ECLI:NL:RBAMS:2023:1597

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
C/13/730766 / 23.1639
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De officier van justitie had verzocht om verlenging van de op 10 maart 2023 opgelegde crisismaatregel voor de betrokkene, geboren in 1992 in Zweden en verblijvende in Amsterdam. De mondelinge behandeling vond plaats in het AMC, afdeling Psychiatrie, waarbij de betrokkene werd bijgestaan door een tolk en zijn advocaat, mr. B.G. Meijer. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, veroorzaakt door een psychische stoornis in de vorm van een psychotische episode.

De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk is om het dreigende nadeel af te wenden. Dit omvatte onder andere het toedienen van medicatie, medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid van de betrokkene. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar zijn. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend voor een periode van drie weken, tot en met 4 april 2023. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/730766 / 23-1639
kenmerk: VCM / IND / 102750
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 14 maart 2023naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] (Zweden),
zonder bekende woonplaats,
verblijvende te Amsterdam, AMC, afdeling Psychiatrie,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. B.G. Meijer.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 13 maart 2023, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 10 maart 2023 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 maart 2023 in de accommodatie van het AMC, afdeling Psychiatrie. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
-betrokkene, bijgestaan door een tolk Servisch;
-bovengenoemde advocaat;
-B. Tros, arts.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in;
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-ernstige verwaarlozing;
-maatschappelijke teloorgang;
-de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische episode in het kader van een schizofreniespectrumstoornis. Hoewel betrokkene zelf meent geen psychische stoornis te hebben, heeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de inhoud van de medische verklaring. Door de psychiater is gezien dat betrokkene zeer mager was. Betrokkene heeft ter zitting verder verklaard last te hebben van beestjes onder zijn huid. Volgens de arts is momenteel nog sprake van forse psychotische symptomen waarvoor behandeling nodig is. De komende tijd zal toegewerkt worden naar stabilisatie en terugkeer naar Duitsland waar betrokkene vandaan komt.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • toedienen van vocht en voeding;
  • toedienen van medicatie;
  • verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • beperken van het recht op het ontvangen van bezoek;
  • opnemen in een accommodatie.
2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] (Zweden), voor zover het de in rechtsoverweging 2.2 genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 4 april 2023.
Deze beschikking is op 14 maart 2023 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.