ECLI:NL:RBAMS:2023:1637

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
13/181997-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van drugshandel en witwassen van crimineel geld

Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het aanwezig hebben van ruim 113 kilo cocaïne, de verkoop van ruim een kilo cocaïne en het witwassen van € 412.025. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 juli 2021 in Amsterdam betrokken was bij de drugshandel en het witwassen van geld dat afkomstig was uit deze handel. De verdachte werd op die dag aangehouden na observaties van de politie, waarbij hij werd gezien in de nabijheid van een voertuig waarin cocaïne werd aangetroffen. Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte werden aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en contant geld aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had over de aangetroffen drugs en het geld, en dat hij deel uitmaakte van een groep die zich bezighield met drugshandel. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, en verklaarde het witwassen van het geld bewezen. De rechtbank weegt de ernst van de feiten zwaar, gezien de impact van drugshandel op de samenleving en de betrokkenheid van de verdachte bij deze criminele activiteiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/181997-21 (onderzoek Guerrero)
Datum uitspraak: 13 maart 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
wonende op het [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 20, 25 en 27 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. R. Willemsen, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. L.J.B.G. van Kleef, naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaak tegen verdachte gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] . [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich op 8 juli 2021 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
1. het medeplegen van het telen/bereiden/bewerken/verwerken/verkopen/afleveren/verstrekken/vervoeren, in ieder geval opzettelijk aanwezig hebben, van 1.02 kilogram cocaïne;
2. het medeplegen van het telen/bereiden/bewerken/verwerken/verkopen/afleveren/verstrekken/vervoeren, in ieder geval opzettelijk aanwezig hebben, van 113,93 kilogram cocaïne;
3. het medeplegen van het witwassen van € 412.025,-.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de tenlastegelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Feiten en omstandigheden
De volgende feiten kunnen op grond van de het dossier als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten hebben op de zitting niet ter discussie gestaan en kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beoordeling van deze strafzaak.
Aanloop en parkeergarage
Op 8 juli 2021 zien verbalisanten een Volkswagen Up met kenteken [kenteken 1] rijden op de A4. Achter deze auto rijdt een Volkswagen Up met kenteken [kenteken 2] . Naar aanleiding van een ANPR-hit op de eerste auto volgen de verbalisanten beide voertuigen. Vervolgens zien de verbalisanten dat de tweede auto de ondergrondse parkeergarage van de flat aan de [adres 2] in Amsterdam inrijdt. [naam 1] bestuurt deze auto en [naam 2] is de bijrijder. Kort hierna loopt verdachte vanuit het trappenhuis van de flat richting de parkeergarage. [naam 2] stapt uit de auto en loopt samen met verdachte naar het trappenhuis. Even later lopen [naam 2] en verdachte weer richting de auto, waarna verdachte wegloopt. Verbalisanten lopen naar de auto om de inzittenden staande te houden. Op dat moment ziet [verbalisant 1] dat [naam 1] een met geelkleurig tape omwikkeld blok in zijn handen heeft en dat van zich af gooit, waarna het terechtkomt op de grond voor de bestuurdersstoel. Later wordt vastgesteld dat het om een blok cocaïne gaat. [naam 2] , [naam 1] en verdachte worden aangehouden.
Situatie in de woning
Bij de aanhouding worden in de trui van verdachte twee telefoons aangetroffen. Ook houdt verdachte een sleutel in zijn hand. De sleutel blijkt te passen op de woning aan de [adres 2] . [verbalisant 2] opent de voordeur van deze woning met de sleutel die bij verdachte is aangetroffen. Wanneer de verbalisanten de woning betreden, treffen zij daar [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] aan.
In de woning zien de verbalisanten het volgende. In slaapkamer B zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] aanwezig. Er staat een geldtelmachine aan. [medeverdachte 1] zit achter deze geldtelmachine en is geld aan het tellen. [medeverdachte 5] zit naast [medeverdachte 1] en is geld aan het stapelen. Op het bed in deze kamer liggen stapels gebundelde geldbiljetten. In de openstaande kast achter [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] liggen tientallen blokken. Op een plank in slaapkamer B ligt een opengesneden blok met daarnaast een bord met poederresten. In deze kamer worden in totaal 109 blokken aangetroffen, die positief zijn getest op cocaïne. Het geld dat is aangetroffen bedraagt
€ 412.025,-. Verder wordt in deze slaapkamer een vacumeerapparaat en verpakkingsmateriaal aangetroffen.
