Uitspraak
advocaat: mr. C. Stroobach.
1.Procesverloop
2.Beoordeling
3.Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
Op 14 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1956, die verblijft in Amsterdam. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de betrokkene recentelijk was ontslagen uit een GGZ-instelling en blijk gaf van ziektebesef en -inzicht. Ze had samen met haar behandelaren en familie een signaleringsplan opgesteld, waar ze op kan terugvallen in geval van terugval in haar toestand. De betrokkene gaf aan de behandeling vrijwillig te willen volgen, en haar partner steunde deze beslissing.
De rechtbank heeft de betrokkene en haar advocaat, mr. C. Stroobach, gehoord, evenals een arts en de partner van de betrokkene. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere motivering van het verzoek nodig achtte. De arts pleitte voor een zorgmachtiging als vangnet, maar de rechtbank concludeerde dat er voldoende vertrouwen was in de bereidheid van de betrokkene om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Gezien de huidige gemoedstoestand van de betrokkene en de besproken zaken tijdens de zitting, heeft de rechtbank besloten het verzoek tot zorgmachtiging af te wijzen.
De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.