ECLI:NL:RBAMS:2023:1706
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot verschoning van een rechter in een civiele procedure
Op 23 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure, waarin een verzoek tot verschoning van de rechter mr. R.H.C. Jongeneel werd afgewezen. Het verzoek was ingediend in het kader van een aanhangige civiele procedure onder zaaknummer 724371 / HA ZA 22-892, waarbij de rechter eerder betrokken was geweest. De indiener van het verzoek stelde dat de rechter door zijn eerdere uitspraak in een vergelijkbare zaak, waarin een verzekeraar betrokken was, de schijn van partijdigheid zou kunnen wekken. De rechtbank oordeelde dat de enkele betrokkenheid van de rechter bij een eerdere uitspraak in een soortgelijk geschil niet voldoende was om te concluderen dat de rechterlijke onpartijdigheid in gevaar zou komen. De rechtbank baseerde haar oordeel op artikel 40 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat stelt dat in een verschoningsprocedure moet worden beoordeeld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter kunnen schaden. De rechtbank benadrukte dat de rechter zelf niet van mening was dat hij niet onpartijdig kon oordelen en dat de schijn van partijdigheid niet automatisch voortvloeit uit eerdere betrokkenheid bij een soortgelijk geschil. De beslissing werd genomen zonder mondelinge behandeling, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank heeft het verzoek tot verschoning afgewezen en de beslissing zal worden toegezonden aan de betrokken partijen.