Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De verdere procedure
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man, bijgestaan door zijn advocaat en een tolk in de Arabische taal.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is op 16 februari 2023 een beschikking gegeven in het kader van de verdeling van huwelijksvermogen tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Westerveld, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. D.G. Peters, hebben tijdens de mondelinge behandeling op 19 januari 2023 gedeeltelijk overeenstemming bereikt, maar er bleven nog enkele geschilpunten over, waaronder de verdeling van een auto, bruidsgoud en de draagplicht van schulden aan de moeder van de vrouw.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is om te oordelen over het verzoek tot verdeling, en dat het Nederlands recht van toepassing is op het huwelijksvermogen van partijen, aangezien de vrouw de Nederlandse nationaliteit heeft en de man de Egyptische nationaliteit. De peildatum voor de verdeling is vastgesteld op 17 maart 2021, de datum waarop het echtscheidingsverzoek is ingediend.
Wat betreft de auto heeft de vrouw verzocht deze aan haar toe te delen tegen een waarde van € 4.300,-, maar de rechtbank heeft de waarde geschat op € 4.800,- en de auto aan de vrouw toegewezen onder de verplichting om € 2.400,- aan de man te betalen. De verzoeken van de vrouw met betrekking tot het bruidsgoud zijn afgewezen, omdat de rechtbank niet kon vaststellen wie van partijen over het goud beschikte. Ook het verzoek van de vrouw om de man te veroordelen tot betaling van de helft van haar schulden aan haar moeder is afgewezen, omdat onvoldoende bewijs werd geleverd dat er nog sprake was van een schuld op de peildatum.
De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam binnen drie maanden na de uitspraak.