[medeverdachte 3] wordt in slaapkamer D aangetroffen. [medeverdachte 4] komt op het moment van binnentreden uit het toilet lopen. [medeverdachte 6] zat samen met [medeverdachte 2] aan de tafel te eten in de woonkamer met open keuken. In de keuken wordt een schaal met daarop wit poeder, een pasje en een opgerold vijftig eurobiljet aangetroffen. Net nadat de politie de woning heeft betreden, komt [medeverdachte 7] de woning binnen met zijn eigen sleutels.
Relatie tot elkaar en tot de woning
Vastgesteld kan worden dat [medeverdachte 1] de eigenaar is van de woning aan de [adres 2] . Hij heeft hier vroeger zelf gewoond en bezoekt de woning nog regelmatig. [medeverdachte 1] verhuurde kamers in de woning. [medeverdachte 7] huurde slaapkamer A en [medeverdachte 3] huurde slaapkamer D. In deze slaapkamers zijn geen voor deze zaak relevante voorwerpen aangetroffen. [medeverdachte 5] verbleef ook in de woning. Verdachte, [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] waren geen huurders. In algemene zin kan verder worden vastgesteld dat alle verdachten elkaar in meer of mindere mate – direct of indirect – kenden en/of met elkaar samenwerkten.
De gesprekken op de Iphone SE
Een van de telefoons die bij verdachte is aangetroffen, een iPhone SE, is onderzocht. Op de telefoon zijn berichten aangetroffen. De persoon die de berichten via deze telefoon verstuurt, gebruikt de naam [fake naam] . Op 8 juli 2021 – de dag van aanhouding – wordt er een gesprek gevoerd over de verkoop van een partij ‘ [naam 3] ’. Op de telefoon zijn verder foto’s aangetroffen van blokken. Deze foto’s zijn vergeleken met de aangetroffen blokken cocaïne in de woning. De politie heeft geverbaliseerd dat de blokken op de foto’s overeenkomen met de aangetroffen blokken in de woning.
Camerabeelden
In het dossier zijn de camerabeelden van 8 juli 2021 uit de parkeergarage en bij de lift op de begane grond beschreven. De politie heeft op de camerabeelden onder andere – kort samengevat – het volgende waargenomen. Om 08:19 uur lopen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] de lift uit. Ze lopen naar buiten. Rond 12:20 uur komen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] de garage inlopen. Om 12:45 lopen zij weer naar buiten, waarna de Peugeot van [medeverdachte 1] de garage inrijdt en parkeert. [medeverdachte 5] stapt uit aan de bestuurderszijde en [medeverdachte 1] aan de bijrijderszijde. Om 12:53 uur komen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] lopend de parkeergarage binnen. Zij voegen zich bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] . De achterdeuren van de Peugeot gaan open en er worden meerdere tassen vanuit de auto naar de ingang van de flat gedragen. De politie schrijft op dat de tassen redelijk zwaar ogen. Om 12:57 uur verlaat de Peugeot de garage weer. Om 14:39 uur rijdt [medeverdachte 1] met een Volkswagen Caddy de garage in en parkeert. [medeverdachte 1] stapt uit en loopt richting de ingang van de flat. [medeverdachte 5] komt de garage inlopen en [medeverdachte 1] loopt weer terug naar de Caddy. [medeverdachte 1] draagt een donkere tas en brengt deze naar de Caddy. De politie schrijft op dat deze tas nogal zwaar oogt. Om 14:43 uur lopen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] met een lege tas vanaf de auto terug naar de flat. [medeverdachte 1] rijdt met de Caddy de garage uit. Om zowel 16:33 uur als 18:49 uur rijdt er een zwarte Volkswagen Up de garage in waarmee [medeverdachte 1] contact maakt.
Verdachte is ook waargenomen op de camerabeelden van 8 juli 2021. De politie heeft waargenomen dat verdachte om 15:31 uur de lift van het appartementencomplex inging. Om 16:28 uur kwam verdachte uit de lift, om vervolgens om 16:33 uur met twee onbekende mannen opnieuw de lift in te stappen. Ook is waargenomen dat verdachte om 22:20 uur de trap op komt lopen, wat overeenkomt met wat de verbalisanten vanaf het parkeerdek hebben gezien. Verdachte heeft verklaard dat hij op 8 juli 2021 rond 15:30 de woning binnenging, nadat hij de tandarts had bezocht.
