ECLI:NL:RBAMS:2023:1750

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2023
Publicatiedatum
28 maart 2023
Zaaknummer
13/211653-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verpleging van overheidswege en wijziging tbs voorwaarden

Op 24 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/211653-12, waarin de officier van justitie op 6 maart 2023 een vordering heeft ingediend tot verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde, die eerder op 22 april 2022 met voorwaarden ter beschikking was gesteld. De rechtbank heeft de vordering tot verpleging van overheidswege afgewezen, maar heeft wel de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd. De terbeschikkinggestelde zal nu worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPK) omdat het verblijf in een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) niet toereikend bleek.

De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende adviezen en rapportages, waaronder een voortgangsverslag van GGZ en een advies van de reclassering. De terbeschikkinggestelde vertoonde psychotische symptomen en had herhaaldelijk de huisregels van de kliniek overtreden. De reclassering adviseerde om de tbs met voorwaarden om te zetten in tbs met dwangverpleging, maar de rechtbank heeft besloten om de huidige maatregel voort te zetten en de voorwaarden aan te passen om een klinische behandeling in een FPK mogelijk te maken.

De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde verplicht om zich te houden aan de gewijzigde voorwaarden, waaronder het meewerken aan huisbezoeken, het innemen van medicatie en het zich houden aan aanwijzingen van de reclassering. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid en de behandeling van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht

Parketnummer: 13/211653-21

Uitspraakdatum: 24 maart 2023
Beslissing op de op 6 maart 2023 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van 6 maart 2023 van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, in de zaak tegen:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2000,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres] ,
thans verblijvende in: [detentieadres] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 22 april 2022 met voorwaarden ter beschikking gesteld werd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie van 6 maart 2023 strekt ertoe dat de rechtbank alsnog de verpleging van overheidswege zal bevelen.
Ter zitting heeft de officier van justitie gevorderd de bij de terbeschikkingstelling opgelegde voorwaarden te wijzigen. Voorwaarde 12 dient in die zin gewijzigd te worden dat betrokkene verplicht wordt zich te laten opnemen en behandelen in FPK Inforsa of in een soortgelijke instelling en dat hij zich zal moeten houden aan aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling worden gegeven zolang de reclassering dat in overleg met de instelling nodig acht. Voorwaarde 10 dient in die zin gewijzigd te worden dat betrokkene verplicht wordt zich te laten opnemen in een FPC voor een time-out, indien de reclassering dat nodig vindt en betrokkene daarmee instemt.

De procesgang

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het vonnis van 22 april 2022, waarbij de maatregel tot terbeschikkingstelling (hierna tbs) met voorwaarden is opgelegd, welke dadelijk uitvoerbaar is verklaard;
  • het tweede voortgangsverslag tbs met voorwaarden van GGZ [locatie] van 6 februari 2023;
  • de officiële waarschuwing van GGZ [locatie] van 28 februari 2023 aan de ter beschikking gestelde naar aanleiding van het schenden van de voorwaarden;
  • het ‘Advies omzetting TBS dwangverpleging’ van GGZ [locatie] van 2 maart 2023, waarin wordt geadviseerd om de tbs met voorwaarden om te zetten in tbs met dwangverpleging;
  • het verzoek tot directe uitplaatsing FPA van de waarnemend regiebehandelaren [persoon 1] en [persoon 2] van Forensische kliniek [naam kliniek'] te [plaats] van 2 maart 2023, waarin wordt gesteld dat uitvoering van risicomanagement onvoldoende mogelijk blijkt op de FPA. Wegens aanhoudende incidenten en oplopende dreiging van risico’s voor en agressie naar medewerkers wordt verzocht tot directe uitplaatsing;
  • het plaatsingsadvies van psychiater E. Kuijper van 3 maart 2023, waarin wordt geadviseerd betrokkene in een PPC te plaatsen voor behandeling van zijn psychotische decompensatie in het kader van schizofrenie;
  • het consult rechtspleging van GZ-psycholoog S.J.D. Dijkstra van 6 maart 2023, waarin eveneens geadviseerd wordt om betrokkene in een PPC te plaatsen, gezien de beschikbare informatie over psychotische decompensatie en de aanwezigheid van meerdere incidenten, waarbij wordt gevreesd voor de veiligheid van het personeel;
  • de ‘vordering tot verpleging’, van overheidswege van 6 maart 2023;
  • de vordering tot voorlopige verpleging van overheidswege van 6 maart 2023;
  • het proces-verbaal van verhoor ter beschikking gestelde in het kader van de vordering tot voorlopige hervatting van de verpleging bij de rechter-commissaris in strafzaken van de rechtbank Amsterdam op 6 maart 2023;
  • bevel tot voorlopige verpleging van overheidswege van de rechter-commissaris in strafzaken van de rechtbank Amsterdam van 6 maart 2023;
  • het aanvullend advies van GGZ [locatie] van 22 maart 2023, waarin wordt geadviseerd betrokkene een tweede kans te bieden binnen het kader van tbs met voorwaarden (en de maatregel dus niet om te zetten in tbs met verpleging). Tevens wordt geadviseerd om betrokkene tot nader order te laten opnemen in een FPK en daartoe de huidige voorwaarden aan te passen.
  • de ‘vordering wijziging voorwaarden’ van 24 maart 2023;
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van de stukken van het Gerechtshof Amsterdam, te weten:
  • de akte instellen hoger beroep d.d. 6 mei 2022;
  • het proces-verbaal ter terechtzitting van de regiezitting van 2 februari 2023.
De rechtbank heeft op 24 maart 2023 ter openbare zitting gehoord:
  • de officier van justitie
  • de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw, mr. N. de Vos, advocaat te Amsterdam,
  • de deskundige [persoon 3] , reclasseringswerker, verbonden aan GGZ reclassering Fivoor.
Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Advies reclassering tot omzetting tbs dwangverpleging

