Op 29 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door het Amtsgericht Bremen op 6 december 2022. De opgeëiste persoon, geboren in 1988 en gedetineerd in Nederland, is aangeklaagd voor verschillende strafbare feiten, waaronder diefstal en mishandeling. De behandeling van het EAB vond plaats op 15 maart 2023, waarbij het openbaar ministerie werd vertegenwoordigd door officier van justitie mr. C.L.E. McGivern en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door advocaat mr. N. Schuerman.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd en heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd. De opgeëiste persoon heeft verklaard dat de in het EAB vermelde persoonsgegevens correct zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.
De rechtbank concludeert dat de strafbare feiten, zoals vermeld in het EAB, ook onder Nederlands recht strafbaar zijn en dat de vereisten voor dubbele strafbaarheid zijn nageleefd. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan voor de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van 1 jaar en 4 maanden, zoals opgelegd in een eerder vonnis van 9 april 2020. De uitspraak is gedaan door de rechters M.C.M. Hamer, A.J.R.M. Vermolen en B.M. Vroom-Cramer, en is openbaar uitgesproken op 29 maart 2023.