord;
- instructievonnis van 8 september 2022;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 december 2022. Voor ACT zijn verschenen [naam 1] (HR-manager) en mr. J. Sap (bedrijfsjurist), alsmede de beide gemachtigden. [gedaagde] is in persoon verschenen met zijn gemachtigde. Voorafgaand aan de zitting heeft ACT nog een akte met producties (24 t/m 27) overgelegd. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1.
[gedaagde] is op 1 september 2021 in dienst van ACT getreden op basis van een contract voor de bepaalde duur van acht maanden.
1.2.
In de arbeidsovereenkomst is als artikel 9 een geheimhoudingsbeding opgenomen. In dit geheimhoudingsbeding is bepaald dat het sturen van vertrouwelijke informatie door de werknemer naar een privé e-mailadres wordt beschouwd als een schending van het geheimhoudingsbeding. Op overtreding ervan is in lid 4 van het artikel een boete gesteld van grofweg vijf bruto maandsalarissen.
1.3.
Artikel 10.1 luidt als volgt:
The employee is prohibited to possess, keep or make copies of hardware, software and/or documents and/or correspondence and/or contact details of business relations of the employer, including copies thereof, to which he gained access in the course of his work for the employer, in a private capacity, unless and tot the extent that this is required in order to, perform his work for the employer.Op overtreding van dit beding is in lid 4 een boete gesteld van grofweg vijf bruto maandsalarissen.
1.4.
In artikel 7.3 van het “Employee Handbook” worden de artikelen 9 en 10 van de arbeidsovereenkomst op relevante punten herhaald. In artikel 16.2 van de arbeidsovereenkomst is het Employee Handbook op de arbeidsovereenkomst van toepassing verklaard.
1.5.
Artikel 15.1 van de arbeidsovereenkomst bevat een non-concurrentiebeding. Lid 6 van het artikel bevat een motivering met betrekking tot de noodzaak van opnemen van dit beding in verband met bedrijfsbelangen van ACT.
1.6.
[gedaagde] heeft op 15 maart 2022 per e-mail de arbeidsovereenkomst met ACT opgezegd per 21 maart 2022. ACT heeft aan [gedaagde] een brief d.d. 16 maart 2022 met een bevestiging van de opzegging gestuurd. Daarin herhaalt ACT onder meer het overeengekomen non-concurrentiebeding.
1.7.
[gedaagde] heeft bovengenoemde brief niet voor “for acceptance” getekend. Bij email van 17 maart 2022 schrijft [gedaagde] onder meer dat het nonconcurrentiebeding niet op hem van toepassing is om dat hij nog in een proeftijd (probationary period) functioneert. Bij e-mail van dezelfde dag antwoordt [naam 2] (HR Officer) onder meer dat [gedaagde] wel aan het concurrentiebeding is gebonden, omdat dat in de arbeidsovereenkomst staat en hij daarvoor heeft getekend. Van een proefperiode was alleen in de eerste maand van de arbeidsovereenkomst sprake.
1.8.
Op 18 maart 2022 heeft er een zg. offboarding-gesprek tussen [gedaagde] en [naam 2] plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek weigert [gedaagde] nogmaals de bevestigingsbrief “for acceptance” te ondertekenen.
1.9.
Op 23 maart 2022 heeft ACT, na onderzoek van haar IT-afdeling, geconstateerd dat [gedaagde] op 17 maart 2022 een Excelbestand genaamd “ListeRenewableEnergyxVCMxBioMethane” heeft hernoemd tot “Stuff tot do”, dit heeft beveiligd met een wachtwoord en verzonden naar een van zijn privé emailadressen. Ook heeft ACT geconstateerd dat [gedaagde] op 20 maart 2022 nog een e-mail met eveneens het beveiligde Excelbestand genaamd “Stuff to do” heeft verzonden naar een ander privé e-mailadres. ACT heeft de beschikking over de laatste versie van het bestand “Stuff to do” voordat dit door [gedaagde] is versleuteld.
1.10.
In een e-mail van 24 maart 2022 heeft [naam 1] (HR Manager) aan [gedaagde] geschreven dat aan ACT is gebleken dat [gedaagde] artikel 9 en 10 van zijn arbeidsovereenkomst heeft overtreden doordat hij op 17 en 21 maart 2022 een bestand met vertrouwelijke klant-informatie naar zijn privé e-mailadres heeft gestuurd.
1.11.