Verder blijkt uit het dossier dat de tijdstippen op de beelden elf minuten voorlopen op de daadwerkelijke tijd.
Uit het dossier blijkt niet dat de tassen die uit de Peugeot zijn geladen, in de woning zijn gevonden. Uit het dossier valt ook niet op te maken waar de tassen wel heen zijn gebracht of wat er in de tassen is gevonden.
Verdachte heeft verklaard dat hij die avond in de woning was. Kort voor zijn aanhouding heeft hij op verzoek van een andere persoon in de woning iemand in de garage opgehaald en naar boven gebracht. Verdachte wil niet zeggen op wiens verzoek dat was. De opgehaalde persoon is kort in de woning geweest en verdachte heeft hem daarna weer naar beneden gebracht. De iPhone SE was niet van hem; hij heeft die alleen even meegekregen om contact te kunnen leggen met de persoon die hij moest ophalen. De chat stond al open op de telefoon, en verdachte heeft in die chat gevraagd waar die persoon was.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of op basis van het dossier en het verhandelde ter zitting kan worden vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het, kort gezegd, vervoeren van 1.02 kilogram cocaïne. Daarnaast moeten de vragen worden beantwoord of verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had van de in de woning aangetroffen 113,93 kilogram cocaïne en het aangetroffen geldbedrag van € 412.025,-. Tot slot moet de vraag worden beantwoord of verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van het geldbedrag van € 412.025,-.
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het verstrekken en vervoeren van 1.02 kilogram cocaïne, het aanwezig hebben van 113,93 kilogram cocaïne en het eenvoudig witwassen van € 412.025,-, alles tezamen en in vereniging gepleegd. Zij heeft hiertoe het volgende aangevoerd.
Uit de waarnemingen van de verbalisanten blijkt dat verdachte in de parkeergarage een blok cocaïne heeft overhandigd aan [naam 2] . De waarnemingen van de politie komen overeen met de chatgesprekken in de iPhone SE die bij verdachte is aangetroffen. Vastgesteld kan worden dat verdachte de gebruiker is van deze telefoon.
Op de beelden heeft de politie gezien dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] zich bezighielden met het uitladen van de tassen uit de Peugeot. Op dat zelfde moment stuurt verdachte met de Iphone SE een bericht dat hij ‘het binnen heeft’, terwijl de rest van de gesprekken op die telefoon ook over drugshandel gaan. Op basis van de camerabeelden, in samenhang met de chatgesprekken op de telefoon, kan worden geconcludeerd dat in de tassen die uit de Peugeot kwamen cocaïne zat en dat deze tassen door verschillende verdachten naar de woning zijn gebracht.
Vervolgens is in de woning bijna 114 kilogram cocaïne en € 412.025,- aangetroffen. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] waren op dat moment geld aan het tellen en bevonden zich in de slaapkamer met de blokken cocaïne. Bij verdachte was sprake van wetenschap en beschikkingsmacht ten aanzien van de verdovende middelen en het geld, gelet op de berichten die in zijn telefoon zijn aangetroffen en het feit dat hij zich in een woning bevond waar op dat moment meer dan drie miljoen euro in straatwaarde aan cocaïne lag en
€ 412.025,-. Het is volstrekt ongeloofwaardig dat willekeurige personen zouden worden toegelaten in een woning waar dergelijke voorwerpen liggen.
Verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van eenvoudig witwassen. Verdachte heeft geen verklaring gegeven voor de aanwezigheid van het geld in de woning, terwijl dat – gelet op de omstandigheden – wel van hem mocht worden verwacht. Het kan niet anders dan dat het geld verdiend is met drugshandel en afkomstig is uit eigen misdrijf. Verdachte wist dit en heeft zich dan ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van eenvoudig witwassen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde heeft de raadsman het volgende aangevoerd. De iPhone SE is niet van verdachte en hij heeft de berichten op die iPhone dan ook niet verstuurd. Uit de berichten blijkt niet dat verdachte de persoon is die de zaken doet. Verdachte heeft op verzoek van een andere persoon in de woning iemand in de garage opgehaald en naar boven gebracht. Hij heeft hier verder niets mee te maken.
