Op 13 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het telen, bereiden, verkopen en vervoeren van 113,93 kilogram cocaïne, alsook van het witwassen van € 412.025,-. De zaak kwam ter terechtzitting na een onderzoek dat plaatsvond op 20, 25 en 27 januari 2023. De officier van justitie, mr. R. Willemsen, stelde dat de verdachte wetenschap had van de aanwezige verdovende middelen en het geldbedrag, en dat hij beschikkingsmacht had over deze goederen. De verdediging daarentegen pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte geen wetenschap had van de inhoud van de woning en geen beschikkingsmacht had over de aangetroffen goederen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 8 juli 2021 in de woning aanwezig was, maar niet op de camerabeelden was waargenomen tijdens de momenten waarop de drugs en het geld werden verplaatst. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wetenschap had van de cocaïne en het geld, en dat hij ook geen beschikkingsmacht had over deze goederen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank gelastte tevens de teruggave van een in beslag genomen iPhone aan de verdachte, aangezien de officier van justitie hiertegen geen bezwaar had gemaakt. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in strafzaken, vooral met betrekking tot de wetenschap en beschikkingsmacht van de verdachte over de tenlastegelegde feiten.