In een e-mail van dezelfde datum heeft [gedaagde] onder meer geschreven dat hij na het gesprek met [naam 2] een lijst met klantnamen heeft gedownload om er zeker van te zijn dat hij tijdens toekomstige werkzaamheden geen contact zal aangaan met enige bestaande klant van ACT. Hij wijst erop dat de gedownloade informatie eenvoudig te bereiken was en dat hij niet wist dat dit vertrouwelijke informatie was.
1.12.
In een e-mail van 29 maart 2022 aan [gedaagde] heeft [naam 1] onder meer geschreven dat de verklaring van [gedaagde] voor zijn handelen niet spoort met de bevindingen van ACT. Zo heeft [gedaagde] het bestand reeds lang voor het gesprek met [naam 2] gemaakt en bevat dit veel meer informatie (product- en marktinformatie) dan nodig om alleen te weten wie de cliënten van ACT zijn. Bovendien heeft hij het bestand na verzending verwijderd van het systeem. [naam 1] constateert dat [gedaagde] heeft toegezegd medewerking te zullen verlenen en verzoekt in dat verband [gedaagde] het volledige bestand naar ACT te sturen zonder wachtwoordbeveiliging en om alle gegevens die [gedaagde] heeft met betrekking tot ACT te verwijderen en dit te bevestigen.
1.13.
In een e-mail van 1 april 2022 aan [gedaagde] heeft [naam 1] geschreven dat ACT het bestand nog niet van [gedaagde] ontvangen heeft. Zij verzoekt [gedaagde] omdat alsnog diezelfde dag voor 18 uur te doen.
1.14.
In een e-mail van 7 april 2022 heeft [naam 1] geconstateerd dat [gedaagde] niet aan het verzoek heeft voldaan. Zij deelt mee dat na intern overleg is besloten om [gedaagde] een vaststellingsovereenkomst aan te bieden. Daarin wordt onder meer vastgelegd dat ACT zal afzien van het opleggen van een boete op voorwaarde dat [gedaagde] geen kopieën van bedrijfsinformatie (meer) in zijn bezit heeft. Hij moet zich voorts houden aan het geheimhoudingsbeding en gaat akkoord met een non-concurrentiebeding, relatiebeding en zg. Personnel Clause. Het aanbod is geldig tot 11 april om 17.00 uur. Indien [gedaagde] niet reageert zal de boete worden opgelegd.
1.15.
In een brief van 19 april 2022 aan [gedaagde] heeft ACT geconstateerd dat [gedaagde] niet heeft gereageerd op het aanbod. ACT deelt mee dat [gedaagde] daardoor € 30.080,00 aan boetes heeft verbeurd en kondigt aan een gerechtelijke procedure tegen [gedaagde] te zullen starten, tenzij [gedaagde] bereid is weer een nieuwe vaststellingsovereenkomst te accepteren. In deze vaststellingsovereenkomst verplicht [gedaagde] zich tot betaling van een bedrag van € 15.040,00 aan boete, terwijl de vaststellingsovereenkomst voor het overige in grote lijnen gelijk is aan de in de e-mail van 7 april 2022 aangeboden variant.
1.16.
In een e-mail van 25 april 2022 aan ACT heeft [gedaagde] onder meer verklaard niet in te gaan op het aanbod tot het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Met name kan hij zich niet vinden in het betalen van een boete en in het (opnieuw) overeenkomen van het non-concurrentiebeding, relatiebeding en Personnel Clause. Hij verklaart het Excel bestand van zijn computer te hebben verwijderd na de eerste e-mail van ACT die hem zeer aan het schrikken had gemaakt. [gedaagde] kondigt aan dat dit zijn laatste e-mail over dit onderwerp is.

Vordering

2. ACT vordert:
- voor recht te verklaren dat [gedaagde] het overeengekomen geheimhoudingsbeding en het beding inzake bedrijfseigendommen, alsook par. 7.3 van het Employee Handbook heeft overtreden;
te bepalen dat [gedaagde] zich onverkort houdt aan het geheimhoudingsbeding, het beding inzake bedrijfseigendommen, alsmede par. 7.3 van het Employee Handbook op straffe van een dwangsom;
- om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een bedrag van € 30.080,00 aan verbeurde boete, wegens overtreding van het beding inzake bedrijfseigendommen, alsmede par. 7.3 van het Employee Handbook;
- om [gedaagde] te gebieden alle bedrijfsinformatie over ACT die hij onder zich houdt, in aanwezigheid van [naam 3] (IT Director) te verwijderen van zijn laptop en eventuele andere datadragers, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis;
- om [gedaagde] te veroordelen tot betaling van wettelijke rente en € 1.310,43 aan buitengerechtelijke kosten;
3. ACT stelt hiertoe dat [gedaagde] zowel het geheimhoudingsbeding als het beding inzake bedrijfseigendommen (de artikelen 9 en 10 van de arbeidsovereenkomst) heeft geschonden door een e-mail met een versleuteld Excel bestand met daarin vertrouwelijke klant- en productgegevens naar twee van zijn privé e-mailadressen te sturen. ACT heeft een bedrijfsbelang om kennis die werknemers tijdens hun dienstverband binnen ACT te houden. Met zijn handelwijze waarmee informatie buiten de controle van ACT wordt gebracht, brengt [gedaagde] het bedrijfsdebiet van ACT in gevaar. Zij beschikt over het versleutelde bestand, maar kan dit niet openen omdat zij het wachtwoord niet kent en het haar IT afdeling niet is gelukt het wachtwoord te kraken, aldus ACT.

