ECLI:NL:RBAMS:2023:156

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
C/13/725554 / JE RK 22-784
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling in het belang van de minderjarige met betrekking tot omgangsregeling en communicatie tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 8 december 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot wijziging van de zorgregeling voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (de GI) om de bestaande zorgregeling te wijzigen, zodat de GI de regie kan overnemen en de omgangsregeling kan vormgeven zonder contact tussen de ouders tijdens de overdracht. De vader heeft verweer gevoerd en verzocht om de huidige omgangsregeling te handhaven, waarbij hij ook een alternatieve regeling heeft voorgesteld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige omgangsregeling, waarbij de moeder [minderjarige] op maandag en woensdag van school ophaalt, niet gewijzigd zal worden. De rechtbank heeft de ouders opgedragen om samen te werken aan een ouderschapsplan en een traject van Parallel (Solo) ouderschap te volgen, met als doel uiteindelijk te komen tot een fifty-fifty regeling. De rechtbank heeft ook de overdracht van [minderjarige] tussen de ouders geregeld, waarbij de overdracht voortaan zal plaatsvinden op een specifieke locatie en tijd, om de spanningen te verminderen.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de ouders respectvol met elkaar omgaan, vooral in het belang van [minderjarige]. De rechtbank heeft de verdere behandeling van het verzoek van de GI aangehouden en verwacht een update over de voortgang van het traject en het ouderschapsplan. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ouders zijn verplicht om de gemaakte afspraken na te komen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Amsterdam
Zaakgegevens : C/13/725554 / JE RK 22-784
datum uitspraak: 8 december 2022

beschikking op een verzoek wijzigen zorgregeling (art. 1:265g BW)

in de zaak van
de gecertificeerde instelling JEUGDBESCHERMING REGIO AMSTERDAM, hierna te noemen
de GI,
gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] , hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[de moeder] , hierna te noemen de moeder,

wonende te [woonplaats] ,

[de vader] , hierna te noemen de vader,

wonende te [woonplaats] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 17 november 2022, ingekomen bij de griffie op 17 november 2022.
- het verweerschrift tevens zelfstandige verzoeken van de zijde van de vader, ingekomen bij de rechtbank op 7 december 2022.
Op 8 december 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat mr. A. van den Berg;
- mw. [naam] namens de GI.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [minderjarige] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 10 december 2020 heeft de rechtbank bepaald dat er een zorgregeling tussen de ouders en [minderjarige] wordt opgebouwd onder geleide van de GI, waarbij het streven diende te zijn een verdeling als in voornoemde beschikking onder 2.3.3 weergegeven.
Bij beschikking van de voorzieningenrechter van 3 december 2021 is een voorlopige zorgregeling bepaald waarbij [minderjarige] vanaf 6 december 2021 elke maandag onbegeleide omgang met de moeder heeft en vanaf 5 januari 2022 heeft [minderjarige] naast de maandagmiddag ook op woensdagmiddag omgang met haar moeder. Een en ander op straffe van een dwangsom als de vader deze regeling niet nakomt.
Uit het verzoek blijkt -en is niet weersproken op de zitting- dat de huidige omgangsregeling inhoudt dat de moeder [minderjarige] op maandagmiddag en op woensdagmiddag van school/de BSO ophaalt en de vader [minderjarige] om 19.00 uur bij de moeder thuis ophaalt.
Bij beschikking van 29 maart 2022 is [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 29 maart 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de door de rechtbank vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen en de volledige regie houdende taak bij de GI te bepalen, zodat de GI samen met Atra de omgangsregeling vorm kan geven. Om ervoor te zorgen dat er geen contact tussen ouders meer zal zijn bij de overdracht, dient de zorgregeling in die zin gewijzigd te worden dat de moeder [minderjarige] op dinsdagmiddag van school ophaalt, [minderjarige] bij de moeder overnacht en de moeder [minderjarige] op woensdagochtend weer naar school brengt.

Het verweer tevens zelfstandig verzoek

De vader verzoekt het verzoek van de GI af te wijzen. Tevens wordt verzocht de door de rechtbank eerder vastgestelde omgangsregeling te wijzigen in die zin dat [minderjarige] eens per twee weken bij de moeder verblijft waarbij moeder [minderjarige] om 14.00 uur van school ophaalt en de vader [minderjarige] om 18.00 uur bij de moeder ophaalt. De vader heeft tevens een verdeling van de vakantiedagen voorgesteld.