Uit de waarnemingen van de politie blijkt niet dat verdachte daadwerkelijk een kilo cocaïne heeft overgedragen. Bij het uitladen van de tassen uit de Peugeot was verdachte niet aanwezig. Verdachte heeft zich dan ook niet schuldig gemaakt aan de verkoop of het vervoer van de tenlastegelegde 1.02 kilo cocaïne en dient daarvan te worden vrijgesproken.
De raadsman heeft met betrekking tot het onder feit 2 en feit 3 tenlastegelegde het volgende aangevoerd. Verdachte heeft in de woning geen chemische geur waargenomen. Verder kan niet worden vastgesteld dat verdachte in de woning aanwezig was op het moment dat de geldtelmachine aan stond. Bovendien kan niet met voldoende zekerheid worden gesteld dat het gebruik van een decibelmeting-app betrouwbaar is. Die heeft dan ook geen bewijswaarde. Nu verdachte geen wetenschap en beschikkingsmacht had over de drugs en het geldbedrag, dient hij te worden vrijgesproken.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Het medeplegen van de verkoop van 1.02 kilo cocaïne (feit 1)
De rechtbank overweegt als volgt.
De iPhone SE - drugstelefoon
Vastgesteld kan worden dat de iPhone SE die onder verdachte in beslag is genomen, een telefoon betreft waarop gesprekken werden gevoerd in het kader van de handel in drugs. Zo verstuurde de gebruiker van de iPhone SE met het account ‘ [face naam] ’ berichten als ‘kan je [naam 3] kwijt’, ‘een stuk of 100’, ’46x diamand 11xw’, ‘but [naam 4] is finished’, ‘rest is verkocht’ en stuurt hij foto’s van blokken die eruit zien als blokken cocaïne en die deels ook lijken op de – geteste – blokken cocaïne die later in de woning zijn aangetroffen..
Gebeurtenissen op 8 juli 2021
[face naam] heeft op 8 juli 2021 een gesprek met het account ‘ [naam 5] ’. [face naam] schrijft dat alles is verkocht, maar dat hij er nog één heeft bewaard. [naam 5] schrijft om 21:15 uur dat hij net is vertrokken en stuurt om 21:23 uur ’22:15’. Ook vraagt [naam 5] om een token. Om 21:39 uur vraagt [face naam] ‘wat voor auto’. [naam 5] schrijft dat het om dezelfde auto gaat, maar nu een in champagnekleur. Om 22:07 uur schrijft [naam 5] dat hij er is. Later blijkt dat het account [naam 5] wordt gebruikt door [naam 2] . Op de camerabeelden is – na een correctie van elf minuten – te zien dat om 22:08 de garage van het appartementencomplex aan de [adres 2] opengaat en een lichtkleurige Volkswagen Up de garage inrijdt en parkeert.
Verbalisanten zien op dat moment dat verdachte uit het portiek komt lopen en naar de Volkswagen loopt. [naam 2] stapt, met een tasje in zijn handen, uit en loopt weg met verdachte. [naam 1] blijft in de auto zitten. Even later komen zij terug. [naam 2] stapt, nog altijd met het tasje in zijn hand, de auto weer in. Verbalisanten houden daarna [naam 2] , [naam 1] en verdachte staande. [naam 1] houdt een geel blok cocaïne in zijn handen. Bij verdachte wordt de iPhone SE aangetroffen waarop de chatgesprekken tussen [face naam] en [naam 5] staan.
Verkoop van de 1,02 kilo
De rechtbank stelt vast dat verdachte kort voor dit contactmoment berichten vanuit het account ‘ [face naam] ’ heeft gestuurd, zoals hij zelf ook heeft verklaard. De tijdstippen van de verstuurde berichten komen overeen met het moment waarop [naam 1] en [naam 2] de garage in komen rijden en met het tijdstip dat verdachte naar hen toe komt lopen. Gelet op de inhoud van de chat en de hele gang van zaken kan het niet anders dan dat het blok cocaïne dat bij [naam 1] is aangetroffen afkomstig is uit de woning aan de [adres 2] . Het blok is qua uiterlijk ook gelijk aan een groot deel van de blokken cocaïne die in de woning aan de [adres 2] zijn aangetroffen.