Verweer

4. [gedaagde] betwist het geheimhoudingsbeding en het beding inzake bedrijfseigendommen te hebben overtreden. Hij erkent dat hij een rekenblad heeft hernoemd en naar zichzelf heeft toegezonden, maar dat bevatte geen vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Het was slechts een lijst met potentiële klanten zoals die ook op internet zijn terug te vinden. Hij was van plan om in dit rekenblad ook informatie over (potentiële) klanten van ACT op te nemen, om zo te komen tot een lijst met potentiële klanten waarmee hij na zijn carrière bij ACT zonder risico zou kunnen werken. Zover is het echter niet gekomen omdat dit te bewerkelijk werd. Met de lijst van klanten van ACT die hij had gevonden in het CRM systeem van ACT heeft hij dus niets gedaan. Die komt dan ook niet terug in de door ACT overgelegde uitdraaien van de niet versleutelde bestanden ListeRenewableEnergyxVCMxBioMethane en Stuff to do. Die bestanden bevatten dus geen bedrijfsinformatie. Dat een latere versie die bedrijfsinformatie wel bevatte wordt door ACT niet aannemelijk gemaakt, aldus [gedaagde] .

Beoordeling

5. Het is aan ACT om haar stelling te bewijzen dat [gedaagde] met de verzending van het versleutelde Excel bestand de bedingen 9 en 10 van zijn arbeidsovereenkomst heeft geschonden, althans er moet voldoende zijn gesteld en/of gebleken om er vooralsnog van uit te mogen gaan dat dit het geval is. Daarover wordt hieronder het volgende overwogen.
6. Niet is betwist dat [gedaagde] tot tweemaal toe vanaf zijn zakelijke computer van ACT een bestand dat hij had hernoemd tot “stuff to do” beveiligd met een wachtwoord naar een privé e-mailadres heeft gestuurd. Ook is niet betwist dat indien dit bestand vertrouwelijke bedrijfsinformatie bevat dit een schending oplevert van het tussen partijen overeengekomen geheimhoudingsbeding. [gedaagde] heeft aangevoerd dat dit niet het geval is, want dat het door hem verzonden bestand slechts openbaar toegankelijke informatie bevatte. Hij heeft daarbij gewezen op de door ACT overgelegde nog niet met een wachtwoord beveiligde versie, waarvan als niet (voldoende) betwist vaststaat dat die versie geen vertrouwelijke bedrijfsinformatie van ACT bevat. Daarmee valt echter niet uit te sluiten dat [gedaagde] die bedrijfsinformatie alsnog heeft toegevoegd alvorens het bestand te versleutelen en te versturen. Dat valt temeer niet uit te sluiten nu [gedaagde] niet (voldoende) heeft betwist dat de betreffende Excel sheet, gezien de daarin door hem gebruikte tabbladen, wel geschikt was om met vertrouwelijke klantgegevens van ACT te worden gevuld. Daarbij staat onbetwist vast dat [gedaagde] voorafgaand aan de verzending van het bestand gegevens heeft gedownload uit het zg. CRM systeem van ACT. Bovendien valt niet goed te begrijpen waarom [gedaagde] een bestand met - zoals hij zelf stelt - slechts openbaar toegankelijke informatie überhaupt met een wachtwoord zou moeten beveiligen. Verder valt op dat [gedaagde] weinig coöperatief is geweest tijdens de gesprekken met ACT, bedoeld om ACT duidelijkheid te verschaffen over de inhoud van het door [gedaagde] verstuurde bestand. Zo blijkt uit een niet betwiste transcriptie van een op 28 maart 2022 gevoerd telefoongesprek (productie 25 ACT) dat hij tijdens dat gesprek heeft verklaard het wachtwoord niet te willen geven omdat hij dit dagelijks gebruikt, terwijl hij op de mondelinge behandeling heeft verklaard het wachtwoord niet meer te weten. Voorts heeft [gedaagde] verklaard het bestand te hebben weggegooid.