De standpunten

De GI heeft ter zitting onder verwijzing naar de inleidende stukken gepersisteerd bij het verzoek. De GI heeft hieraan ten grondslag gelegd dat [minderjarige] al jaren belast wordt met de strijd en spanning tussen ouders. [minderjarige] is onder meer getuige geweest van het huiselijk geweld tussen ouders, zowel verbaal als fysiek. Hoewel ouders gescheiden leven, is er nog sprake van een strijd waardoor [minderjarige] in de knel raakt en haar duurzame veiligheid nog steeds onvoldoende is. De communicatie en samenwerking tussen ouders verloopt ambivalent. Vader heeft weinig vertrouwen in moeder. Het advies van Sensazorg is dat er alleen ruimte voor onbegeleide omgang is als ouders in staat zijn om op een geweldloze manier met elkaar te communiceren. Het advies aan ouders is om zich aan te melden voor systeemtherapie. Altra Ouderschap Blijft is ingezet om te onderzoeken wat er aan hulpverlening nodig is. Altra is tot de conclusie gekomen dat Parallel Solo Ouderschap ingezet dient te worden en adviseert dat beide ouders hiervoor een begeleider krijgen. Omdat de overdracht tot spanningen leidt, adviseert Altra een omgangsregeling waarbij er geen contact is tussen partijen. De GI kan zich in het advies van Altra vinden. Altra heeft aangegeven te streven naar een fiftyfifty regeling maar is in verband met de draagkracht van de moeder uitgekomen op één overnachting. Nika Hecht is afgerond en ziet geen zorgen in de hechting van [minderjarige] aan de moeder en evenmin in de opvoedsituatie bij de moeder. De moeder is voldoende sensitief en responsief. Er wordt door geen van de instanties een noodzaak gezien om IAG voor de moeder in te zetten. Het traject bij Altra is tijdelijk gestopt, in afwachting van de uitkomst van de zitting, omdat de vader het niet eens is met het verzoek. De moeder heeft gesprekken gehad met een psycholoog. Zij heeft klachten vanwege de problemen met haar ex-partners en zij is gebaat bij rust. De behandeling bij de psycholoog kan door de moeder voortgezet worden. De GI ziet geen belemmeringen voor een overnachting van [minderjarige] bij de moeder.
De vader heeft mede bij monde van zijn advocaat onder meer verklaard dat Sensazorg is gestopt omdat IAG ingezet zou gaan worden. Dit is echter nooit van de grond gekomen. De moeder heeft eerdere uitbreiding van de omgang vaak uitgesteld wat heel teleurstellend was voor [minderjarige] . De vader wil graag dat de moeder meer zorgtaken op zich neemt, maar is het er niet mee eens dat [minderjarige] bij haar overnacht, nu de veiligheid van [minderjarige] niet is onderzocht. Er komt politie aan de deur en is er onrust tussen de moeder en haar andere dochter, wat niet goed is voor [minderjarige] . [minderjarige] heeft behoefte aan rust en structuur vanwege haar kwetsbaarheid. De vader wordt door de GI in een hoek gezet als de strijdende ouder maar er moet genuanceerder naar gekeken worden. De vader wil het liefst een co-ouderschap en hij heeft de omgang gefaseerd willen uitbreiden, maar vanwege de draagkracht van de moeder was dat onmogelijk. Een omgang op de maandag en de woensdag houdt de vader graag in stand, dit is voorspelbaar voor [minderjarige] . Ook wil hij dat de overdracht anders verloopt. Er is geen reden om de dagen te wijzigen en een bijkomend probleem is dat er geen ruimte is om de BSO dagen om te zetten. De vader wil toewerken naar meerdere overnachtingen bij de moeder maar dit moet op een gewaarborgde manier en met de zekerheid dat de moeder het kan nakomen. Daarom wordt nu om een basis omgangsregeling verzocht. In vakanties kan er meer uitbreiding zijn.
De moeder heeft bij de mondelinge behandeling onder meer verklaard dat [minderjarige] aangeeft dat ze er behoefte aan heeft om bij haar te kunnen overnachten. De moeder vindt dit ook belangrijk voor de band tussen [minderjarige] en haar zus die bij de moeder woont. In de meivakantie heeft [minderjarige] tien dagen bij de moeder overnacht en in de zomervakantie veertien dagen. Dit ging goed. [minderjarige] is heel angstig voor haar vader en het lijkt alsof ze door hem wordt verhoord als ze bij de moeder is geweest. De moeder wil haar niet moeten beschermen tegen de vader. Ten aanzien van haar belastbaarheid geeft de moeder aan soms last te hebben van angstaanvallen omdat ze niet weet waar ze aan toe is.
Ouders zijn bij de mondelinge behandeling overeen gekomen dat de overdracht van [minderjarige] vanaf heden plaats zal hebben bij de [locatie] aan de [adres] . In plaats van 19.00 uur zal de overdracht zijn om 19.15 uur. De rechtbank zal deze afspraak vastleggen in deze beschikking.

