ECLI:NL:RBAMS:2023:1596

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
C/13/730053 / FA RK 23-1272
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing zorgmachtiging op basis van vrijwilligheid in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 14 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek was ingediend door de officier van justitie en betrof een betrokkene, geboren in 1956, die verblijft in Amsterdam. Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de betrokkene recentelijk was ontslagen uit een GGZ-instelling en blijk gaf van ziektebesef en -inzicht. Ze had samen met haar behandelaren en familie een signaleringsplan opgesteld, waar ze op kan terugvallen in geval van terugval in haar toestand. De betrokkene gaf aan de behandeling vrijwillig te willen volgen, en haar partner steunde deze beslissing.

De rechtbank heeft de betrokkene en haar advocaat, mr. C. Stroobach, gehoord, evenals een arts en de partner van de betrokkene. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere motivering van het verzoek nodig achtte. De arts pleitte voor een zorgmachtiging als vangnet, maar de rechtbank concludeerde dat er voldoende vertrouwen was in de bereidheid van de betrokkene om de behandeling op vrijwillige basis voort te zetten. Gezien de huidige gemoedstoestand van de betrokkene en de besproken zaken tijdens de zitting, heeft de rechtbank besloten het verzoek tot zorgmachtiging af te wijzen.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM.
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/730053 / FA RK 23-1272
kenmerk: ZM / IND / 101478
Afwijzing machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 maart 2023van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1956 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijvende te Amsterdam, GGZ inGeest, locatie [locatie] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C. Stroobach.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 23 februari 2023.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 maart 2023 in de accommodatie van GGZ inGeest, locatie De Nieuwe Valerius. De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- J. Schotborg, arts;
- partner van betrokkene.
Omdat de officier van justitie een nadere motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet op de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene snel is opgekapt zonder haar met antipsychotica te behandelen. Zij is gisteren ontslagen uit de accommodatie, geeft nu blijk van ziektebesef en -inzicht en heeft in overleg met haar behandelaren en familie een signaleringsplan opgesteld waarop ze kan terugvallen als het niet goed met haar gaat. Betrokkene heeft gezegd de afspraken in het signaleringsplan te zullen nakomen. Dit geldt ook voor de afspraken die zij nog moet maken met haar poliklinische behandelaren. Omdat het herstel nog pril is, pleit de arts voor een zorgmachtiging als vangnet. Betrokkene geeft aan de behandeling vrijwillig te zullen volgen. Haar partner staat ook hierachter. Gelet op de huidige gemoedstoestand van betrokkene en wat op de zitting is besproken, heeft rechtbank voldoende vertrouwen in de bereidheid van betrokkene om de behandeling op basis van vrijwilligheid voort te zetten. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3.Beslissing

wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 14 maart 2023 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 22 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.