In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 januari 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen de vader en de moeder van een minderjarige. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Westerveld, verzocht de rechtbank om gezamenlijk gezag over hun kind en om een zorgregeling vast te stellen. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.I.H. Schulte, verzocht de verzoeken van de vader af te wijzen en stelde een alternatieve omgangsregeling voor. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder verzoekschriften en verweerschriften, en heeft de zaak behandeld achter gesloten deuren op 10 januari 2023.
De rechtbank oordeelde dat het gezamenlijk gezag in het belang van het kind is en dat er geen redenen zijn om van het uitgangspunt af te wijken dat ouders gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor hun kind. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders in staat zijn om redelijke communicatie te voeren over de zorg voor hun kind. De rechtbank heeft de zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige op woensdag en in het weekend bij de vader verblijft, en heeft de moeder niet veroordeeld tot nakoming van eerdere afspraken, in het vertrouwen dat zij de nieuwe regeling zal respecteren.
Daarnaast heeft de rechtbank een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige vastgesteld, die de vader aan de moeder moet betalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken door kinderrechter mr. A.K. Mireku, in aanwezigheid van griffier mr. M.T.C. Duijzer.