ECLI:NL:RBAMS:2023:1581

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
13/122511-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor invoer en bezit van methamfetamine

Op 3 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit en de invoer van methamfetamine. De zaak kwam voort uit een melding van U.S. Immigration and Customs Enforcement aan de Nederlandse politie, waarbij een postpakket met drugs was gescand. Het pakket, geadresseerd aan een persoon in Amsterdam, werd gecontroleerd afgeleverd, waarna de verdachte kort daarna werd aangehouden. Bij de aanhouding werden verzendbewijzen en een mobiele telefoon aangetroffen die verband hielden met het pakket.

De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van 19,97 kilogram methamfetamine en het opzettelijk binnenbrengen van deze drugs in Nederland. Tijdens de rechtszitting op 17 februari 2023 heeft de officier van justitie de bewezenverklaring van beide feiten geëist, terwijl de verdediging aanvoerde dat de verdachte niet op de hoogte was van de inhoud van het pakket. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte wel degelijk wist dat er drugs in het pakket zat, mede op basis van bewijs dat op zijn telefoon was aangetroffen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verantwoordelijk was voor de ontvangst van het pakket met ongeveer 5,5 kilogram methamfetamine. De verdachte werd schuldig bevonden aan het medeplegen van de invoer van de drugs, maar niet aan het aanwezig hebben ervan samen met een ander. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de impact op de volksgezondheid in overweging nam. De rechtbank verklaarde ook dat de in beslag genomen drugs en een telefoon verbeurd werden verklaard, terwijl andere goederen aan de verdachte teruggegeven moesten worden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/122511-21 (Promis)
Datum uitspraak: 3 maart 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres]

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 februari 2023. Verdachte was bij de behandeling van zijn strafzaak aanwezig. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. L. van Haeringen en van wat verdachte en zijn raadsman mr. J.T.H.M. Mühren naar voren hebben gebracht.

2.Inleiding onderzoek Kameni

Onderzoek Kameni is gestart naar aanleiding van een melding van U.S. Immigration and Customs Enforcement aan de Nederlandse politie. In het dossier staat dat in de Verenigde Staten een postpakket is gescand, waaruit is gebleken dat er drugs (methamfetamine) in zit. Het pakket is geadresseerd aan [persoon] . Het pakket is vervolgens naar de Nederlandse politie gestuurd. Het pakket is gecontroleerd afgeleverd aan [persoon] , terwijl de politie het adres observeerde. Kort na het afleveren van het pakket wordt gezien dat verdachte de woning van [persoon] binnen gaat. Als verdachte de woning van [persoon] heeft verlaten wordt hij aangehouden. Bij verdachte wordt een pakbon van FedEx en een mobiele telefoon met een track en trace code van het uit Mexico afkomstige pakket aangetroffen. Verdachte ontkent te weten wat er in het pakket zat.

3.Beschuldiging

Verdachte wordt kort gezegd beschuldigd van:
1. op 7 mei 2021 in Amsterdam samen met een ander opzettelijk aanwezig hebben van 19,97 kilogram methamfetamine (crystal meth);
2. in de periode van 10 april 2021 tot en met 7 mei 2021 op Schiphol samen met een ander opzettelijk binnen het grondgebied brengen van Nederland van 19,97 kilogram methamfetamine (crystal meth).
De tenlastelegging staat in de bijlage bij dit vonnis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat beide feiten kunnen worden bewezen.
4.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte moet worden vrijgesproken van beide feiten, omdat hij niet wist dat het om drugs ging en daarop dus geen opzet had. Als de rechtbank wel tot een bewezenverklaring komt dan kan bij het aanwezig hebben van de drugs (feit 1) niet bewezen worden dat verdachte dat samen met iemand anders heeft gedaan.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Bewezen is dat verdachte 5,5 kilogram methamfetamine aanwezig heeft gehad en samen met een ander heeft ingevoerd.
4.3.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage 2 het volgende vast. Op 7 mei 2021 is een cilinder, afkomstig uit Mexico, afgeleverd aan geadresseerde [persoon] in Amsterdam. De inhoud daarvan, zwart poeder, weegt 19,97 kilogram. Daarvan is ongeveer 28% methamfetamine. Verdachte was kort na aflevering van het pakket bij [persoon] thuis. Verdachte had twee verzendbewijzen van FedEx van dit pakket bij zich. Ook had verdachte een Samsung telefoon bij zich waarvan het telefoonnummer bij de gegevens van de ontvanger op het pakket stond. Op die telefoon staat een sms dat het pakket door FedEx is verzonden. Ook op de bij verdachte aangetroffen IPhone stonden verzendgegevens van het pakket.
De rechtbank stelt op basis hiervan vast dat verdachte verantwoordelijk was voor de ontvangst in Amsterdam van een pakket uit Mexico. In dat pakket zat circa 5,5 kilo methamfetamine. De verdediging heeft nog aangevoerd dat slechts van een monster van het totaal van 19,97 kg door het NFI is bepaald dat het 28% methamfetamine bevat. De rechtbank twijfelt er niet aan dat het gaat om een representatief monster en gaat op basis daarvan uit van een hoeveelheid van (28% van 19,97) 5,5 kilo.
4.3.2.
Wetenschap
Verdachte heeft gezegd dat hij niet wist dat er drugs in het pakket zat. Hij is door een persoon op straat benaderd om een adres te regelen waar het pakket kon worden afgeleverd, omdat het pakket te groot zou zijn om door deze persoon op zijn eigen adres in ontvangst te nemen. Verdachte zou daarvoor € 250,- krijgen, waarvan hij € 50,- aan [persoon] zou geven. Verdachte dacht dat er kleding in het pakket zat. De rechtbank gelooft deze verklaring niet. Verdachte heeft wisselend verklaard over wat er was afgesproken en wat verdachte van de inhoud van het pakket wist. Bij doorvragen door de rechtbank geeft hij onduidelijke antwoorden. De verklaring vindt geen ondersteuning in het dossier. [persoon] zegt dat hij geen geld zou krijgen voor het gebruik van zijn adres. Verdachte heeft geen aanknopingspunten gegeven om zijn verklaring te verifiëren. De rechtbank wordt verder gesterkt in haar overtuiging door de vaststelling dat meerdere druggerelateerde chatberichten op een mobiele telefoon van verdachte zijn aangetroffen. Het gaat daarbij om meerdere berichten die, voorafgaand aan de levering van het pakket uit Mexico, door verdachte zijn ontvangen en verstuurd aan verschillende personen. Zo geeft verdachte in één van die berichten aan dat hij “van de drugs” is.
De rechtbank vindt op basis van genoemde omstandigheden dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist dat er methamfetamine in het pakket zat. Daarmee heeft hij bewust harddrugs in Nederland ingevoerd en aanwezig gehad.
4.3.3.
Medeplegen
Bij de invoer van de harddrugs heeft verdachte samengewerkt met de verzender. Daarom vindt de rechtbank bij de invoer (feit 2) medeplegen bewezen. Bij het aanwezig hebben van de drugs in Nederland (feit 1) ziet de rechtbank geen samenwerking. Van het medeplegen daarvan wordt hij dus vrijgesproken.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank vindt bewezen dat verdachte:
feit 1:
op 7 mei 2021 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 5,5 kilogram methamfetamine;
feit 2:
in de periode van 10 april 2021 tot en met 7 mei 2021 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 5,5 kilogram methamfetamine.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straf