Aan genoemd advies van Reclassering GGZ [locatie] van 2 maart 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
In het voortgangsverslag van 6 februari 2022 werd eerder geschreven dat de antipsychotica (Acemap) reeds werd afgebouwd. De psychiater wilde bezien of de toestand van betrokkene is veroorzaakt door overmatig cannabisgebruik (al dan niet in combinatie met stressfactoren), nu betrokkene geen duidelijke schizofreniesymptomen liet zien op de afdeling. Betrokkene gebruikte sindsdien (begin november) in het geheel geen antipsychotica meer. Er werden vervolgens geen psychotische symptomen waargenomen, tot circa eind januari 2023, toen betrokkene psychotisch decompenseerde.
Betrokkene heeft herhaaldelijk gezegd dat hij stemmen hoort en dingen ziet die er niet zijn. Later ontkent hij dit gezegd te hebben. Hij ontkent eveneens vrijwel alle (agressie)incidenten. Betrokkene lijkt de realiteitszin vrijwel volledig verloren. Zijn medicatie werd weer opgebouwd.
Mede door het verlies van zijn maximale vrijheden is de onvrede die betrokkene ventileerde over de lange duur van het verblijf in korte tijd sterk verhevigd. Dit hangt vermoedelijk samen met zijn psychotische decompensatie. Hij stelt zich tegenover het behandelteam en de reclassering dwingend op. Hij eist min of meer dat hij volledige vrijheid krijgt (de vrijheden zijn beperkt als gevolg van zijn huidige functioneren en het risico op delictgedrag). Hij vindt dat het indexdelict hem vergeven moet worden en accepteert de behandeling niet.
Voordat betrokkene decompenseerde, werd de kans op delictgedrag laag verondersteld. Onder de huidige omstandigheden, waarin de psychotische symptomen manifest zijn geworden, wordt het risico op delictgedrag (zeer) hoog geacht. Betrokkene vertoont (voorlopers van) delictgedrag. Hij heeft ziektebesef noch -inzicht en laat zich nauwelijks bijsturen. Vooralsnog neemt hij zijn medicatie wel in, hetgeen hopelijk leidt tot stabilisatie.
Een verdere begeleiding en behandeling in het kader van tbs met voorwaarden is gezien de verslechtering qua psychisch functioneren en de sterke gedragsverandering niet haalbaar, nu de situatie van betrokkene onhoudbaar is bij de huidige kliniek. Betrokkene werkt niet mee aan zijn behandeling bij FPA [plaats] . De behandelinstelling heeft aangegeven dat zij geen uitvoering kunnen geven aan het risicomanagement. Betrokkene heeft daarnaast veelvuldig de huisregels van de kliniek overtreden. De reclassering adviseert de rechtbank om omzetting naar tbs met verpleging te overwegen.

Advies reclassering tot wijziging tbs voorwaarden

Aan genoemd advies van Reclassering GGZ [locatie] van 22 maart 2023 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Op 13 maart heeft GGZ Reclassering Fivoor de casus geëvalueerd met de FPA. Daags erna is het onderwerp geweest in het Tbs Casus Overleg (TCO), waaraan, naast Reclassering Nederland en GGZ Reclassering Fivoor, wordt deelgenomen door een psychiater van het NIFP. Het is duidelijk geworden dat betrokkene lijdt aan schizofrenie en niet, zoals eerder als alternatieve hypothese gold, aan een door drugs geluxeerde psychose (ten tijde van het indexdelict). De verwachting was dat betrokkene door de hernieuwd voorgeschreven antipsychotica (31 januari 2023) zou stabiliseren, maar dat is niet gelukt. Hij werd zelfs steeds achterdochtiger en zijn gedrag werd in toenemende mate onvoorspelbaar en dreigend.
GGZ Reclassering Fivoor heeft betrokkene op 14 maart 2023 bezocht in [detentieadres] . Betrokkene was rustig in gesprek. Hij gaf echter geen blijk van probleeminzicht. De ideeën die hij etaleerde kwamen paranoïde over en waren nog hetzelfde als op de FPA. Bij bespreking van de opties gaf hij louter aan dat hij een zorgmachtiging wil hebben. Hij wilde uitsluitend naar FPA [plaats] terugkeren. GGZ Reclassering Fivoor is van mening dat de huidige psychotische belevingen een heldere afweging van de opties en een duidelijke kijk op de mogelijke behandelsettings in de weg staan. Gelet op de langere periode waarin betrokkene stabiel heeft gefunctioneerd op de FPA en zich heeft gecommitteerd aan de behandeling, is de inschatting dat betrokkene ook in een andere kliniek zijn medewerking zal verlenen, wanneer hij is gestabiliseerd.
Psychiater Beld adviseerde in de ontslagbrief om betrokkene een tweede behandelingspoging te geven bij een FPK of FPA en de GGZ Reclassering sluit zich hierbij aan. Er is een indicatiestelling aangevraagd bij IFZ (Indicatiestelling Forensische Zorg). Deze werd afgeven voor een kliniek met beveiligingsniveau 3 (FPK; Forensisch Psychiatrische Kliniek). Een hoger beveiligingsniveau houdt onder meer in dat de medewerker/cliënt ratio groter is, dat de in- en uitgangen strenger worden gecontroleerd en dat er meer mogelijkheden zijn voor crisismanagement. Daarnaast is de behandeling intensiever dan op een FPA.
Concluderend wordt door GGZ Reclassering Fivoor geadviseerd betrokkene een tweede kans te bieden binnen het kader tbs met voorwaarden (en de maatregel dus niet om te zetten in tbs met verpleging). Daarbij is het advies om betrokkene tot nader order te laten opnemen in een FPK. Hiervoor is aanpassing van de huidige voorwaarden nodig.
De deskundige heeft het advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De deskundige heeft verklaard dat de terbeschikkinggestelde is geaccepteerd voor plaatsing in FPK [naam FPK] met ingang van 27 maart 2023 om 12:00 uur.

Standpunt verdediging

De raadsvrouw heeft verzocht de vordering tot verpleging van overheidswege af te wijzen, nu de reclassering dat advies niet meer onderschrijft en de officier van justitie ter terechtzitting heeft gevorderd de tbs voorwaarden te wijzigen opdat verdachte nog een kans krijgt op een tweede behandeling bij een FPK.
De raadsvrouw heeft verzocht de vordering wijziging voorwaarden toe te wijzen. Betrokkene wil nog een kans krijgen op een tweede behandeling binnen het kader tbs met voorwaarden en is bereid zich aan de te wijzigen voorwaarden te houden.

Oordeel rechtbank

De rechtbank is – gelet op de adviezen en het verhandelde ter zitting – van oordeel dat de tbs met voorwaarden dient te worden voorgezet. Dit maakt dat de rechtbank de vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege zal afwijzen. De rechtbank zal de voorwaarden van de terbeschikkingstelling – zoals de officier van justitie heeft gevorderd – wijzigen om de klinische behandeling in een FPK mogelijk te maken.

Beslissing

De rechtbank
wijstde vordering van de officier van justitie tot verpleging van overheidswege
af.
De rechtbank
wijzigtde voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden zodat zij als volgt komen te luiden:
Veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
V
eroordeelde meldt zich op afspraken bij de reclassering of op een ander door de reclassering bepaalde locatie. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
3. Veroordeelde laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van veroordeelde vast te stellen;
4. Veroordeelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om veroordeelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
5. Veroordeelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
6. Veroordeelde werkt mee aan huisbezoeken;
7. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
8. Veroordeelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
9. Veroordeelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met veroordeelde, als dat van belang is voor het toezicht;
10.
Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
11. Veroordeelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering;
12.
Veroordeelde wordt verplicht om zich op basis van de door het NIFP-IFZ afgegeven indicatiestelling te laten opnemen en behandelen in FPK Inforsa of soortgelijke instelling, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, zolang de reclassering dat in overleg met die instelling nodig acht.
13. Veroordeelde neemt indien voorgeschreven door de behandelaars, medicatie in, zolang als zijn behandelaars nodig achten;
14. Veroordeelde werkt mee aan een ambulant behandeltraject aansluitend aan de klinische fase. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig vindt;
15. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
16. Veroordeelde werkt mee aan het vinden en behouden van passende huisvesting, ook als dat inhoudt beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering;
17. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
18. Veroordeelde werkt mee aan het vinden van passend werk dan wel een zinvolle dagbesteding (indien nodig), waarbij rekening gehouden wordt met zijn draagkracht­ en last;
19. Veroordeelde geeft openheid over zijn sociale netwerk en relaties;
20. Veroordeelde geeft inzage in zijn financiële situatie en werkt indien door de reclassering geïndiceerd, mee aan een schuldsaneringstraject;
21. Veroordeelde onthoudt zich gedurende de looptijd van de tbs-maatregel van het gebruik van harddrugs, softdrugs en alcohol. Veroordeelde werkt mee aan urine-, en ademanalysecontroles indien toezichthouder dergelijke controle geïndiceerd acht. Bij overtreding van de voorwaarde zal het behandelteam in samenspraak met de reclassering besluiten of sanctionering noodzakelijk is.
Deze beslissing is gegeven door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. P.K. Oosterling-van der Maarel en S.J. Mees-Bolle, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.S. Schakenraad, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van deze rechtbank op 24 maart 2023.