De verklaring van verdachte dat hij slechts de personen in de parkeergarage ophaalde voor iemand anders, alleen voor dat doel de telefoon van een ander voor korte duur meekreeg en niet wist wat er aan de hand was of waar het over ging, stelt de rechtbank als ongeloofwaardig terzijde. Het is zeer onaannemelijk dat aan een willekeurig, onwetend persoon een telefoon wordt toevertrouwd waarin gesprekken worden gevoerd over grootschalige drugshandel.
Medeplegen
Ook vindt de rechtbank dat hierbij sprake is geweest van medeplegen. Uit de gesprekken op de iPhone SE blijkt dat er in de middag van 8 juli 2021 al wordt gesproken over hoeveel blokken er nog beschikbaar zijn. Ook wordt er gesproken over een zwarte Volkswagen Up die eerder die dag door [naam 5] naar [face naam] is gestuurd. Uit de camerabeelden blijkt dat op 8 juli 2021 om 16:30 uur [medeverdachte 1] contact maakt met de bestuurder van een zwarte Up.
Hoewel de rechtbank vaststelt dat het verdachte is die de berichten op de iPhone SE stuurt vlak voordat het blok cocaïne wordt verkocht, is het de rechtbank - gelet op het contact tussen [medeverdachte 1] en de zwarte Up eerder die dag - voldoende duidelijk dat deze iPhone ook door zijn medeverdachte(n) werd gebruikt in het kader van de handel in drugs. Ook stelt de rechtbank vast dat het door verdachte afgeleverde blok cocaïne uit de kamer afkomstig is waarin [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] zich bevonden en waar een grote partij cocaïne is aangetroffen, waaronder ook blokken die er hetzelfde uitzagen. Hieruit kan worden opgemaakt dat er in het kader van de verkoop van dit blok is samengewerkt. Verdachte maakte onderdeel uit van een groep die zich bezighield met de handel in drugs.
Conclusie
De rechtbank vindt, concluderend, bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van de verkoop, aflevering en het vervoer van 1.02 kilogram cocaïne op 8 juli 2021.
4.4.2
Het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 113,92 kilogram cocaïne (feit 2)
Zat er cocaïne in de tassen?
De rechtbank stelt vast dat het niet anders kan dan dat zich in de tassen die in de middag van 8 juli 2021 uit de Peugeot werden geladen, cocaïne bevond. Dit leidt de rechtbank af uit de chatberichten op de iPhone SE in samenhang met wat de politie op de camerabeelden heeft gezien. Zo schrijft [face naam] om 11:38 uur ‘heb ze met een uurtje bro’. Vervolgens schrijft hij om 12:43 uur ’30.5’ en om 12:44 uur ‘heb ze net binnen bro’.
Deze berichten komen overeen met hetgeen de verbalisanten op de camerabeelden hebben gezien. Daarop hebben de verbalisanten gezien dat – na een correctie van elf minuten op de tijdsregistratie van de beelden – om 12:40 uur (in plaats van 12:51 uur) [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] in een Peugeot de parkeergarage inrijdt en parkeert. Twee minuten later, na correctie om 12:42 uur, lopen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2] de garage binnen. Vervolgens gaan de achterdeuren van de Peugeot open en dragen de vier medeverdachten tassen naar de ingang van de flat. Gelet op het feit dat de chatberichten over drugshandel gaan en dat om 12:44 uur het bericht ‘heb ze net binnen bro’ wordt verstuurd terwijl vlak daarvoor redelijk zwaar ogende tassen vanuit een auto naar de ingang van de flat worden gedragen, en die avond een grote hoeveelheid blokken cocaïne in de woning is aangetroffen, vindt de rechtbank dat het niet anders kan dan dat zich in die tassen cocaïne bevond en dat deze cocaïne naar de woning is gebracht. Dit betekent dat de cocaïne zich in ieder geval vanaf ongeveer 12:44 uur in de woning bevond.
Wetenschap en beschikkingsmacht
Verdachte was op het moment van het uitladen van de tassen niet in de woning aanwezig. Hij was bij de tandarts en kwam pas net voor 15:30 uur het appartementencomplex binnen. Verdachte was vanaf dat moment in de woning aanwezig tot aan het moment van aanhouding. Verdachte heeft verklaard dat hij in de woning alleen in de woonkamer heeft gezeten en dat de deuren van slaapkamer B dicht waren.