De beoordeling

Wettelijk kader
De rechtbank kan een zorgregeling wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Dat de omstandigheden zijn gewijzigd blijkt voldoende uit het dossier en is niet weersproken. De GI is daarom ontvankelijk in het verzoek.
Inhoudelijk
zorgregeling
De rechtbank zal de zorgregeling op dit moment niet wijzigen en de vakanties ongewijzigd laten. Dit houdt in dat de moeder [minderjarige] op maandagmiddag en woensdagmiddag na school tot 19.15 uur bij zich heeft. Ook de thans geldende afspraken met betrekking tot vakanties blijven -voor nu- ongewijzigd. Het verzoek zal voor zes maanden worden aangehouden.
Het is de verantwoordelijkheid van de ouders om er samen naartoe te werken dat [minderjarige] veel meer bij de moeder kan zijn en er uiteindelijk tot een fifty fifty zorgregeling wordt gekomen, ook ten aanzien van de vakanties. Partijen moeten het traject Parallel (Solo) ouderschap van Altra, dan wel een soortgelijk traject bij een andere instantie, opnieuw starten en afronden. Parallel aan dit traject kunnen zowel individuele als gezamenlijke gesprekken bij Altra plaatsvinden. Ouders zijn verplicht om dit traject te volgen in het belang van [minderjarige] .
Na dit traject of wellicht parallel lopend aan dit traject, dienen de ouders een (ouderschaps)-plan te maken hoe de uitbreiding van de omgang eruit komt te zien waarbij enerzijds rekening wordt gehouden met de draagkracht van de moeder en anderzijds wordt toegewerkt naar een fiftyfifty regeling. Als een plan is gemaakt, hoeft bij de uitvoering hiervan niet te worden gewacht op consensus van de rechtbank, maar kan direct met de uitvoering ervan worden gestart.
De rechtbank wenst een verslag van de GI of een rapport van Altra te ontvangen over de uitkomst van het traject bij Altra en -als dit is gelukt- een ouderschapsplan, uiterlijk veertien dagen voor de hierna te noemen pro forma datum.
overdracht
Om de huidige spanningen bij de overdacht weg te nemen, dient de overdacht van [minderjarige] aan de andere ouder vanaf heden bij de [locatie] aan de [adres] plaats te vinden. De rechtbank verwacht van beide ouders dat zij elkaar bij de overdracht vriendelijk zullen bejegenen en een kort gesprekje met elkaar zullen hebben. [minderjarige] heeft het nodig om te zien dat haar ouders op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Op verzoek van de moeder zal de overdracht om 19.15 uur plaatsvinden. Als deze tijd met tien minuten of langer wordt overschreden, dan kunnen partijen via Whatsapp -op een vriendelijke manier- contact met elkaar hebben. Ouders blokkeren de ander dus niet op Whatsapp. Als het zo is dat de vader de moeder heeft geblokkeerd op whatsapp, zoals de moeder heeft verklaard, vindt de rechtbank dit een kwalijke zaak. Ouders moeten elkaar kunnen bereiken -zeker in geval van nood- over zaken die [minderjarige] aangaan. Ook moet de ouder waar [minderjarige] verblijft, [minderjarige] de ruimte geven om (telefonisch of via beeldbellen) contact te kunnen hebben met de andere ouder. Daar heeft [minderjarige] behoefte aan, en haar belang moet voorop staan. Het is belangrijk dat beide partijen zich houden aan de gemaakte afspraken, maar begrip tonen voor de situatie van de ander is ook belangrijk en zal de verstandhouding verbeteren. Ditzelfde geldt voor het geven van emotionele toestemming aan [minderjarige] dat het goed is dat zij bij de andere ouder is. Dat is wat [minderjarige] nodig heeft.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
-wijzigt het vonnis in kort geding van 3 december 2021 in die zin dat de zorgregeling als volgt wordt gewijzigd:
- met ingang van heden vinden de overdrachtsmomenten van [minderjarige] plaats bij de [locatie] aan de [adres] om 19.15 uur;
-verklaart de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-bepaalt dat de verdere behandeling van het verzoek van de GI
pro formawordt voortgezet op
12 juni 2023. De GI dient uiterlijk
veertien dagen voor genoemde pro forma datumde rechtbank een update -en zo mogelijk een verslag van Altra- te sturen over de stappen die zijn gezet om tot een fiftyfifty regeling te komen, met cc aan partijen en de advocaat van de vader. Als partijen een ouderschapsplan hebben gemaakt, dient de advocaat van de vader dit aan de rechtbank met cc aan de GI te berichten. De GI dient bij de berichtgeving aan te geven
of het verzoek wordt gehandhaafd. In dit laatste geval zal in juli (mogelijk augustus) 2023 opnieuw een zitting worden bepaald, als enigszins mogelijk opnieuw bij mr. Nusselder. De GI en de advocaat van de vader wordt verzocht om
uiterlijk veertien dagen voor de pro forma datumhun
verhinderdatavoor de maanden juli en augustus 2023 aan de rechtbank door te geven;
-houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.M. Nusselder, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.O. van Saase-Zaagman als griffier en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 19 december 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam