Op 23 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Amtsgericht Aschaffenburg in Duitsland. Het EAB, dat op 28 december 2022 werd uitgevaardigd, verzocht om de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Brazilië in 1995, die op dat moment gedetineerd was in Nederland. De behandeling van de zaak vond plaats op 9 maart 2023, waarbij de opgeëiste persoon afstand deed van zijn recht om ter zitting aanwezig te zijn en werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. N.M. Delsing. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd, zoals voorgeschreven door de Overleveringswet (OLW).
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Braziliaanse nationaliteit heeft. De raadsvrouw heeft betoogd dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van 21 december 2022 en beschrijft het strafbare feit als illegale handel in verdovende middelen, wat onder de lijst van bijlage 1 van de OLW valt. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 van de OLW en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering.
De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, en deze uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee andere rechters in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, van de OLW.