7. Op grond van het bovenstaande, mede gelet op het onbetwiste feit dat [gedaagde] na vertrek bij ACT van plan was om in dezelfde branche werkzaam te blijven en dus een belang zou kunnen hebben bij het verkrijgen van bedrijfsinformatie van ACT, wordt vermoed dat het door [gedaagde] gecreëerde en verzonden bestand bedrijfsinformatie van ACT bevatte die hij op grond van de bedingen 9 en 10 van zijn arbeidsovereenkomst niet naar zijn privé emailadres had mogen sturen. Daaruit volgt dat [gedaagde] het tegendeel van dit vermoeden moet aantonen. Dat wil zeggen dat indien [gedaagde] er niet in slaagt om aan te tonen dat het door hem verzonden bestand geen vertrouwelijke bedrijfsinformatie van ACT bevatte, ervan moet worden uitgegaan dat het bestand die informatie wel bevatte.
8. [gedaagde] heeft dit tot op heden niet aangetoond en naar eigen zeggen kan hij dit ook niet meer aantonen, omdat hij, zoals hij ter zitting heeft verklaard, het wachtwoord niet meer weet en het bestand heeft weggegooid.
9. Dat betekent dat onder de gegeven omstandigheden tussen partijen als vaststaand moet worden aangenomen dat [gedaagde] met het maken en herhaald versturen van het bestand zowel het geheimhoudingsbeding (artikel 9 arbeidsovereenkomst) als het beding inzake bedrijfseigendommen (artikel 10 arbeidsovereenkomst) heeft geschonden. Daaruit volgt dat hij de daarop gestelde boete heeft verbeurd. Geoordeeld wordt evenwel dat, nu het bij de schending van beide bedingen om een en dezelfde gedraging gaat, op gronden van redelijkheid slechts eenmaal de boete op overtreding van de bedingen wordt toegewezen. De wettelijke rente over de boete is toewijsbaar vanaf de dag van de dagvaarding.
10. Vanwege de schending van bovengenoemde bedingen wordt de gevorderde boete (deels) toegewezen. Gelet daarop heeft ACT geen belang meer bij een verklaring voor recht die de schending nog eens bevestigt.
11. De verplichting van [gedaagde] om zich aan de beide bovenstaande bedingen te houden is vastgelegd in de arbeidsovereenkomst, alsmede de sanctie bij overtreding ervan. Een veroordeling tot nakoming zou dus niet meer zijn dan een bevestiging van een bestaande verplichting. Daarbij heeft ACT geen belang. Ook bij een dwangsom op nakoming heeft ACT geen rechtens te respecteren belang. Immers op schending van de bedingen staat reeds een aanzienlijke boete. Er is niet (voldoende) gesteld waarom [gedaagde] daarbovenop nog dwangsommen aan ACT zou moeten verbeuren bij schending van (een van) de bedingen. Deze vordering wordt daarom afgewezen.
12. De vordering tot het in aanwezigheid van [naam 3] verwijderen van zijn laptop en andere datadragers van alle bedrijfsinformatie over ACT die [gedaagde] onder zich houdt is te algemeen geformuleerd om toewijsbaar te kunnen zijn. [gedaagde] heeft verklaard het gewraakte bestand niet langer te hebben en onduidelijk is om welke overige bedrijfsinformatie het zou moeten gaan. Ook is de vraag wat er met “zijn laptop” wordt bedoeld. Mocht [gedaagde] toch beschikken over informatie waarmee hij het geheimhoudingsbeding zou kunnen schenden, dan blijkt dat pas bij daadwerkelijke schending.
13. De vordering tot betaling van buitengerechtelijke kosten wordt niet toegelicht en er zijn geen stukken overgelegd die wijzen op door een professional verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden voorafgaande aan het opstarten van de onderhavige procedure. Deze vordering wordt eveneens afgewezen.
14. [gedaagde] wordt als grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van ACT.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan ACT van € 15.040,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2022 tot aan de voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van ACT begroot op:
exploot € 103,33
salaris € 792,00
griffierecht € 1.384,00
-----------------
totaal € 2.279,33
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.A.M. Jacobs, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2023, in tegenwoordigheid van de griffier.