8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vindt dat verdachte moet worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank gevraagd rekening te houden met de omstandigheid dat niet kan worden vastgesteld om hoeveel drugs het gaat. Daarnaast heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. Bij het opleggen van een vrijheidsbenemende straf heeft de rechtbank in het bijzonder het volgende meegenomen.
Verdachte heeft methamfetamine ingevoerd. Methamfetamine is een gevaarlijke, chemische substantie, die zeer verslavend is en zeer schadelijk is voor de gezondheid van de gebruiker. Dit maakt dat het gebruik flinke risico’s voor de volksgezondheid meebrengt. Dit is één van de belangrijke redenen waarom diverse landen wereldwijd beleid voeren om het drugsgebruik terug te dringen. De illegale invoer van harddrugs ontwricht dat beleid. Daar komt nog bij dat de invoer en handel van harddrugs in het algemeen vaak gepaard gaat met diverse vormen van (zware) criminaliteit, met veel geweld, schade en overlast tot gevolg. Ook in dat opzicht zijn de negatieve gevolgen voor de samenleving groot. De verdachte heeft voor dit alles kennelijk geen oog gehad en was, naar mag worden aangenomen, slechts uit op eigen financieel gewin.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de afspraken die de rechtbanken onderling over straffen hebben gemaakt. Daarin geldt als uitgangspunt voor de invoer van 4 tot 5 kilogram harddrugs een gevangenisstraf van 36 tot 38 maanden. De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in andere zaken worden opgelegd. In strafzaken waarbij het gaat om veel grotere hoeveelheden drugs (tientallen of honderden kilo’s) worden verhoudingsgewijs lagere straffen opgelegd. De rechtbank ziet daarin aanleiding om aan verdachte een lagere straf op te leggen dan het genoemde uitgangspunt. De rechtbank ziet geen bijzondere persoonlijke omstandigheden om bij de strafoplegging rekening mee te houden.
De rechtbank legt verdachte een gevangenisstraf op van 30 maanden op.

9.Beslag

Onder verdachte zijn geld, telefoons en drugs in beslag genomen. De drugs worden onttrokken aan het verkeer, omdat de bewezen feiten daarmee zijn begaan en het bezit hiervan in strijd is met de wet. De Samsung telefoon wordt verbeurd verklaard, omdat die gebruikt is bij de bewezen feiten. De rest van de spullen moeten worden teruggegeven aan verdachte.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 56 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en 2, 10 en 13a van de Opiumwet.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
de voortgezette handeling van
feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
en
feit 2:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
30 (dertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2. 1 STK Verdovende Middelen (omschrijving: PL1300-2021085953-G6051480; 19,97 kilo METMFETAMINE POEDER).
Verklaart verbeurd:
3. 1 STK GSM (omschrijving: PL1300-2021085953-G6054784, Samsung A01).
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. EUR (omschrijving: G6054789);
4. 1 STK GSM (omschrijving: PL1300-2021085953-G6054777, Onbekend).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Smit, voorzitter,
mrs. J. Huber en A. Briejer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Buiskool, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 maart 2023.
[…]
[…]

[…]

[…]

[…]

[…]

12.47
[…]