De rechtbank overweegt dat verdachte (in vereniging) vanuit de woning rond 22:00 uur in de avond een blok cocaïne heeft verkocht en daarbij heeft gecommuniceerd via een telefoon die gebruikt werd voor de (grootschalige) handel in drugs. Het blok cocaïne was afkomstig uit de woning waar zich op het moment van de doorzoeking in totaal 109 blokken cocaïne bevonden.
Conclusie
Gelet op al het voorgaande kan worden vastgesteld dat verdachte onderdeel uitmaakte van een groep die zich bezighield met de handel in drugs vanuit de woning. Dit maakt dat het niet anders kan dan dat verdachte ook wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van 113,92 kilogram cocaïne in slaapkamer B op 8 juli 2021. Dat verdachte ook beschikkingsmacht had over deze partij cocaïne, volgt uit het feit dat hij zelf, die avond, een blok afkomstig uit deze partij heeft verkocht. De rechtbank vindt bewezen dat verdachte zich ook schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 113,92 kilogram cocaïne.
4.4.3
Het medeplegen van eenvoudig witwassen (feit 3)
Aan verdachte is ook tenlastegelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan (eenvoudig) witwassen van € 412.025,-. Dit geld is, net als de verdovende middelen, aangetroffen in slaapkamer B van de woning aan de [adres 2] , terwijl [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] (een deel van) het geld aan het tellen en stapelen waren. Verdachte ontkent geweten te hebben van de aanwezigheid van dat geldbedrag.
Beschikkingsmacht
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van witwassen allereerst zal moeten worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van het geldbedrag en daar ook beschikkingsmacht over had. De rechtbank vindt dat daar sprake van is. Uit de iPhone SE die bij verdachte is aangetroffen blijkt dat sprake is van grootschalige drugshandel. Het is een feit van algemene bekendheid dat drugshandel gepaard gaat met (grote hoeveelheden) contant geld. Dat dit ook hier het geval was, volgt uit de chatberichten op de iPhone SE, waarin gezegd wordt ‘cash deal wel bro’. [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en verdachte hielden zich, gelet op het eerder overwogene, met deze handel bezig. In de avond van 8 juli 2021 heeft verdachte vanuit de woning ruim een kilo cocaïne overgedragen, terwijl dat blok cocaïne afkomstig was uit de slaapkamer waar zich ook het geldbedrag bevond. Onder die omstandigheden kan het niet anders dan dat verdachte zich bewust was van het geldbedrag van € 412.025,- en daar ook beschikkingsmacht over had.
Witwassen
Deze feiten en omstandigheden maken ook dat geen andere conclusie mogelijk is dan dat dit geldbedrag afkomstig was uit enig (eigen) misdrijf, namelijk de handel in drugs, en dat verdachte dit wist. De rechtbank overweegt voorts dat verdachte geen concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onaannemelijke verklaring heeft gegeven voor de herkomst van het geld.
Conclusie
De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met zijn medeverdachten € 412.025,- (eenvoudig) heeft witgewassen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage II vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 8 juli 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft verkocht, afgeleverd en vervoerd, 1,02 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
feit 2:
op 8 juli 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk aanwezig heeft gehad, 113,93 kilogram van een materiaal bevattende cocaïne;
feit 3:
op 8 juli 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met anderen, een geldbedrag van 412.025 euro heeft voorhanden gehad, terwijl hij wist dat dit voorwerp afkomstig was uit enig eigen misdrijf.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf en maatregel

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 (zes) jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het strafmaatverweer van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het aanwezig hebben van ruim 113 kilo cocaïne en de verkoop van ruim een kilo cocaïne. Dit zijn zeer ernstige feiten. Het is algemeen bekend dat het gebruik van harddrugs grote gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Verdachte heeft hieraan een bijdrage geleverd. Ook leidt de verkoop van dergelijke grote hoeveelheden drugs tot andere vormen van criminaliteit. Met de handel in drugs wordt veel geld verdiend en toepassing van geweld ter bescherming van deze handel wordt doorgaans niet geschuwd. Door het plegen van deze strafbare feiten heeft verdachte indirect aan deze negatieve consequenties bijgedragen.
