Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[adres 1].
1.Onderzoek ter zitting
13 februari 2023 en 6 maart 2023.
mr. F.E.A. Duyvendak en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. B.L.M. Ficq naar voren hebben gebracht. Daarnaast heeft de rechtbank kennisgenomen van wat de benadeelde partij [benadeelde partij], bijgestaan door mr. E.P.H. van Esser, naar voren heeft gebracht.
2.Inleiding en beschuldiging
primair), dan wel opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel aan [benadeelde partij] toe te brengen (
subsidiair).
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
van verdachte, de historische verkeers- en zendmastgegevens, de camerabeelden en de verklaringen die medeverdachte [medeverdachte] bij de politie heeft afgelegd.
Amsterdam-Oost naar Sloterdijk te brengen en dat hij gelijk ‘die andere jongen’ heeft opgehaald. Verdachte zou niet degene zijn geweest die heeft geschoten. Daarna heeft hij hen teruggebracht naar Amsterdam-Oost.
Amsterdam-Oost. De waarschijnlijkheid van dit scenario wordt nog vergroot door de omstandigheid dat verdachte op 17 februari 2015 meermaals telefonisch contact heeft gehad met het telefoonnummer dat wordt toegeschreven aan [persoon], waarvan de officier van justitie zich op basis van versleutelde PGP-communicatie op het standpunt stelt dat hij de vermoedelijke schutter is geweest. Dat dit een aannemelijk scenario is, betekent echter niet dat dit ook met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld. In ieder geval kan hieruit niet de conclusie worden getrokken dat het niet anders kan dan dat verdachte ook in de BMW zat toen die om 22.27 uur bij het sorteercentrum van PostNL op [adres 2] in Amsterdam arriveerde, dan wel dat hij op andere wijze als medepleger betrokken is geweest bij dit incident. Dat de telefoon van medeverdachte [medeverdachte] om 22.03 uur de telefoonmast in de omgeving van de Oosterdokskade in Amsterdam heeft aangestraald en om 23.18 uur (weer) de telefoonmast aan [adres 3] in Amsterdam-Oost, is in tijd te ver verwijderd om daarvoor redengevend te zijn. Ook het gegeven dat er rond en na het tijdstip van het schietincident geen telefonisch contact meer is geweest tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en [persoon], is onvoldoende zwaarwegend om de conclusie te trekken dat verdachte als medepleger betrokken is geweest bij het tenlastegelegde feit.
4.Beslag
5.Vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij
€ 15.000,- aan vergoeding van immateriële schade gevorderd. Daarbij is verzocht het toe te wijzen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht wordt niet toegepast. Daarom zal de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. De vordering kan alleen bij de burgerlijke rechter worden aangebracht. De benadeelde partij en verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.
6.Beslissing
spreekt verdachte daarvan vrij.
teruggaveaan [verdachte] van:
niet-ontvankelijkis in zijn vordering omdat verdachte is vrijgesproken van het tenlastegelegde. Bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte ieder de eigen kosten dragen.