In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 maart 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die een exploitatievergunning voor een horecabedrijf in Amsterdam heeft aangevraagd, afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De voorzieningenrechter oordeelt dat de aanvraag terecht is afgewezen, omdat het horecabedrijf niet voldoet aan de vereisten voor een horeca 4 vergunning, maar feitelijk een horeca 1 bedrijf is. De voorzieningenrechter baseert haar oordeel op de definitie van horeca 4 en horeca 1 zoals vastgelegd in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en het bestemmingsplan. Verzoekster had eerder een voorlopige voorziening gekregen, maar na een nieuw besluit van de gemeente bleef de afwijzing van de vergunning staan. De voorzieningenrechter concludeert dat de gemeente terecht heeft geweigerd de vergunning te verlenen, omdat de exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en verklaart het beroep ongegrond.