Daarnaast heeft verdachte € 412.025,- witgewassen. Het witwassen van criminele gelden vormt een ernstige bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Ook een feit als witwassen werkt het voortbestaan van verschillende vormen van criminaliteit in de hand. De rechtbank rekent dit verdachte aan en een forse gevangenisstraf is daarom op zijn plaats.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft gelet op het strafblad van verdachte van 11 januari 2023. Hieruit blijkt dat verdachte één keer eerder is veroordeeld voor het overtreden van de Opiumwet, maar dit is al meer dan tien jaar geleden. De rechtbank weegt dit dan ook niet mee in strafverzwarende zin. Uit het reclasseringsrapport van 23 september 2021 blijkt dat verdachte verder een redelijk stabiel leven heeft. Sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft verdachte zich aan alle voorwaarden gehouden. Uit het door de verdediging verstrekte voorlichtingsrapport van 16 januari 2023 over verdachte, opgemaakt door de heer [reclasseringsmedewerker] , blijkt dat verdachte ook op dit moment nog steeds een redelijk stabiel leven heeft. Verdachte is kortgeleden vader geworden. De rechtbank ziet in de persoon van verdachte geen strafverzwarende, maar ook geen strafverminderende omstandigheden.
LOVS-oriëntatiepunten
Tot slot heeft de rechtbank gelet op de oriëntatiepunten van de rechtspraak (LOVS-oriëntatiepunten). Hierin wordt als oriëntatiepunt voor het aanwezig hebben van harddrugs met een gewicht van meer dan twintig kilo een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijftig maanden genoemd. De oriëntatiepunten voor fraude noemen bij een bedrag tussen
€ 250.000,- en € 500.000,- een gevangenisstraf tussen de twaalf en achttien maanden.
Op te leggen straf
De specifieke rol van verdachte is in deze zaak niet geheel duidelijk geworden. Verdachte heeft de rechtbank geen enkel inzicht in zijn rol gegeven omdat hij zijn aandeel volledig heeft ontkend. Gelet op het samenwerkingsverband en de onduidelijkheid over de rolverdeling rollen tussen verdachte en zijn medeverdachten, zal de rechtbank bij de straftoemeting aansluiten bij de straffen die aan de medeverdachten worden opgelegd. De rechtbank ziet geen reden om bij de straftoemeting (erg) af te wijken van de hiervoor genoemde oriëntatiepunten. Alles in overweging nemende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren, met aftrek van voorarrest, passend en geboden.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen inbeslaggenomen:
2177,45 EUR (Omschrijving: G-6077560)
1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: G6077558, Iphone 12)
1 STK GSM (Omschrijving: PL1300-2021140523-G6077545, Rood, merk: Iphone 8)
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om met betrekking tot de iPhone 12 de teruggave aan verdachte te gelasten.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het geldbedrag verbeurd dient te worden verklaard en dat de iPhone 12 aan verdachte dient te worden teruggegeven. De iPhone 8 dient te worden onttrokken aan het verkeer.
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van het voorwerp onder nummer 3, de iPhone 8, het bewezen geachte onder feit 1 is begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, wordt dit voorwerp onttrokken aan het verkeer.
De andere voorwerpen, te weten het geldbedrag en de iPhone 12, moeten worden teruggegeven aan verdachte. Van het geldbedrag is onvoldoende vast komen te staan dat dit door middel van de strafbare feiten is verkregen.

10.Voorlopige hechtenis

Het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte is op 20 januari 2023 geschorst tot aan de dag van de einduitspraak op 13 maart 2023. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. Bij de vraag of de voorlopige hechtenis opnieuw dient te worden geschorst is sprake van een nieuwe belangenafweging waarbij gelet op onderhavig vonnis, waarbij aan verdachte voor ernstige feiten een langdurige gevangenisstraf wordt opgelegd, er in beginsel sprake moet zijn van bijzondere zwaarwichtige, de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden, op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis, dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. De rechtbank ziet in de door de verdediging naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden geen ruimte om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 36cb, 36c, 47, 57, 420bis.1 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

12.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde onder feit 1, feit 2 en feit 3 heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 en feit 2:
telkens: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
feit 3:
medeplegen van eenvoudig witwassen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
1. STK GSM (Omschrijving: PL1300-2021140523-G6077545, Rood, merk: Iphone 8)
Gelast
de teruggave aan verdachtevan:
1. STK Telefoontoestel (Omschrijving: G6077558, Iphone 12)
2177,45 EUR (Omschrijving: G-6077560)
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.G. Vegter, voorzitter,
mrs. E.G.C. Groenendaal en A.M. Grüschke, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Utlu, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 13 maart 2023.
[...]
[...]
[...]